Plan: | 't Ven Hondsberg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002102-1401 |
Verslag inspraakavond voorontwerpbestemmingsplan "'t Ven Hondsberg"
Datum: Woensdag 14 april 2010
Locatie: Villa Fleurie te Rosmalen
Aanvang: 19.30 uur
Aanwezig: Wethouder Geert Snijders, Jan Blonk (jurist afdeling SO/ROS), Esther Cammaert (stedenbouwkundige afdeling SO/ROS), Dennis Santbergen (assistent stedenbouwkundige afdeling SO/ROS) Natalie Simons (Starjob, notuliste) en ± 50 belangstellenden
Opening:
Wethouder Snijders opent de inspraakavond en heet alle aanwezigen van harte welkom. Hij stelt de aanwezigen namens de gemeente 's-Hertogenbosch voor.
Ter inleiding van de avond vertelt wethouder Snijders waarom er een nieuw bestemmingsplan gemaakt wordt.
Eén van de taken van de gemeente is om de bestemmingsplannen actueel te maken en te houden. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening verplicht alle gemeenten om voor 1 juli 2013 actuele bestemmingsplannen voor alle gronden binnen de gemeente te hebben en deze up to date te houden. Indien bestemmingsplannen na deze datum ouder zijn dan 10 jaar, mag een gemeente hierover geen leges meer heffen. In het kader van de actualisering van bestaande bestemmingsplannen zijn nu de wijken 't Ven en Hondsberg aan de beurt.
Het onderhavige voorontwerpbestemmingsplan is een beheerplan. Hierin is vastgelegd wat reeds aanwezig is en hoe de ruimte wordt gebruikt. Op zeer beperkte schaal wordt het ontwikkelen van nieuwe woningen mogelijk gemaakt, zoals de woningen aan de Raadhuisstraat.
Tijdens deze inspraak avond zal er uitleg worden gegeven over de stappen die genomen zullen worden om te komen tot een definitief bestemmingsplan. Ook zullen de mogelijkheden tot inspraak worden toegelicht.
Na deze inleiding geeft de wethouder het woord aan Jan Blonk, jurist van de gemeente 's-Hertogenbosch.
Presentatie:
Aan de hand van een Powerpoint presentatie legt de heer Blonk uit wat een bestemmingsplan is en wat de bestemmingsplanprocedure inhoudt. In de presentatie wordt onder meer ingegaan op:
Ter afronding van de presentatie verzoekt de heer Blonk alle aanwezigen uitdrukkelijk om de situatie, zoals aangegeven in het bestemmingsplan, goed te controleren. Fouten in bestemmingsplannen zijn achteraf namelijk zeer moeilijk te corrigeren.
Inspraak:
Wethouder Snijders neemt de microfoon en start de vragen/inspraak ronde, met het verzoek aan eenieder om, voor het stellen van een vraag, duidelijk zijn/haar naam te vermelden.
Vragen/inspraakreacties
-: vragen/inspraakreactie
*: antwoord/toelichting gemeente
-: Mevrouw Klerks vraagt of bij kavelsplitsing altijd 15 meter vrije ruimte tussen een woning en een perceelsgrens moet worden aangehouden.
*: Mevrouw Cammaert legt uit dat splitsing zeer grote percelen betreft waarop een vrijstaande woning staat. Bij splitsing en extra bebouwing zal minimaal 6 meter afstand tussen een nieuw te bouwen woning en de bestaande woning aangehouden moeten worden en aan de andere zijde van de nieuw woning dient in ieder geval 3 meter uit de perceelsgrens te worden gebleven. Het nieuwe perceel dient minimaal 15 meter breed te zijn.
-: Mevrouw Klerks vraagt wat de welstandseisen zijn indien er bijgebouwd wordt. Moet het dak bijvoorbeeld identiek zijn aan dat van de reeds bestaande woning?
*: Mevrouw Cammaert antwoordt dat dat niet nodig is. Echter, de architect moet wel rekening houden met de welstandsnota. Een nieuw te bouwen woning moet wel passen in de bebouwingskarakteristiek van de reeds bestaande woning(en). Een nieuwbouwwoning hoeft echter niet identiek te zijn aan de bestaande bouw. Bij locatie Dollevoet is wel bewust gekozen voor één type architectuur.
*:De wethouder benadrukt dat op Bruggen 13 en 13A heel goed is gekeken waar kavelsplitsing mogelijk is.
-: De heer Neppelenbroek vraagt welke procedure gevolgd wordt als er een wijzigingsplan wordt opgesteld voor een kavelsplitsing.
*:De heer Blonk licht toe dat deze procedure hetzelfde is als bij een bestemmingsplan. Er wordt een voorontwerp en vervolgens een ontwerpplan ter inzage gelegd. Indien er geen zwaarwegende bezwaren worden ingebracht zal het daarna worden vastgesteld door het college van Burgermeester & wethouders.
-:De heer Van Wanrooij vraagt wat de procedure is om de bestaande woning aan de Schoolstraat 33 te vervangen een nieuwbouwwoning.
*: De heer Blonk antwoordt dat dat op een later tijdstip bekeken zal moeten worden. Dat is namelijk o.a. afhankelijk van het bouwvlak. De wethouder stelt voor deze vraag, op een later tijdstip, individueel te behandelen.
De heer Van Wanrooij heeft na de inspraakavond een schriftelijke zienswijze ingediend. Kortheidshalve wortdt naar deze zienswijze verwezen (zie paragraaf 10.1.2 onder punt 3 van de toelichting).
-: Mevrouw Der Kinderen merkt op dat de geplande nieuwbouwwoningen bij locatie Dollevoet te hoog zijn, waardoor er zonverlies geleden wordt in de omringende tuinen en vraagt zich af waarom er gekozen is voor een lessenaardak?
*: Mevrouw Cammaert gaat hierop in: In de huidige situatie staat er een bedrijfspand. Het huidige pand heeft forse schaduwwerking, doordat deze dichter op de erfgrens is gebouwd. De nieuwe woningen worden op minimaal 4 meter van de perceelsgrens gebouwd, bewust met lage kant naar bestaande woningen toe, om eventuele overlast zoveel mogelijk te beperken.
-: Mevrouw Der Kinderen geeft aan dat er nu een mogelijkheid bestaat tot het plaatsen van een dakkapel, wat meer inbreuk op de privacy zou geven. Waarom is er niet gekozen voor een platdak?
*: Mevrouw Cammaert geeft aan dat hier al eerder inspraakavonden voor gehouden zijn. N.a.v. deze avonden heeft de ontwikkelaar geheel nieuwe plannen opgesteld, met uiteindelijk minder woningen (5 stuks, geen appartementen en een andere verkaveling). Indien de woningen worden voorzien van een plat dak wordt de inhoud van de woningen te klein.
De bezonningsdiagrammen zijn als bijlage bij de toelichting gevoegd.
-: Vanuit de zaal wordt aangegeven dat de gemeente eerder uitdrukkelijk heeft toegezegd rekening te houden met de hoogte van de bestaande bebouwing.
*: Mevrouw Cammaert antwoordt dat de hoogte van de daken niet is gewijzigd in het nieuwe plan.
-: Samenvattend: een dak van 10 meter wordt te hoog bevonden, vanwege gevreesde inbreuk op de privacy van de achterliggende percelen.
*: Er zou in het verleden toegezegd zijn dat de bouwhoogte niet meer dan 10 meter zou bedragen. Indien de bouwhoogte echter minder dan 10 meter bedraagt, wordt de inhoud van de woningen te klein, waardoor bewoners eerder geneigd zullen zijn dakkapellen te plaatsen.
-: Vanuit de zaal wordt aangegeven dat in eerste instantie uitgegaan zou worden van de bouw van een aantal patiobungalows, nu staan er echter woningen met drie woonlagen. Dit is ook al naar voren gekomen tijdens de bijeenkomst van 7 april jl.
*: De wethouder geeft aan dat de reacties vanuit het publiek nogmaals zullen worden meegenomen als inspraakreactie voor het bestemmingsplan.
*: Mevrouw Cammaert licht toe waarom er is gekozen voor een lessenaardak in plaats van een zadeldak. Indien men had gekozen voor het zadeldak, zou de woning verbreed dienen te worden (de nieuw te bouwen woningen zijn ongeveer 6 meter diep).. Het gevolg van het verbreden van de woning is dat er dan dichter naar de erfgrens gebouwd zal moeten worden, wat ten koste gaat van de privacy van de omwonenden.
Op 7 april 2010 heeft een informatiebijeenkomst plaatsgevonden voor de omwonenden van het perceel aan de Raadhuisstraat 38/38A/38B. Op deze avond zijn de omwonenden door wethouder Snijders geïnformeerd over de nieuwe bouwplannen.
-: Vanuit de zaal komt de vraag wat binnen het huidige bestemmingsplan de mogelijkheden zijn m.b.t. bebouwing op de kavels buiten de bouwvlakken en de hieraan gekoppelde maximale afmetingen en wat hierin zal veranderen in het nieuwe bestemmingsplan.
*: De heer Blonk geeft aan dat e.e.a. zal wel veranderen, wat mede afhankelijk is van de vigerende bestemmingsplannen. Aangezien er voor het huidige plangebied 25 bestemmingsplannen vigeren, zal er voor het ene perceel meer veranderen dan voor het andere perceel. Voor de bebouwing van het erf geldt (voor het grootste deel van het plangebied) de erfbebouwingsregeling zoals uitgelegd in de presentatie. De belangrijkste elementen van de erfbebouwingsregeling zijn: maximaal 75 m² aan erfbebouwing, de goothoogte is maximaal 3 meter en de nokhoogte is maximaal 4,5 meter.
-: Er wordt gevraagd wat men bedoelt met het realiseren van voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein.
*: De heer Blonk legt uit dat dit geldt voor nieuwbouwsituaties. In bestaande situaties kan men niet verplicht worden hiervoor zorg te dragen.
-: Er wordt gevraagd wat de status is van de verplaatsing van het bouwblok op het perceel aan de Pastoor Hordijkstraat 49. Hierover is nog niet gesproken in de presentatie.
*: De heer Blonk licht toe dat hier niet op ingegaan is, omdat het geen nieuwe situatie betreft. In het oude bestemmingsplan heeft dit kavel een apart bouwvlak waarbij de bestaande woning is wegbestemd. In het nieuwe plan is er voor gekozen om de bestaande woning niet weg te bestemmen, bestaande rechten worden immers zoveel mogelijk gerespecteerd, waardoor het bouwvlak is verplaatst en om de bestaande woning is gelegd.
-: Er wordt om een toelichting op het Tracébesluit gevraagd, wat houdt dit in?
*: De heer Blonk legt uit dat voor de spoorlijn een nieuw tracé besluit zal worden genomen. Hiervoor wordt in het bestemmingsplan aansluiting gezocht bij dat Tracébesluit.
-: Vanuit de zaal wordt opgemerkt dat de gemeente aangeeft dat nieuwe woonbestemmingen zoveel mogelijk moeten aansluiten bij de bestaande woningen. Dit plan past niet in de omgeving.
*: Mevrouw Cammaert : Er is een verschil tussen een bestemmingsplan, dat zich bezig houdt met de inrichting van de ruimte en een welstandsnota, die aangeeft op welke criteria een welstandscommissie toetst. De criteria inbreidingsgebied worden bepaald vanuit de welstandsnota.
-: De heer Neppelenbroek merkt op dat Bruggen 13a en 13b ondiepe percelen zijn, met name de achtertuinen zijn erg ondiep. In het verleden is compensatie verleend voor een zijtuin. Die compensatie wordt nu bestempeld als mogelijk bouwkavel. Vervalt hiermee de compensatie?
*: Mevrouw Cammaert geeft toe dat de compensatie dan inderdaad zou vervallen voor de tuin van Bruggen 13a. Dit is echter door de eigenaar zelf aangevraagd.
-: De heer Neppelenbroek geeft aan dat bij splitsing bestaande percelen minimaal 30 meter moeten zijn. Moeten de nieuwe percelen dan minimaal 15 meter zijn? Dit geldt dan niet voor Bruggen 13a, dat smaller is.
*:Mevrouw Cammaert licht toe dat het Bruggen 13a/13b een bestaande tweekapper betreft. De regel waarover de heer Neppelenbroek spreekt, geldt voor vrijstaande woningen. Er blijft voldoende ruimte over tussen Bruggen 13a en de nieuw te bouwen woning.
-: De heer Neppelenbroek merkt op dat in de huidige situatie woningen Bruggen 13a en b er weinig of geen voorzieningen voor voetgangers zijn. Levert dit bij de bouw van een extra woning niet extra gevaar op voor voetgangers?
*: Mevrouw Cammaert legt uit dat bij perceel 13 nog een stuk verkeersbestemming (trottoir) ligt. Bij het nieuwe kavel is dit niet het geval, omdat het geen openbare ruimte betreft.
-: De heer Neppelenbroek vraagt hierop of de veiligheid van de burgers boven het recht van particulieren kan worden gesteld? Gaat verkeersveiligheid niet voor alles?
*: De heer Blonk legt uit dat er in principe niets verandert aan de verkeerssituatie, aangezien een nieuwe woonbestemming is opgenomen in een bestaande situatie.
-: De heer Van Luxemburg stelt dat met het nieuwe bestemmingsplan er geen mogelijkheden meer zijn om een vergunning te verkrijgen voor gebouw met een andere bestemming dan de huidige op zijn locatie, Sauna De Thermen.
*: De heer Blonk antwoordt hierop dat in het recente verleden een speciaal bestemmingsplan voor de sauna is opgesteld. Indien men het hier niet mee eens was, had men toen moeten ageren.
*: De wethouder vult hierop aan dat indien de sauna zijn bestemming wil wijzigen, dit bij de gemeente aangevraagd zal moeten worden. De wethouder adviseert om een zienswijze in te dienen m.b.t. bestemming van het perceel.
-: De heer Overmeijer geeft aan dat naar zijn mening een tegenstrijdigheid zit tussen de regelgeving en de werkelijke afstanden m.b.t. de bebouwing op Bruggen 13 en 13a/b.
*: Mevrouw Cammaert geeft aan dat in de nieuwe bestemming de bebouwing minimaal 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrens blijft. Tussen de woning Bruggen 13a en de nieuw te bouwen woning zit 6 meter. De breedte van de nieuwe kavel blijft 15 meter. In het bestemmingsplan is de hoofdbouwmassa 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrenzen gesitueerd.
-: Er wordt gevraagd of de regel dat bijgebouwen minimaal drie meter uit de openbare weg moeten worden gebouwd een nieuwe regeling is en of dit ook geldt voor hoekwoningen.
*: De heer Blonk antwoordt dat dit een reeds bestaande regeling is.
-: De heer Hoest vraagt of de regeling, dat pas gebouwd mag worden vanaf 3 meter uit de grensafscheiding, voor het gehele bestemmingsplan geldt.
*: De heer Blonk geeft aan dat deze regeling onder andere van toepassing is op de hoofdbouwmassa van nieuw te bouwen woningen. Bij bestaande woningen wordt de regel dat de hoofdbouwmassa drie meter uit de zijdelingse perceelsgrens moet worden gebouwd ook zoveel mogelijk toegepast, tenzij de woningen dichter naar de erfgrens toe zijn gesitueerd.
Afsluiting:
De wethouder sluit de bijeenkomst met de mededeling dat het bestemmingsplan ter inzage ligt op het gemeentehuis. Het is ook in te zien op de website van de gemeente. Indien men nog zienswijzen in wil dienen m.b.t. het bestemmingsplan, is dit mogelijk tot 24 mei a.s.
De wethouder en medewerkers van de afdeling SO waren nog geruime tijd aanwezig om vragen van bewoners te beantwoorden.