Plan: | Citadellaan - Willem van Nassaulaan |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002129-1401 |
De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Op 4 maart 2010 is een verkennend veldonderzoek verricht in het kader van beide wetten. Het doel van dit onderzoek was inzicht in de gebiedskenmerken, het grondgebruik en de mogelijke natuurwaarden van het plangebied. Daarnaast zijn de mogelijke sporen van dieren, de aanwezige vegetatie en de ecologische samenhang met de omgeving onderzocht. Het verkennend veldonderzoek had tevens tot doel na te gaan of aanvullend veldonderzoek noodzakelijk is in de daarvoor geldende inventarisatieperioden.
Het grootste deel van de soorten dat voorkomt in het gebied, voornamelijk cultivars en ruigtekruiden, is zeer algemeen. Algemene soorten worden in de Flora- en faunawet slechts algemeen beschermd; bij ruimtelijke ontwikkelingen is er geen ontheffing van de Flora- en faunawet voor vereist. Evenmin zijn soorten aangetroffen die worden genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en die op grond daarvan strikt moeten worden beschermd.
Meerdere woningen in het bouwblok Citadellaan-Willem van Nassaulaan stonden leeg op het moment van het verkennend veldonderzoek. Al zijn geen kapotte ruiten of gaten in de woningen aangetroffen, de houten betimmering van de bovenste woonlaag en de open stootvoegen aan de kopse kanten van de woonblokken zijn wel geschikt voor vleermuizen. Hierom en gezien de ligging van de locatie aan de rand van de stad en aan een groene zone met water is de aanwezigheid van vleermuizen niet uit te sluiten. Er is dan ook, hoewel geen soorten zijn aangetroffen die worden genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn, voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen noodzakelijk. Het onderzoek moet zich in het bijzonder richten op soorten als Kleine dwergvleermuis en Meervleermuis.
Ook zijn geen vogelsoorten aangetroffen waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn of waarnaar nader onderzoek gewenst is. Soorten die wel zijn aangetroffen zijn onder meer Zilvermeeuw en Tortelduif. Voor werkzaamheden die broedende vogels kunnen verstoren wordt geen ontheffing verleend. Bouwwerkzaamheden moeten dan ook worden uitgevoerd als geen vogels in het gebied broeden. Daarom moet voor aanvang van werkzaamheden in het gebied worden gecontroleerd of nesten aanwezig zijn. De kans op broedende vogels is het kleinst van maart tot en met augustus.