a. parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gehandhaafd.
b. het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan;
c. als met het plan strijdig gebruik wordt in ieder geval bedoeld het gebruik van de gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van detailhandel in volumineuze goederen, waaronder meubels, auto's, tenten, caravans, boten en dergelijke en de verkoop aan grootverbruikers, het gebruik van de gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting;
d. met een omgevingsvergunning wordt afgeweken van het bepaalde onder b, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.