direct naar inhoud van Artikel 11 Horeca
Plan: Molenhoek-Sparrenburg-A59
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002115-1401

Artikel 11 Horeca

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van horecabedrijven in categorie 2 van de bij deze regels als bijlage behorende Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1' tevens voor het uitoefenen van horecabedrijven in categorie 1 van de bij deze regels als bijlage behorende Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3' tevens voor het uitoefenen van horecabedrijven in categorie 3 van de bij deze regels als bijlage behorende Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is maximaal één bovenwoning toegestaan;
  • e. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.

11.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. bouwvlakken mogen voor 100% worden bebouwd, tenzij anders aangegeven op de verbeelding;
  • c. de bouwhoogte zoals aangeduid op de verbeelding, mag niet worden overschreden;
  • d. de goothoogte zoals aangeduid op de verbeelding, mag niet worden overschreden.
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a mogen gebouwen van ondergeschikte aard, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 150 m2 per bouwperceel, mits het achtererfgebied niet meer dan 50% wordt bebouwd; de goothoogte van deze gebouwen mag niet meer dan 3 meter en de bouwhoogte van deze gebouwen mag niet meer dan 4,5 meter bedragen.
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, met uitzondering van het bepaalde in 11.2.3 onder b, ten hoogste 3 meter bedragen;
  • b. terrein- en erfafscheidingen mogen van af de voet gemeten maximaal 2 meter hoog zijn.
11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.4 Afwijken van de bouwregels
11.4.1 Afwijken met betrekking tot de parkeervoorzieningen

Het bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 11.2.1, mits:

  • a. de noodzakelijke parkeervoorzieningen op eigen terrein in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd en op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien; en
  • b. de situering van de parkeerplaatsen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.
11.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gehandhaafd.
11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde onder 11.5 sub a indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.