direct naar inhoud van 6.2 Huidige situatie
Plan: Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002150-1501

6.2 Huidige situatie

Het plangebied van Noord is oorspronkelijk een poldergebied, dat is opgehoogd met zand tot ruim 3,3 m +NAP. Nabij Orthen is het maaiveld een stuk verder opgehoogd. Geologisch behoren deze gronden tot de jongere holocene rivierafzettingen van de rivieren de Dommel, de Dieze en de Maas. Het plangebied is opgehoogd met zand uit de Ertveldsplas en Engelse Gat.

Oppervlaktewater

Het plangebied bevat een groot aantal watergangen en niet verbonden wielen. De watergangen hebben een peil dat op 1,80 m +NAP ligt. Het peil kan oplopen tot ruim 2,16 m +NAP bij een herhalingstijd van eens per 100 jaar. Bij Orthen ligt een onderbemaling, welke op peil wordt gehouden door een gemaaltje.

Vanuit Maaspoort wordt water aangevoerd. De afwatering van Noord vindt plaats via een beweegbare stuw op de Groote Wetering/Nieuwe Vliet ten noordwesten van de Rosmalense Plas. De Ploossche plas en de Noorderplas staan onder invloed van het grondwaterregime van zowel de Maas als vanaf het Brabants plateau.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002150-1501_0012.jpg"

Afbeelding 10: Afwateringsgebieden met streefpeilen en bijbehorende kunstwerken in het plangebied.

Het grondwater van zowel de deklaag (freatisch grondwater) als het eerste watervoerend pakket stroomt globaal in noordwestelijke richting. Het freatische grondwater kan door lokale omstandigheden (tijdelijk) een andere stromingsrichting hebben. Zo wordt het grondwater beïnvloed door lokale kwel (vanaf de Maas en de Aa bij hoge waterstanden). De grondwaterstand varieert sterk en loopt af van zuid naar noord. Aan de zuidkant van het plangebied ligt de GHG rond 2,6 m NAP, terwijl aan de noordkant de GHG rond de 2 m NAP ligt. Precieze gegevens zijn hier echter niet voorhanden.

Riolering

Het plangebied heeft in zijn geheel een gemengd stelsel.