direct naar inhoud van Artikel 13 Recreatie-volkstuinen
Plan: Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002150-1501

Artikel 13 Recreatie-volkstuinen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie-volkstuinen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. volkstuinen;
  • b. volkstuinencomplex;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondensport' tevens een hondenoefenterrein;
  • d. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen, zoals speelvoorzieningen, openbare verblijfsvoorzieningen, verkeersvoorzieningen, straatmeubilair, nutsvoorzieningen, bijbehorende verhardingen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en dergelijke.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen

Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.

13.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. binnen deze bestemming mag per bestemmingsvlak één gebouw in de vorm van een verenigingsgebouw worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 120 m2;
    • 2. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer dan 6 meter bedragen;
  • b. ten dienste van deze bestemming mag één gebouw per volkstuin, zoals een tuinhuisje of tuinkas, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 10 m²;
    • 2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2,5 meter;
  • c. in afwijking van het gestelde onder a mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondensport' een tweede gebouw binnen het bestemmingsvlak worden gebouwd ten behoeve van de hondensportvereniging.
13.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 2 meter voor erf- en terreinafscheidingen, vanaf de voet gemeten;
    • 2. 2,2 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 3. 10 meter voor bouwwerken ten behoeve van verlichting, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondensport';
    • 4. 3 meter voor overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondensport'.
13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
13.4 Afwijken van de bouwregels
13.4.1 Afwijken met betrekking tot de parkeervoorzieningen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 13.2.1, mits:

  • a. de noodzakelijke parkeervoorzieningen op eigen terrein in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd en op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien;
  • b. de situering van de parkeerplaatsen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.