direct naar inhoud van 6.3 Bodem
Plan: Molenhoek-Sparrenburg-A59
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002115-1401

6.3 Bodem

Aangezien in het plangebied geen ontwikkelingen en functiewijzigingen plaatsvinden, hoeft geen onderzoek naar bodemverontreiniging verricht te worden. In deze paragraaf is beschreven wat de algemene bodemkwaliteit binnen het gebied is. Daarnaast is aangegeven op welke locaties (mogelijk) een verontreiniging aanwezig is.

In het plangebied bevinden zich 2 bodembeheerzones:

  • a. wonen 1920-1975
  • b. wonen 1975-1995

Voor de bodemkwaliteitzone wonen 1975-1995 is het mogelijk vrijstelling voor bodemonderzoek te verkrijgen. Bij het indienen van een aanvraag om bouwvergunning dient de aanvrager de resultaten van een historisch onderzoek in te dienen. Op basis hiervan beoordeelt de gemeente of vrijstelling van het bodemonderzoek verleend kan worden.

6.3.1 Bekende verontreinigingen

Ter plaatse van de Heer en Beekstraat 9 was in het verleden een galvanisch bedrijf gevestigd. Het ondiepe grondwater is licht verontreinigd met vluchtige aromatische koolwaterstoffen (VOCl) en zware metalen. In het diepere grondwater van -5 tot -20 meter is er sprake van een matige tot sterke verontreiniging die nu gesaneerd wordt. Deze verontreinigingspluim bevindt zich voornamelijk buiten het plangebied (zie bijlage).

Ter plaatse van de Molenhoekpassage 3 is een chemische wasserij gevestigd. De grond en het grondwater zijn verontreinigd met VOCL. Momenteel loopt nader onderzoek om deze verontreiniging af te perken.

Aan de Molenstraat 12 was een voormalige chemische wasserij gevestigd. Deze locatie is verdacht van bodemverontreiniging. Er is nog geen bodemonderzoek uitgevoerd.

Op de grens van het plangebied, buiten het plangebied aan de Oudebaan (zie bijlage) bevindt zich een voormalige stortplaats. Het ondiepe grondwater nabij de stortplaats is licht verontreinigd met chroom, zink en benzeen. Het diepe grondwater nabij de stortplaats is licht verontreinigd met arseen, chroom, nikkel, lood, zink en benzeen. Gezien de aard van de aangetoonde verontreinigingen is er ten aanzien van de grondwaterkwaliteit mogelijk een relatie met de stort. De licht verhoogde gehaltes aan zware metalen kunnen ook samenhangen met natuurlijk verhoogde achtergrondwaarden. Er zijn geen verspreidingsrisico's, omdat er geen sprake is van een sterke grondwaterverontreiniging.