direct naar inhoud van 8.3 Bestemmingsregels
Plan: Deuteren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002154-1401

8.3 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening

Binnen deze bestemming is de nutsvoorziening aan de Baksvelstraat 142 ondergebracht. Binnen het bouwvlak zijn gebouwen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 5 meter. Kleinere bouwwerken ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut zijn (ook) binnen de andere bestemmingen toegestaan.

Artikel 4 Groen

Relatief grote groenvoorzieningen (grote perken en plantsoenen, parken) zijn bestemd als 'Groen', kleinere groenvoorzieningen (bermen, kleine perken en plantsoenen) zijn onderdeel van de bestemming 'Verkeer'. Ook fiets- en voetpaden maken deel uit van de bestemming en verder ondergeschikte voorzieningen zoals speelvoorzieningen waaronder wijkspeelplaatsen.

Artikel 5 Horeca

Het café aan de Weidonklaan 45 en cafetaria aan de Heerendonklaan 2 zijn bestemd als 'Horeca'. Binnen deze bestemming is horeca in de categorieën 2 en 3 toegestaan. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, met uitzondering van de zone waarin op de verbeelding de "specifieke bouwaanduiding - overkapping" is opgenomen. In die zone mag uitsluitend een overkapping worden gebouwd. Het achtererf mag volledig worden bebouwd met bijgebouwen.

Artikel 6 Kantoor

Het kantoor aan de Heerendonklaan 62 is bestemd als 'Kantoor'. De bebouwingsregeling is conform de bestaande situatie: er is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen, waarbinnen gebouwen mogen worden opgericht. De maximale bouwhoogte is eveneens op de verbeelding aangegeven.

Artikel 7 Maatschappelijk

De gronden binnen deze bestemming zijn primair bedoeld ten behoeve van maatschappelijke dienstverlening, waaronder wordt verstaan: gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, openbare dienstverlening, praktijkruimten, religie, verenigingsleven, welzijnsinstellingen en zorginstellingen.

De bestaande maatschappelijke dienstverlening is in deze bestemming opgenomen. Per locatie is een bouwvlak opgenomen met daarin een maximale goot- en bouwhoogte.

Artikel 8 Verkeer

Deze gronden zijn primair bestemd voor voorzieningen van verkeer en verblijf. Wegen, fiets- en voetpaden en bouwwerken ten behoeve van de functie zijn binnen deze bestemming toegestaan.

Artikel 9 Water

Binnen het plangebied liggen een aantal primaire leggerwaterlopen die van belang zijn voor het stedelijke watersysteem van de gemeente. Deze leggerwaterlopen zijn bestemd als 'water'.

Artikel 10 Wonen

Deze bestemming omvat het grootste gedeelte van het plangebied. Binnen deze bestemming is wonen de hoofdfunctie. Er is voor gekozen de bestaande woonfuncties als zodanig vast te leggen. Dat houdt in dat in beginsel geen andere functies dan de woonfunctie binnen deze bestemming zijn toegestaan. Binnen de woonbestemming is wel de uitoefening van een aan huis verbonden beroepsactiviteit toegestaan, mits deze ondergeschikt blijft aan de woonfunctie. Dit betekent onder meer dat maximaal 35% van de oppervlakte van de begane grond van de opstallen, tot ten hoogste 50m², mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroepsactiviteit.

Binnen de woonbestemming is de binnen de gemeente gebruikelijke erfbebouwingsregeling opgenomen ten behoeve van bijgebouwen (hieronder worden aanbouwen, uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen verstaan.

De belangrijkste kenmerken van de erfbebouwingsregeling zijn:

  • Bebouwing op het achtererfgebied en buiten het bouwvlak: dit betekent dat de regeling van toepassing is op het gebied op 1 meter achter de voorgevel van de woning, met uitzondering van hoekpercelen.
  • De hoogte bedraagt maximaal 3 meter, tenzij wordt gebouwd met hellende dakvlakken: de goothoogte bedraagt dan maximaal 3 meter en de nokhoogte bedraagt dan maximaal 4,5 meter.
  • Er mag maximaal 75 m² aan erfbebouwing worden opgericht, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het achtererfgebied mag worden bebouwd.
  • Van het achtererf niet zijnde het bouwvlak dient ten minste 25 m2 aaneengesloten onbebouwd te blijven.

De bovengenoemde punten vormen de belangrijkste onderdelen van de erfbebouwingsregeling. Er zijn echter diverse beperkingen en afwijkingsmogelijkheden in de regels opgenomen, waardoor de genoemde onderdelen kunnen worden beperkt of uitgebreid.

Voor de bebouwing van hoekpercelen is een aparte afwijkingsmogelijkheid in het bestemmingsplan opgenomen. Dit is gedaan omdat bebouwing op hoekpercelen vaak een speciaal stedenbouwkundig karakter heeft (aanzicht vanaf zowel de voorkant als de zijkant en hoekpercelen vormen de afronding van een rij woningen) en vanuit verkeersoogpunt (inkijk in de zijstraat om aanrijdingen te voorkomen).

Onder een hoekperceel wordt verstaan een perceel, gelegen aan een hoek van twee wegen c.q. het openbaar gebied. In het onderstaande figuur wordt met de oranje/bruine kleur het te bebouwen hoekperceel aangegeven in een standaard situatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002154-1401_0013.jpg"

Voorwaarden:

  • De oppervlakte van de bebouwing mag maximaal 25 m² bedragen.
  • De maximale breedte van een aangebouwd bijgebouw mag niet meer dan 3 meter bedragen
  • De bebouwing dient te worden opgericht achter de denkbeeldige lijn die het snijpunt van voorgevellijn en zijgevellijn raakt en ligt op een hoek van 45° ten opzichte van de voorgevellijn (de rode lijn in de afbeelding);
  • De voorgevel van het aangebouwde bijgebouw dient evenwijdig te zijn aan de voorgevel van de hoofdbebouwing.
  • Er kunnen nadere eisen worden gesteld aan de minimale afstand van het bijgebouw tot de naar de openbare weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens vanuit stedenbouwkundige opzet van de omgeving, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden en bezonning van de aangrenzende gronden