direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Bedrijventerrein De Rietvelden, De Vutter, Het Ertveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002071-1402

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Economisch beleid

's-Hertogenbosch heeft een sterke werkgelegenheidsfunctie voor de regio. Om deze positie ook in de toekomst te behouden is het noodzakelijk voldoende en kwalitatief goede werkgelegenheidslocaties beschikbaar te hebben, zowel nieuwe als bestaande. De locaties moeten passend blijven bij de ambities van de stad en de marktvraag. In de afgelopen jaren hebben zich de volgende ontwikkelingen in de regio 's-Hertogenbosch gemanifesteerd:

  • aanhoudende vraag naar bedrijventerrein vanuit de markt;
  • het groeiende inzicht dat ruimte schaars is en moet leiden tot meer aandacht voor de mogelijkheden van inbreiding, zorgvuldig ruimtegebruik en herstructurering;
  • een trend naar regionalisering van het bedrijventerreinenbeleid; omdat het voor afzonderlijke gemeenten steeds moeilijker wordt de totale vraag van het bedrijfsleven te bedienen, wordt voor de regio samengewerkt binnen het Waalboss-verband;
  • de bedrijvigheid zelf verandert: productie vindt steeds vaker elders plaats, er is voortgaande automatisering van productieprocessen en 'verkantorisering' van de bedrijvigheid. Mede door deze ontwikkelingen stellen bedrijven hogere eisen aan huisvesting en bedrijfsomgeving en verandert de ruimtevraag van karakter;
  • gewijzigde opvattingen over de inrichting en het beheer van bedrijventerreinen; nieuwe beleidsthema's als functiemenging, intensief ruimtegebruik, ruimtelijke kwaliteit en bedrijventerreinenmanagement zijn geïntroduceerd en locatie- en mobiliteitsbeleid wordt ook op lokaal terrein opgepakt;
  • een meer integrale benadering van (her)ontwikkeling van werkgebieden, waarbij rekening gehouden wordt met de ontwikkeling van de leefomgeving en de dynamiek in bedrijfstakken. Deze benadering bevordert een differentiatie van type werklandschappen en zorgt voor een grotere menging van werken met andere functies met kansen voor realisering van kwaliteit in een gebied;
  • regionale afspraken wat betreft de invulling van segmenten; op bedrijventerrein De Rietvelden wordt vooral gericht op de segmenten groothandel, logistieke diensten en industrie;
  • de aanpak om onderlinge hinder- en overlastaspecten met maatwerk op te lossen op het bestaande bedrijventerrein vanwege het ontbreken van mogelijkheden om hinderlijke bedrijven uit te plaatsen naar een (regionaal) bedrijventerrein buiten het stedelijk gebied.

De gemeente 's-Hertogenbosch heeft op basis van deze ontwikkelingen en het provinciale beleid in december 2004 haar bedrijventerreinen- en kantorenbeleid geactualiseerd. De gemeente heeft voor de opvang van de toekomstige behoefte voor de volgende meervoudige aanpak gekozen:

  • prioriteit geven aan het beter laten functioneren van de bestaande bedrijventerreinen;
  • de mogelijkheden van inbreiding in het stedelijk gebied maximaal benutten;
  • intensief ruimtegebruik en hoogwaardigheid als centrale uitgangspunten hanteren;
  • bestaande mogelijkheden voor de vestiging van zware bedrijven behouden en maatwerkgerichte oplossingen zoeken (handhaven/verplaatsen/uitkoop) voor die recyclingbedrijven die een bedreiging vormen voor de industriële waterwinning op bedrijventerrein De Rietvelden;
  • meer ruimte-extensieve bedrijven voor invulling van hun huisvestingsvraag verwijzen naar bedrijventerreinen in de regio.

De inzet blijft om in de stad een substantieel deel van de werkgelegenheid van de regio te huisvesten. Op dit moment heeft 's-Hertogenbosch als centrumstad een werkgelegenheidsaandeel van 46 procent in de regio Waalboss. Bijna een derde daarvan is gehuisvest op bedrijventerreinen. Nieuwe terreinen blijven nodig om schuifruimte te hebben bij de uitvoering van transformatie- en herstructureringsplannen en de groei en uitbreiding van de werkgelegenheid mogelijk te maken. Voor het bedrijventerrein Rietvelden/Vutter/Ertveld wordt gestreefd naar een werkgelegenheidsniveau van ca. 12.000 arbeidsplaatsen, wat een groei betekent van ca. 3.600 plaatsen ten opzichte van het werkgelegenheidsniveau van 2010.

Kantoren en bedrijvenbeleid 2010-2020

De gemeenteraad heeft 25 januari 2011 de nota Kantoren- en bedrijventerreinenbeleid 2010-2020 vastgesteld. Het beleid omvat een herijking en aanscherping van het eerder geformuleerde kantoren- en bedrijventerreinenbeleid. Ten aanzien van ontwikkeling van nieuwe kantorenlocaties en bedrijventerrein geldt een terughoudende opstelling met meer aandacht voor herontwikkeling van bestaand vastgoed. Op basis van inzichten in de kwalitatieve en kwantitatieve behoefte is een programma bedrijventerreinen en kantorenlocaties vastgesteld. Dit programma heeft geen betrekking op De Vutter, De Rietvelden en het Erveld.

Naast ontwikkeling van nieuwe terreinen is ook aandacht besteed aan herstructurering. In de beleidsnota worden zowel de Rietvelden als Het Ertveld genoemd. Voor De Rietvelden geldt dat dit de komende jaren het belangrijkste herstructureringsproject blijft. Het accent ligt daarbij op de aanpak van het middenterrein, de zogenaamde natte zone. Door herschikking van bedrijven wordt getracht ruimte te maken voor grote logistieke bedrijven dan wel productiebedrijven. Voor het Ertveld-Zuid geldt dat het terrein grondig moet worden aangepakt, mede vanwege de bijzondere potenties die ontstaan door de beoogde doortrekking van de Parallelweg naar de Zandzuigerstraat en de optimalisering van de ontsluiting van het gebied.

Ten aanzien van kantoren geldt als uitgangspunt dat het beleid om zelfstandige kantoren op bedrijventerreinen te weren gehandhaafd blijft. Voor de bestaande bebouwing op de hoek Rietveldenweg/Ruwekampweg (Kwadrant) en De Gruyterfabriek worden maatwerkoplossing aangereikt voor functieverbreding naar kantoorgebruik.

3.4.2 Ruimtelijk beleid

Visie op herstructurering van bedrijventerreinen binnen gemeente

In 's-Hertogenbosch is sprake van een omvangrijke verouderingsproblematiek van bedrijventerreinen. Meer dan de helft van de Bossche bedrijventerreinen vertoont verouderingsverschijnselen in technische en functionele zin. Het georganiseerde bedrijfsleven en de overheid hebben dit onderkend en hebben al in de negentiger jaren de handen ineengeslagen om knelpunten op de bedrijventerreinen op te lossen. Geleidelijk aan heeft de aanpak een meer integraal karakter gekregen.

Het belangrijkste herstructureringsproject is het project De Rietvelden-De Vutter (omvang 285 ha, ontwikkeld 1930 - 1970). Eind tachtiger jaren is gestart met een upgrading van het gebied. Rond 1996 is het traject van duurzame revitalisering ingezet. De Rietvelden werd een landelijk boegbeeldproject. Voor de herinrichting van de natte zone tot multimodaal logistiek centrum is StiREA-subsidie ontvangen. Het grondgebruik op De Rietvelden is, op initiatief van de markt, aanmerkelijk geïntensiveerd door onder andere vestiging van logistieke bedrijvigheid en ver- en nieuwbouwactiviteiten van gevestigde bedrijven. Voor de herontwikkeling van het 'Middenterrein Rietvelden' is een financiële bijdrage ontvangen van het rijk (TOPPER-regeling) en de provincie/BOM. De realisatie is voorzien in de periode 2010-2012.

Het bedrijventerrein Ertveld-Noord heeft in 2004/2005 door een integrale aanpak van de bedrijfsomgeving een aanzienlijk hoger kwaliteitsniveau gekregen, waardoor de economische functie is versterkt. De integrale aanpak bestond uit de volgende vier hoofdcomponenten: upgrading en herinrichting van de openbare ruimte, vernieuwing van riolering Ertveldweg, ontwikkeling van de Kop van het Ertveld, kwaliteitsverbetering van bedrijfspanden en omliggende kavels. De voornaamste maatregelen die zijn getroffen, betreffen: aanleg extra parkeerplaatsen in openbaar gebied, aanleg extra groenvoorziening en verbetering van het wegdek (van klinkers naar asfalt), inclusief aanbrengen van een keerlus aan de noordzijde van de Ertveldweg, herinrichting openbaar gebied gecombineerd met vernieuwing van de riolering.

In 2001 zijn de ontwikkelingsperspectieven van binnenstedelijke Bossche bedrijventerreinen onderzocht. In dit onderzoek is aangetoond, dat de bedrijventerreinen, die liggen in of grenzen aan woongebieden, sterk onder druk staan, maar tegelijkertijd een belangrijke broedplaatsfunctie hebben. Na het onderzoek zijn enkele verbeteracties gestart, te weten de herontwikkeling van Ertveld-Noord en de aanpak van de parkeerproblematiek bij Empel-Maasakkers. Er is een stimuleringsregeling kwaliteitsverbetering bedrijventerreinen opgezet om ondernemers te stimuleren hun bedrijfspanden en de inrichting van hun bedrijfsterrein te verbeteren.

Voor de komende jaren bestaan in 's-Hertogenbosch concrete herstructureringsplannen voor in totaal circa 41 hectare netto bedrijventerrein. Er zal in die periode echter ook bedrijventerrein aan de voorraad worden onttrokken (transformatie) ten behoeve van woningbouw en andere functies. Het betreft in totaal minimaal 23 hectare. Het saldo van extra aanbod door herstructurering en verlies van aanbod door transformatie bedraagt naar verwachting circa 18 hectare.

Visie op ontwikkeling/herstructurering Rietvelden/Vutter/Ertveld

De visie op de specifieke herstructurering van de bedrijventerrein in het stadsdeel West is vastgelegd in het Masterplan De Rietvelden/De Vutter/Ertveld (oktober 2007). De condities voor het functioneren van het bedrijventerrein zullen verder verbeterd worden. De gemeente is al ruim tien jaar bezig met de herontwikkeling van dit bedrijventerrein. Een extra kwaliteitsslag is noodzakelijk om via een ingrijpende herstructureringsopgave de marktpositie van dit bedrijventerrein te kunnen versterken en aan de ontwikkeling van de werkgelegenheid op dit terrein een impuls te geven. Voor de komende tien jaar is de inzet vooral gericht op:

  • behouden en verbeteren van het terrein als vestigingslocatie voor de zwaardere milieucategorieën;
  • maatwerkgerichte oplossingen voor recyclingbedrijven ten behoeve van grondwaterbescherming ;
  • imagoverbetering onder meer door verbetering van de beeldkwaliteit;
  • zuinig ruimtegebruik met verdichting van bebouwing en intensivering van gebruik van het bedrijventerrein;
  • reduceren van de leegstand;
  • het weer voor de markt beschikbaar krijgen, c.q. invullen van braakliggende bedrijven.

Ontwikkelingsvisie De Brabanthallen, 2003

Voor de ontwikkeling van de Brabanthallen is in februari 2003 een Ontwikkelingsvisie vastgesteld door de gemeenteraad. In deze ontwikkelingsvisie zijn de ambities en uitgangspunten voor de korte en middellange termijn vastgelegd. Met de bouw van de nieuwe hal is gestart met de upgrading van de Brabanthallen (gereed gekomen in 2006). In het kader van de upgrading is ook de voormalige veemarkt gerestaureerd tot een multifunctioneel vergader- en congrescentrum (gereed 2010). Door de upgrading zullen de bezoekersaantallen in de toekomst verder toenemen. Een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen en een verbetering van de auto-ontsluiting is noodzakelijk. Om de auto-ontsluiting te verbeteren is in de visie de zogenaamde tweede ontsluitingsweg voorgesteld. In combinatie met de herontwikkeling van de landtong gelegen in de Industriehaven wordt gezocht naar uitbreiding van parkeercapaciteit.

Verkenning ontwikkelingspotenties Industriehaven en omgeving (in voorbereiding)

Het gebied van de Industriehaven e.o. is nog steeds onderwerp van een studie naar verdere ontwikkelingsperspectieven. Inzet is zowel een goede aanhaking van de Industriehaven op de stad via de wijk Boschveld en De Dieze, als het bieden van aanknopingspunten voor een verbeterde ruimtelijke kwaliteit.

3.4.3 Verkeerskundig beleid

In de koersnota over hoofdinfrastructuur, verschenen in het voorjaar van 2008, formuleert het college een aantal forse ambities die moeten leiden tot een bereikbare, leefbare en economisch sterk functionerende stad. De gemeenteraad heeft op 21 mei 2008 uitgesproken deze ambitie te willen gaan realiseren. Deze ambitie, die fors inzet op de fiets, het openbaar vervoer en transferia, zal leiden tot een afname van 15,8 miljoen autoritten per jaar, wat overeen komt met 10 procent van het huidige aantal autoritten.

Voor de autostructuur wordt hierbij uitgegaan van het doorstroomassenmodel. De toekomstige verkeersstructuur wordt hierin gevormd door de ruit rondom de stad (A2, A59 en nieuwe Randweg) (aangegeven in paars in figuur 6) en de zogenaamde doorstroomassen (aangegeven in rood). De te realiseren Parallelweg/Magistratenlaan vanaf de Randweg naar de Zandzuigerstraat is in de koersnota aangegeven als één van de belangrijke doorstroomassen. Daarnaast lopen door het plangebied de doorstroomassen Zandzuigerstraat en Rietveldenweg (A59-Zandzuigerstraat). Dat betekent, dat deze verbindingen verschillende stadsdelen met elkaar verbinden en het interne verkeer in de stad bundelen. Op het kaartbeeld in figuur 5 is afgebeeld hoe de toekomstige autostructuur conform Koersnota wordt vormgegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002071-1402_0011.png"
Figuur 5: Kaart auto-ontsluiting Koersnota op basis van doorstroomassenmodel, 2008

In december 2004 heeft de gemeenteraad het besluit genomen om de Parallelweg door te trekken naar zowel de Randweg als de Zandzuigerstraat conform variant 4 (zo dicht mogelijk langs spoor). De doortrekking van de Parallelweg vindt gefaseerd plaats:

  • 1. Aansluiting van de huidige Magistratenlaan op de Randweg; (reeds gerealiseerd);
  • 2. Doortrekking in noordelijke richting naar de Zandzuigerstraat; (in procedure);
  • 3. Doortrekking verder in noordelijke richting naar de Hambakenweg/A59 (nog nadere besluitvorming nodig).


Ontsluiting Brabanthallen

In de huidige situatie kunnen grootschalige evenementen in de Brabanthallen leiden tot verkeerscongestie en overlast in het gebied rondom de Brabanthallen (filevorming op de belangrijke doorstroomassen en parkeeroverlast in woonwijken). Bij de geplande transformatie van de Brabanthallen neemt de verkeersdruk op dit gebied toe. Onderzoek geeft aan dat met het vinden van een tweede ontsluiting vanuit het zuiden over het voormalig Michelinterrein via de nieuwe Bibendumstraat de verkeersoverlast teruggedrongen kan worden. Voor parkeren zal - zeker als op termijn het Brabanthallencomplex verder opgewaardeerd is - aanvullende parkeercapaciteit gevonden moeten worden. De ontsluitings- en parkeerproblematiek van De Brabanthallen wordt bij de voorbereiding van de gebiedsvisie voor de Industriehaven e.o. uitdrukkelijk meegenomen.

Nota Parkeernormen 's-Hertogenbosch, december 2003

In de Nota parkeernormen is door de gemeente 's-Hertogenbosch een aanzet gegeven voor flexibele parkeernormen die in de gehele gemeente kunnen worden toegepast. Uitgangspunt hierbij is het voorzien in de eigen parkeerbehoefte op eigen terrein, met inachtneming van de landelijke ontwikkelingen in het autogebruik.

Fietsplan in uitvoering, oktober 2005

De gemeente 's-Hertogenbosch heeft hoge ambities op het gebied van het fietsverkeer. Het doel van het Fietsplan is het ontwikkelen van een maatregelenpakket, dat het fietsklimaat in 's-Hertogenbosch extra verbetert. In het plan is de Rietveldenweg opgenomen als een belangrijke radiale fietsroute en de route Helftheuvelweg-Zandzuigerstraat opgenomen als wijkverbindende fietsroute.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002071-1402_0012.png"

Figuur 6: Fietsnetwerk zoals opgenomen in het Fietsplan in Uitvoering (FIU, oktober 2005)


Openbaar vervoer

Door het plangebied rijden de stadsbuslijnen 65 en 71, maar in het gebied is van oudsher weinig vraag naar regulier openbaar vervoer. Vanuit De Brabanthallen wordt incidenteel voorzien in collectief besloten busvervoer op maat.

3.4.4 Beleidskader duurzaamheid en milieu

Het beleid ten aanzien van milieuaspecten speelt een grote rol op dit bedrijventerrein. De milieuaspecten geluid, luchtverontreiniging en externe veiligheid verdienen daarbij aandacht. De volgende beleidsplannen spelen een rol.

Geluidbeheersplan en inrichtingsplan Rietvelden

De geluidsbelasting op de geluidzone van industrieterrein Rietvelden-Ertveld wordt bepaald door de bijdragen van een groot aantal bedrijven. De gezamenlijke geluidsbelasting van deze bedrijven mag op de zone niet meer zijn dan 50 dB(A) etmaal; dit houdt in 50, 45 en 40 dB(A) voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Dit betekent dat, bij gelijke geluidsemissie, bedrijven aan de rand van het industrieterrein een grotere bijdrage leveren aan het geluidsniveau op de zone dan bedrijven in het midden van het industrieterrein. Bij de inrichting van het industrieterrein moet hiermee rekening worden gehouden.

In het in 2011 vastgestelde Geluidbeheersplan is vastgelegd dat bedrijven met een hoge geluidsemissie zich in het midden zouden moeten vestigen, terwijl de bedrijven die weinig geluid produceren, bij voorkeur aan de randen van het bedrijventerrein moeten komen. Zo werd al aangestuurd op het doelmatig gebruiken van de beschikbare geluidsruimte. In onderhavig bestemmingsplan is de beheersopzet van het Geluidbeheersplan vertaald naar een bestemmingsplanregeling die voorziet in een toedeling van de (schaarse) beschikbare geluidsruime binnen de geluidszonering aan met name het zware middenterrein; een nog doelmatiger verdeling van de geluidruimte die aansluit op de segmentering van het bedrijventerrein naar "zwaarte" van de toegelaten bedrijfsactiviteiten.

Duurzaam Bouwen

Bij duurzaam bouwen sec ligt de prioriteit bij energiebesparing, het toepassen van niet-uitlogende materialen (integraal waterbeheer) en het toepassen van duurzaam geproduceerd hout (FSC). Dat zijn de minimale randvoorwaarden. Gebiedsgewijs kunnen extra ambities worden gesteld vanuit de nationale pakketten Woningbouw en Utiliteitsbouw, zeker voor wat betreft de kostenneutrale en kostenbesparende maatregelen. Voor het openbare gebied gelden vanzelfsprekend de voorwaarden met betrekking tot niet-uitlogende materialen en FSC-hout en is het streven gericht op het Nationale Pakket Grond- Weg- en Waterbouw. Op het bedrijventerrein wordt op basis van het Basispakket Duurzame Ontwikkeling van Bedrijventerreinen samengewerkt met de RiVu om tot een (meer) duurzaam bedrijventerrein te komen.

Energie- en Klimaatbeleid

De gemeenteraad streeft met haar Energie- en Klimaatprogramma 2008-2015 naar een klimaatneutrale gemeente: in 2020 een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie, in 2035 een klimaatneutrale gebouwde omgeving en een klimaatneutrale stad in 2050. Op korte termijn betekent dit minimaal een energiebesparing van 25-75 procent voor nieuwe woningen en bedrijven en klimaatneutrale nieuwbouw waar mogelijk. De gemeenteraad heeft in 2010 uitgesproken dat alle gemeentelijke nieuwbouw klimaatneutraal gebouwd zou moeten worden.

Belangrijke uitgangspunten voor de uitvoering van het Energie- en Klimaatprogramma zijn samenwerking, duurzame energieproductie en integrale aanpak. Energieverbruik staat in relatie met alle beleidsvelden. Zo bepalen de locatie van voorzieningen de vervoerskeuze en het daarmee samenhangende energieverbruik. De ligging van gebouwen/gebieden bepalen de mogelijkheden voor opwekking en uitwisseling van duurzaam opgewekte energie.

Integraal waterbeheer

Het waterplan 's-Hertogenbosch wordt beschouwd als een middel om te komen tot betere samenwerking tussen de 'waterpartners', hetgeen een essentiële voorwaarde is om de hoofdoelstelling van het plan te kunnen verwezenlijken: het bereiken van een klimaatbestendig, robuust en mooi watersysteem in 's-Hertogenbosch, waarbij zo goed mogelijk aan de wensen van alle belanghebbenden tegemoet wordt gekomen.

Naast het voorkomen van wateroverlast en het realiseren van een betere waterkwaliteit, wordt daarbij groot belang gehecht aan aspecten als belevingswaarde, recreatief medegebruik, ruimtelijke ordening en natuurontwikkeling. Water moet niet gezien worden als een last waar we ons zo snel mogelijk van moeten ontdoen, maar als een middel om de kwaliteit van de verblijfsomgeving te verbeteren.

Plan Externe Veiligheid genaamd Uitvoeringskader externe veiligheid 2010

Deze beleidsnota uit 2010 handelt over de externe veiligheid van bedrijfsmatige activiteiten in 's-Hertogenbosch en over de veiligheidsaspecten van het gebruik van wegen, vaarwegen en spoorwegen in de stad. Het geeft een beeld van de stand van zaken van de externe veiligheid in 's-Hertogenbosch. Plaatsgebonden risicocontouren (PR) en waarden van groepsrisico (GR) worden als leidraad voor bebouwingsmogelijkheden gehanteerd.

3.4.5 Welstand

In de welstandsnota is het welstandsbeleid van de gemeente ‘s-Hertogenbosch neergelegd. Doel van de welstandsnota is het vertalen, waarborgen en versterken van de ruimtelijke kwaliteit van de gebouwde omgeving en het openbaar gebied in stedenbouwkundig, cultuurhistorisch, architectonisch en landschappelijk opzicht. Het welstandsbeleid vormt de basis voor een actief, inspirerend en open architectuurbeleid conform de doelstellingen van de wetgever. De welstandsnota speelt een centrale rol bij de beoordeling van aanvragen om omgevingsvergunning voor bouwen aan redelijke eisen van welstand.