direct naar inhoud van Artikel 6 Cultuur en ontspanning
Plan: Molenhoek-Sparrenburg-A59
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002115-1401

Artikel 6 Cultuur en ontspanning

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. speeltuin;
  • b. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen, zoals verblijfsvoorzieningen, straatmeubilair, nutsvoorzieningen, bijbehorende verhardingen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, en dergelijke.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen, geen speeltoestellen/speelvoorzieningen zijnde

Binnen deze bestemming mogen gebouwen, geen speeltoestellen/speelvoorzieningen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. bouwvlakken mogen voor 100% worden bebouwd, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding;
  • c. de bouwhoogte zoals aangeduid op de verbeelding, mag niet worden overschreden.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en speeltoestellen/speelvoorzieningen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen en speeltoestellen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen en/of speeltoestellen/speelvoorzieningen zijnde, mag, met uitzondering van het bepaalde in lid 6.2.2 onder b, ten hoogste 3 meter bedragen;
  • b. terrein- en erfafscheidingen mogen van af de voet gemeten maximaal 2 meter hoog zijn.
6.2.3 Speeltoestellen/speelvoorzieningen

Binnen deze bestemming mogen speeltoestellen/speelvoorzieningen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van speeltoestellen/speelvoorzieningen buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 8 meter;
  • b. de bouwhoogte van speeltoestellen/speelvoorzieningen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden en privacy van de aangrenzende gronden.
6.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 6.4, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.