direct naar inhoud van Artikel 20 Woongebied
Plan: Kom Engelen - Haverleij
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002119-1401

Artikel 20 Woongebied

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van woningen die door hun carré- of ringsgewijze clustering en door hun gezamenlijke vormgeving de associatie oproepen van kastelen binnen het landgoed Haverleij, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • b. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen, zoals verkeers- en groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen
  • a. Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd, waarbij geldt dat ruimte dient te worden gereserveerd voor minimaal 1,5 parkeerplaats per woning, waarvan 1 op eigen terrein en dat geen parkeerplaatsen zijn toegestaan buiten de buitenste bebouwingslijn;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kasteel groot' zijn minimaal 70 en maximaal 90 woningen toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kasteel klein' zijn minimaal 50 en maximaal 70 woningen toegestaan;
  • d. de maximale oppervlakte van het kasteel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kasteel groot' bedraagt 15.625 m²;
  • e. de maximale oppervlakte van het kasteel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kasteel klein' bedraagt 10.000 m²;
  • f. het bebouwingspercentage per bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan 70%;
  • g. aan de buitenzijde van de kastelen is geen bebouwing toegestaan.
20.2.2 Hoofdgebouwen

Binnen deze bestemming mogen hoofdgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de entree van de woningen dient te zijn georiënteerd op het binnenterrein of het binnenhof van het woongebied;
  • b. de gebouwen bestaan uit drie of vier bouwlagen, met uitzondering van enkele hoogte-accenten waar maximaal zes bouwlagen zijn toegestaan;
  • c. de minimale bouwhoogte bedraagt 8 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte bedraagt 13 meter, behoudens bij de hoogte-accenten, waarvan de maximale bouwhoogte 19 meter bedraagt;
  • e. de maximale aaneengesloten bouwdiepte bedraagt 18 meter.
20.2.3 Bijgebouwen

Er zijn geen bijgebouwen toegestaan.

20.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Er zijn geen individuele erfafscheidingen toegestaan.

20.2.5 Overige bebouwing

Op de binnenhoven van de kastelen is geen bebouwing toegestaan.

20.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen en de plaatsing van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden en bezonning van de aangrenzende gronden.
20.4 Afwijken van de bouwregels
20.4.1 Parkeren

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.1 van de eis dat minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein dient te worden gerealiseerd, mits binnen 50 meter afstand van iedere woning is voorzien in voldoende compenserende parkeergelegenheid.

20.4.2 Bijgebouwen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.3 voor het bouwen van bijgebouwen ter vergroting van het woongenot, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwwerken dienen te passen binnen de vormgeving van het kasteel;
  • b. het woongenot van aanwonenden mag niet onevenredig worden aangetast;
  • c. het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer bedragen dan 70%;
  • d. de maximale goothoogte van de bijgebouwen bedraagt 3 meter.
20.4.3 Erfafscheidingen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.4 voor gemeenschappelijke erfafscheidingen indien deze onderdeel zijn van het totaalontwerp en recht doen aan de beoogde beeldvorming van een kasteel als geheel.

20.4.4 Woningen op binnenterreinen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.5 voor de bouw van enkele woningen op binnenterreinen van kastelen, mits er sprake is van een bouwplan met een duidelijke stedenbouwkundige en architectonische meerwaarde. De maximale totale oppervlakte van deze woningen bedraagt 500 m² ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - kasteel groot' en 250 m² ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - kasteel klein'.

20.4.5 Voorzieningen van algemeen nut

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.5 voor gebouwde voorzieningen ten behoeve van het algemeen nut, mits de bouwwerken passen binnen de vormgeving van het kasteel.

20.4.6 Overige bouwwerken ter vergroting woongenot

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.5 voor bouwwerken ten behoeve van de vergroting van het woongenot, waaronder gebouwde voorzieningen voor het spelen en voor het stallen van fietsen en auto's, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer bedragen dan 70%;
  • b. de maximale goothoogte van de bouwwerken bedraagt 4 meter.
20.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
  • b. Gebruik van ruimten binnen de woning en in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. maximaal 40% van de oppervlakte van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen, mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
    • 2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    • 3. inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer, die vergunningsplichtig zijn volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zijn niet toegestaan;
    • 4. er mag geen detailhandel plaatsvinden.
  • c. Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van ruimten binnen de woning en bijgebouwen voor publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten.
  • d. Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gehandhaafd.
20.6 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 20.5 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en bijgebouwen voor een publieksaantrekkende beroeps- en bedrijfsactiviteit aan huis voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. maximaal 40% van de oppervlakte van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen, mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
    • 2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    • 3. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
    • 4. de activiteit dient qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving;
    • 5. inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer, die vergunningsplichtig zijn volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zijn niet toegestaan;
    • 6. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit.
  • b. Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in 20.5, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.