Plan: | Bedrijventerrein De Rietvelden, De Vutter, Het Ertveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002071-1402 |
Hoofdstuk 1: Inleidende regels
Artikel 1: Begrippen:
In artikel 1 is een aantal begrippen nader uitgelegd. Door het opnemen van definities wordt inzicht gegeven in de betekenis van de gebruikte termen. Het doel is het scheppen van duidelijkheid en eenduidigheid. De begrippen zijn in alfabetische volgorde opgenomen.
Artikel 2: Wijze van meten:
In artikel 2 wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden bij het beoordelen of de maatvoering in overeenstemming is met de voorschriften. Ook hier is het doel het weg te nemen van onduidelijkheden. De termen zijn in alfabetische volgorde opgenomen.
Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels
Artikel 3: Bedrijventerrein:
In artikel 3 worden de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' bestemd voor bedrijvigheid en groothandel in de op de verbeelding als toelaatbaar aangegeven milieucategorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten, zoals vastgelegd als bijlage 2 van de regels behorend bij het bestemmingsplan. Productiegebonden detailhandel is uitsluitend toegestaan als onderdeel van de toegelaten bedrijvigheid. Voorts is detailhandel in auto's, boten, caravans, motoren, banden, (landbouw)werktuigen en machines toegelaten.
Nieuwe bedrijvigheid en groothandel in de milieucategorieën 1 en 2 wordt ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 5' niet meer rechtstreeks toegelaten, maar blijft mogelijk met een binnenplanse afwijking mits het belang van de afwijking zwaarder weegt dan het belang van het beschikbaar houden van de betrokken gronden voor uitsluitend zwaardere bedrijvigheid (bijvoorbeeld bij percelen die eerder verkaveld zijn in kleine eenheden). Verdere splitsing van grote kavels op het "zware" gedeelte van het bedrijventerrein wordt echter niet voorgestaan.
In de randzone naar het buitengebied van het deelgebied De Vutter zijn bedrijfswoningen mogelijk, alsmede beroeps- en bedrijfsactiviteiten aan huis. Andere bestaande bedrijfswoningen en specifieke (aanvullende) gebruiksmogelijkheden zijn middels aanduidingen op de verbeelding positief bestemd.
Verkeers-, groen-, en nutsvoorzieningen zijn over het gehele bedrijventerrein - al dan niet met bouwbeperkingen - toegelaten. Noodzakelijke parkeer- en stallingsvoorzieningen voor de bedrijven moeten in beginsel op eigen terrein worden gerealiseerd. Bij de beoordeling wordt uitgegaan van de gemeentelijke normstelling (zoals thans vervat in de Nota Parkeernormen).
Vestiging van nieuwe geluidzoneringsplichtige bedrijven is op basis van de Staat van bedrijfsactiviteiten uitgesloten in de lichtere segmenten van het bedrijventerrein (milieucategorie t/m 3.2) en is ook niet mogelijk op de gebieden die geen onderdeel uitmaken van het gezoneerde deel van het bedrijventerrein. Ook bij de verdeling van de voor het gezoneerde bedrijventerrein beschikbare geluidsruimte wordt aangesloten op de bestaande milieuzonering en de wordt deze ruimte primair aangewend voor het zware gedeelte van het bedrijventerrein (waar bedrijvigheid in de milieucategorie 5.1 toelaatbaar is).
Nieuwe Bevi-bedrijven zijn rechtsteeks vergunbaar op het (middel)zware milieusegment van het bedrijventerrein als de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 en het invloedsgebied van de inrichting beide op eigen perceel liggen en er geen (beperkt) kwetsbare objecten van derden op het perceel aanwezig zijn. Met afwijkingsbepalingen is ruimte gemaakt voor maatwerk in de toelating van vestiging of wijziging van bedrijfsvoering welke niet rechtstreeks vergunbaar is. Binnen de randvoorwaarden van de landelijke wetgeving wordt daarbij aangestuurd op clustering van de bedrijvigheid met veiligheidsrisico's op het (middel)zware binnengebied van de Rietvelden. De bestaande Bevi-inrichtingen op het bedrijventerrein worden volledig gerespecteerd in de hun vergunde bedrijfsvoering en in de planregels beschermd tegen vestiging van (beperkt) kwetsbare objecten van derden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 contour van de vergunde bedrijfsvoering.
Het bestaande beleid ter bescherming van het productieklimaat op het bedrijventerrein voor bedrijven in de food-sector wordt voortgezet en iets aangescherpt. Bedrijfsactiviteiten die een verhoogde kans geven op bodem- en luchtverontreiniging worden ook in de toekomst niet toegestaan. Deze activiteiten zijn benoemd in bijlage 3 van de planregels; de Staat van niet toegestane bedrijfactiviteiten. De zittende bedrijven welke een verhoogde kans geven op bodem- en luchtverontreiniging zijn positief bestemd.
Rechtstreekse toelating van inrichtingen als genoemd in bijlage C en D van het Besluit mer 1994, welke m.e.r.-(beoordelings)plichtig zijn, is voor het gehele bedrijventerrein uitgesloten.
Het bebouwingspercentage is primair gesteld op 70 procent van de omvang van de bouwpercelen (inclusief de gronden buiten het bouwvlak). Gebouwen dienen in beginsel binnen de aangegeven bouwvlakken te worden gebouwd. De toegelaten bouwhoogten voor de bouwvlakken zijn vastgelegd op de verbeelding en zijn sterk gerelateerd aan de ligging van de bouwpercelen ten opzichte van de omgeving. De planregels kennen diverse afwijkingsmogelijkheden die ruimte bieden voor maatwerkoplossingen. Legale bestaande bebouwing wordt in de planregels gerespecteerd.
Artikel 4: Gemengd:
De gronden met de bestemming Gemengd van het Brabanthallencomplex zijn bestemd voor markten, beurzen en evenementen met bijbehorende bedrijfsmatige exploitatie van zaalaccomodatie en horeca, alsmede congres- en vergaderaccommodatie met bijbehorende horecavoorzieningen.
Met het verhogen van het bebouwingspercentage van de gronden naar 50 is een verdere gebruiksintensivering van het terrein mogelijk gemaakt. Wel dient daarbij voldoende ruimte gevonden te worden voor de benodigde parkeervoorzieningen. Het huidige parkeerterrein is binnen het bouwvlak van de bestemming Gemengd opgenomen.
Artikel 5: Groen:
De gronden met de bestemming Groen zijn primair bestemd voor groenvoorzieningen. Ter plaatse van de aanduiding 'ecologische waarde' worden de gronden met het oog op behoud, herstel of ontwikkeling van ecologische waarden aanvullend beschermd tegen bodemingrepen en verharding.
Binnen de bestemming groen is ook ruimte gemaakt voor water en waterhuishoudkundige voorzieningen, speel- en verblijfsvoorzieningen, nutsvoorzieningen, alsmede (ondergeschikte) verkeers- en parkeervoorzieningen. De bestemming Groen kent daarmee een duidelijke overlap met de bestemmingen 'Verkeer' en 'Water'.
Artikel 6: Recreatie:
De gronden met de bestemming Recreatie zijn bestemd voor een jachthaven met bedrijfswoning, speel- en recreatievoorzieningen, en de bijbehorende parkeer- en verkeersverkeersvoorzieningen en nutsvoorzieningen. Voor de grotere bouwwerken zijn twee bouwvlakken aangewezen.
Artikel 7: Verkeer:
Deze gronden zijn primair bestemd voor voorzieningen van verkeer en verblijf. De ruimte voor spoorverkeer is met een aanduiding gespecificeerd. Binnen de bestemming is ook ruimte voor groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede nutsvoorzieningen.
Artikel 8: Water:
De voor water aangewezen gronden zijn bestemd voor water en waterhuishoudkundige voorzieningen, beroepsvaart en recreatievaart. In de planregels worden de bijzondere functies van de woonschepenligplaats en de jachthaven gekoppeld aan de daarop betrekking hebbende aanduidingen op de planverbeelding. Voorts worden de ligplaats voor de beroepsvaart en de laad- en losplaatsen voor de bedrijven benoemd. De bestemming richt zich tevens op behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden in en aan het water, en laat ruimte voor groenvoorzieningen, oeverbeschoeiingen, taluds en bermen. Voorts wordt binnen de bestemming ruimte geboden voor nutsvoorzieningen en ondergeschikte verkeers- en verblijfsvoorzieningen.
De planregels kennen een afwijkingsmogelijkheid voor het het toelaten van nieuwe laad- en losplaatsen ten behoeve van het bedrijventerrein.
Artikel 9: Wonen:
De voor wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen in de vorm van vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten, en de bij de woonfunctie behorende tuinen, erven, parkeerruimte e.d. De bouwregels voorzien in hoofdbebouwing in maximaal 2 lagen met een kap.
Artikel 10: Leiding - Gas:
De dubbelbestemming 'leiding gas' heeft betrekking op de belemmeringenstrook van 4 meter aan weerszijden van de binnen het plangebied gelegen gastransportleiding c.a.. In de eerste plaats zijn uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de leiding zelf toegestaan. Voorts is een verbodsbepaling opgenomen ten aanzien van het zonder omgevingsvergunning uitvoeren van werken of werkzaamheden die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de energievoorziening in gevaar kunnen brengen.
Hoofdstuk 3: Algemene regels
Artikel 11: Anti-dubbeltelregel:
Met de anti-dubbeltelbepaling wordt geregeld dat grond die reeds eerder bij een verleende bouwvergunning of een mededeling op een meldingsplichtig bouwwerk is meegenomen niet nog eens bij de verlening van een nieuwe bouwvergunning of het doen van een mededeling mag worden meegenomen.
Artikel 12: Algemene bouwregels:
In de algemene bouwregels is bepaald hoe met de daar specifiek genoemde gevallen wordt omgegaan met bestaande legale situaties, die krachtens de Woningwet / Wabo tot stand zijn gekomen en waarin wordt afgeweken van de in de bouwregels in hoofdstuk 2 voorgeschreven minimale dan wel maximale maatvoeringseisen.
Artikel 13: Algemene aanduidingsregels:
In dit artikel worden regels gesteld die van toepassing zijn bij de aanduidingen op de verbeelding die betrekking hebben op meerdere bestemmingen.
Aan de aanduiding 'archeologische waarden' wordt daarbij - ter bescherming van archeologische waarden in de bodem - een verbod verbonden om zonder omgevingsvergunning werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren op een diepte van meer dan 2 meter beneden peil en met een oppervlakte groter dan 50 m2.
De aanduiding 'leiding hoogspanningsverbinding' kent ter bescherming van het bovengronde hoogspanningsnet een verbodsbepaling voor aktiviteiten als het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen, ophoging van het maaiveld, het aanbrengen van bovengrondse constructies en het opslaan van materialen of stoffen die gevaar van brand of explosie kunnen opleveren.
De aanduiding 'geluidzone - industrie' verbiedt geluidzoneringsplichtige inrichtingen en voorkomt de nieuwbouw en het gebruik van geluidsgevoelige objecten als de geluidsbelasting vanwege het geluidsgezoneerde industrieterrein 'De Rietvelden - Het Ertveld' op een gevel van dit gebouw hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde danwel verkregen hogere grenswaarde.
De aanduiding 'veiligheidszone - bevi' voorziet in een verbodsbepaling voor derden om kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten te bouwen danwel bestaande bebouwing in gebruik te nemen als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object binnen de PR-contour van een bestaande Bevi-inrichting. Daarbij is wel voorzien in een afwijkingsbepaling welke om gewichtige redenen (gebruik van) beperkt kwetsbare objecten alsnog mogelijk kan maken binnen de PR-contour, en een bepaling die voorziet in afwijking als de aangegeven veiligheidszone niet langer meer valt binnen de plaatsgebonden risicocontour van een Bevi-inrichting.
Artikel 14: Algemene afwijkingsregels:
Met dit artikel wordt ruimte gegeven om in bepaalde mate af te wijken van de planregels. Daarbij gaat het onder meer om flexibiliteit in maatvoering en afstandsnormen, kleine afwijking ten opzichte van bestemmingsgrenzen en bouwvlakken, ruimere bouwhoogten voor bouwwerken geen gebouwen zijnde, en plaatselijke verhogingen van gebouwen.
Artikel 15: Algemene wijzigingsregels:
Deze bepaling maakt het mogelijk ingeval van duurzame beëindiging van het gebruik van een bedrijfswoning, de woonfunctie weg te bestemmen'.
Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels
Artikel 16: Overgangsrecht:
Dit artikel regelt het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik van gronden.
Artikel 17: Slotregel:
Deze bepaling bevat de citeertitel van de regels.