6.2 Watertoets
Huidige situatie
Empel kent relatief veel oppervlaktewater. Dit is opgesplitst in twee peilgebieden: Noord met een peil van 2,22 meter +NAP en Zuid met een peil van 1,85 meter +NAP. Empel is deels gebouwd op oude 'zandopduikingen' die in de loop der tijd verbonden zijn door ophogingen. Het dorp ligt op een hoogte van 3,0 meter +NAP in het centrum tot circa 4,0 meter +NAP daaromheen.
Aan de oostzijde van het plangebied wordt vanuit het buitengebied water ingelaten via het gemaal Empel-Oost (maximaal 0,6 m3/sec) in het systeem van Empel-Noord (2,22 meter +NAP). Een groot deel van dit water wordt door een tweede gemaal, het gemaal Meerwijkweg tussen Empel-Noord en Maaspoort (maximaal 0,5 m3/sec), verpompt naar het systeem van Maaspoort. Een ander deel van het inlaatwater en overtollig regenwater van Empel-Noord wordt via een stuw afgevoerd naar Empel-Zuid (1,90 meter +NAP). Empel-Zuid watert via een beweegbare stuw af op het systeem van Empel-Noord (1,80 meter +NAP) en via een vaste stuw op de Groote Wetering/Nieuwe Vliet (1,60 meter +NAP).
Op basis van een hydrologische analyse (Haskoning, 2007) voldoet de wijk aan de normen die gelden voor beperking van wateroverlast bij hoogwater. In vrijwel heel het gebied ligt een gemengd riool, met aan de noordoostkant van Empel een verbeterd gescheiden stelsel. In dit laatste stelsel is het hemelwater afgekoppeld.
Ruimtelijke vertaling van beleid
Bestemmingsplan Empel maakt ten opzichte van de geldende bestemmingsplannen geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Bij bouwplannen conform dit bestemmingsplan moeten de uitgangspunten in paragraaf 6.1 worden meegenomen in de planvorming:
- Afkoppelen op oppervlaktewater. Bij nieuwbouw, vervangende nieuwbouw en renovatie moet hemelwater op de perceelsgrens gescheiden worden aangeboden. Bij zulke werken of bij werken aan de weg staat de gemeente 's-Hertogenbosch de aanleg van een regenwaterstelsel voor, in het kader van het verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan en het ontwerp-Waterstructuurplan. Geschikte oppervlakken die aan dit regenwaterstelsel grenzen kunnen hierop afkoppelen. Dit geldt sowieso voor alle oppervlakken die op minder dan 100 meter van een watergang liggen maar in veel gevallen is het mogelijk om over grotere afstanden af te koppelen. Op deze regenwaterstelsels moeten in de toekomst alle schone oppervlakken van gebouwen worden aangesloten.
-
Bergingsopgave. In het plangebied moeten nieuwbouw, vervangende nieuwbouw en renovatie met een verhardingstoename hydrologisch neutraal worden ontwikkeld. De bergingsopgave moet worden berekend met de zogenaamde HNO-tool van het Waterschap Aa en Maas. Bij vervangende nieuwbouw geldt dat het afkoppelen van deze oppervlakken van het gemengde stelsel een verlies aan berging in het rioolstelsel veroorzaakt. Dit verlies moet worden gecompenseerd binnen het plangebied, waarbij moet worden geanticipeerd op klimaatsverandering. Dit leidt tot een bergingsopgave van 15 mm voor nieuwe verharde terreinen. Manieren om deze opgave te realiseren zijn groene daken, greppels, vijvers, poelen, infiltratievoorzieningen en meer open water.
-
Grondwater. Voor de bescherming van grondwater is de provincie het bevoegd gezag. In het kader van het provinciaal Waterplan onderzoekt zij de mogelijkheden voor de bescherming van de industriƫle grondwaterwinning. Hierbij maakt ze onder andere een afweging ten aanzien van warmte- en koudeopslag (WKO) in een mogelijke beschermingszone. In het plangebied is geen beschermingszone voor de industriƫle grondwaterwinning vastgelegd.
-
Afvalwater. Bij nieuwbouw, vervangende nieuwbouw en renovatie kan afvalwater op de perceelsgrens worden aangeboden, op het gemeentelijk rioleringsstelsel.
-
Bouwmaterialen. Uit zorg voor een goede kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater mogen bij nieuwbouw, vervangende nieuwbouw en renovatie geen uitlogende bouwmaterialen in daken, gevels, verhardingen en regenwatervoorzieningen (goten en leidingen) worden toegepast.