direct naar inhoud van Hoofdstuk 10 Inspraak en overleg
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002067-1401

Hoofdstuk 10 Inspraak en overleg

10.1 Vooroverleg

In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de volgende instanties:

  • Provincie Noord-Brabant
  • Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM)
  • Waterschap Aa en Maas


Er is een schriftelijke reactie ontvangen van de Provincie Noord Brabant. Deze hebben bij brief van 15 februari 2012 bericht, dat het voorontwerp hen geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.
Ook het Waterschap de Aa en Maas heeft per e-mail van 6 februari 2012 laten weten geen opmerkingen te hebben op de waterparagraaf. Van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten is geen schriftelijke reactie ontvangen binnen de aangegeven termijn, zodat aangenomen mag worden, dat deze geen behoefte hebben aan een reactie.

10.2 Inspraak

Ingevolge de gemeentelijke Inspraakverordening is voor het voorontwerpbestemmingsplan "Binnenstad" een inspraakprocedure gevoerd. Met ingang van 16 januari 2012 heeft het voorontwerp gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen, met de mogelijkheid om binnen die periode op het plan te reageren. Daarnaast is op 25 januari 2012 een openbare inspraakavond gehouden. Tijdens deze avond is het plan toegelicht en bestond de mogelijkheid om mondeling op het plan te reageren. Het verslag van de inspraakavond is te vinden in bijlage 5 van deze toelichting.

Voorts zijn op 31 januari 2012 en 2 februari 2012 vanaf 17.00 uur tot 19.00 uur inloopmomenten geboden op het Stadskantoor voor informatie en/of inspraak. Ook daar kon men desgewenst mondeling inspreken. Er is een zienswijze mondeling (telefonisch) doorgegeven. De overige zienswijzen zijn alle schriftelijk ingediend.

Hieronder onder 10.2.2 zijn de ingekomen inspraakreacties samengevat weergegeven en voorzien van een gemeentelijke reactie. In paragraaf 10.2.1 wordt in relatie tot de ingekomen reacties in het algemeen de plandoelstelling en wijze van bestemmen toegelicht, de inventarisatie van functies en noodzakelijke plancorrecties op detailniveau. In paragraaf 10.2.2 zijn de ingediende inspraakreacties per reclamant samengevat en voorzien van een beoordeling, waarbij mogelijk is verwezen naar de algemene reactie onder 10.2.1. Dat een inspraakreactie samengevat is weergegeven, betekent niet dat die onderdelen van de reactie die niet expliciet worden genoemd, niet bij de beoordeling zouden zijn betrokken. De inspraakreactie is in zijn geheel beoordeeld.

10.2.1 Doelstelling bestemmingsplanplan, plansystematiek, inventarisatie en correcties op detailniveau

10.2.1.1 Doelstelling bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan plan heeft als belangrijkste doel actualisering van regels voor bestaande gebouwen en gronden. Wensen om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken, welke in sommige zienswijzen worden geopperd, vallen buiten de doelstelling en reikwijdte van dit bestemmingsplan. Geprobeerd wordt de regelgeving eenvoudiger te maken voor het beheer van bestaand gebied. Dat is onder andere merkbaar in het terugbrengen van het aantal verschillende bestemmingen. Een nieuwe structuurvisie (de huidige dateert van 2003) – waarom in een zienswijze wordt gevraagd - kan in bepaalde gevallen voor nieuwe ontwikkelingen gewenst zijn. Ten behoeve van een conserverende bestemmingsplan is dit niet nodig. Mochten in de toekomst nieuwe ontwikkelingen zijn gewenst in de Binnenstad (bijvoorbeeld op het Wilhelminaplein) zullen specifiek daarop toegespitste plannen worden ontwikkeld en in procedure worden gebracht. Voor het GZG is dit al het geval. De bestaande vormen van Horeca en seksinrichtingen zijn vastgelegd op de locatie, waar deze thans gevestigd zijn. Vestiging op andere plaatsen dan waar deze thans gevestigd zijn maakt dit bestemmingsplan niet mogelijk. Er zal overigens een nieuwe Horeca beleidsnota worden opgesteld. De vaststelling hiervan wordt in 2013 verwacht. Ook betreffende de horeca geldt, dat indien nieuwe ontwikkelingen gewenst zijn die afweging plaatst vindt via een aparte procedure, buiten dit bestemmingsplan. Uit zienswijzen blijkt, dat insprekers horecaconcentratiegebieden in het bestemmingsplan aangeduid willen hebben. Het bestemmingsplan kent geen specifieke regeling in relatie tot horecaconcentratiegebieden. Horeca binnen en buiten horecaconcentratiegebieden is in het bestemmingsplan op dezelfde wijze geregeld., Aanwijzing van horecaconcentratiegebieden gebeurt op grond van de Horecaverordening en kan van belang zijn bij de vergunningverlening op basis van de Horecaverordening. De aanwijzing van het gebied staat dus los van het bestemmingsplan. Horecaconcentratiegebieden zijn dus niet afgebeeld in het bestemmingsplan, omdat de aanwijzing daarvan geen directe relatie heeft met het bestemmingsplan.

Bescherming van cultuurhistorische en archeologische waarden van de Binnenstad is een van de hoofduitgangspunten van dit bestemmingsplan. In hoofdstuk 3 van de plantoelichting is uiteengezet hoe de (te verwachten) archeologische waarden middels de toekenning van dubbelbestemmingen en vereiste van een vergunning voor ingrepen onder het maaiveld kunnen worden beschermd. In hetzelfde hoofdstuk is onder 3.4.5 uiteengezet op welke wijze rekening is gehouden met de belangrijke cultuurhistorische waarden van de binnenstad en op welke wijze rekening is gehouden met de aanwezige monumenten. Ook in hoofdstuk 5 Planbeschrijving en Hoofdstuk 8 Juridische aspecten is hier nadrukkelijk aandacht aan besteed. Ook in de raadsinformatiebrief over het voorontwerp bestemmingsplan van 6 december 2011, die bij de stukken ter inzage heeft gelegen, is dit het geval. Geciteerd worden de volgende passages op pagina 9 en 10 van de raadsinformatiebrief:

“ De Binnenstad van 's-Hertogenbosch is in het verleden in zijn geheel aangewezen als rijks- beschermd stadsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet. Het gemeentebestuur is verplicht een bestemmingsplan vast te stellen voor die delen van de binnenstad, waarbij rekening wordt gehouden met de waarden van het beschermd stadsgezicht. Dit was eveneens al het geval voor de thans geldende bestemmingsplannen. Zoals ook in de thans bestaande bestemmingsplannen het geval was vormen de bestaande panden met hun karakteristieke maat en schaal het belangrijkste kader voor de vast te leggen maatvoeringen van gebouwen. In de bouwregels zijn de rooilijnen (in de verbeelding), parcellering, de bestaande kapvorm, nokrichting e.d. vastgelegd. In plaats van het systeem van vastleggen van bouw- en goothoogte etc. per pand op omvangrijke geveltekeningen (zoals voor een groot deel van de binnenstad gehanteerd in de “oude” bestemmingsplannen) zijn thans per pand het aantal bouwlagen en goot- en nokhoogte c.q. hoogte vastgelegd in een matrix, die als bijlage bij de regels is gevoegd. Door het vastleggen van het maximaal aantal lagen in combinatie met maximum goot- en bouwhoogte wordt het kenmerkende beeld van de binnenstad beschermd. Onder het motto “ beschermen, waar nodig, ontwikkelen, waar mogelijk” is het daarbij niet de bedoeling, dat goede initiatieven, die rekening houden met de waarden van de binnenstad, worden gefrustreerd. Er zijn daarom mogelijkheden opgenomen van deze regels af te wijken middels een in het plan opgenomen afwijkingsprocedure, waarbij de belangen van de initiatiefnemer kunnen worden gewogen tegen die van de cultuurhistorische waarden. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het samenvoegen van panden, het maken van doorbraken in zijmuren, aanbouwen aan de achtergevel, het opdelen van panden of het toevoegen van kelderruimten.

Zoals aangekondigd in de Nota van Uitgangspunten dient in verband met toen te verwachten en inmiddels vastgestelde nieuwe wetgeving in het bestemmingsplan een nieuwe of aanvullende regeling te worden opgenomen ter bescherming van en de cultuurhistorische waarden en het archeologisch erfgoed van de Binnenstad.

Om hier inhoud aan te geven is het allereerst van belang om te bepalen wat in stedenbouwkundige zin de cultuurhistorische waarden zijn die moeten worden beschermd. Daarbij is het essentieel, dat de binnenstad van 's-Hertogenbosch nog een vrijwel gave stedenbouwkundige hoofdstructuur kent, die sinds de late middeleeuwen, de historische bloeiperiode van de stad, vrijwel ongewijzigd is gebleven.

De oudste kaart met een betrouwbare maatvoering, die we van de stad hebben, is de kadastrale kaart van 1823. De toen aanwezige structuur was nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van de laat-middeleeuwse (blijkt o.a. uit studie A. Van Drunen "Van Straet tot Stroom"). Met gebruikmaking van digitale technieken is het mogelijk gebleken om foto's van de huidige situatie te projecteren op de kadastrale kaart van 1823. Daarbij is gebleken, dat veel van de toen aanwezige bouwmassa's, inclusief parcellering, bouwhoogte en kaprichting, op dit moment nog steeds aanwezig zijn. Deze stedenbouwkundige structuur en verschijningsvorm heeft door zijn ouderdom en uniciteit een cultuurhistorische waarde die door het bestemmingsplan specifiek beschermd moet worden. In het bestemmingsplan is het gebied, waarbinnen deze bijzondere stedenbouwkundige structuur is gelegen, aangeduid als “cultuurhistorische zone”.”

Voor het gebied, dat is gelegen in deze zone is nog een specifieke aanvullende regeling opgenomen voor de bescherming van cultuurhistorische waarden. Hierbij wordt de oude achtergevelrooilijn beschermd en kunnen aan- en uitbouwen van achtergevels niet zonder meer plaatsvinden, maar kunnen slechts worden gerealiseerd via toepassing van een in het plan opgenomen afwijkingsbevoegdheid.

Verder wordt binnen het gebied dat behoort tot “de cultuurhistorische zone” de afwijkingsbevoegdheid voor het samenvoeging van panden, of toestemming voor uitbreiding aan de achterzijde, een andere kapvorm e.d. niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de bouwhistorische waarde van de gebouwen in voldoende mate is vastgesteld. Het overleggen van een dergelijk rapport is niet nodig, indien de bouwhistorische waarden van de te slopen bouwwerken in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Buiten het gebied dat behoort tot “de cultuurhistorische zone” is een dergelijk rapport evenmin noodzakelijk. Dit houdt dus in, dat de afdeling SO/BAM (Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten) bij dit soort zaken prominent in beeld is.

Tenslotte is binnen deze 'cultuurhistorische' zone “aanvullend” een sloopverbod opgenomen. Op grond daarvan kan ongewenste sloop, ook voor onderdelen van gebouwen worden voorkomen. Vergunning wordt ook hier niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de bouwhistorische waarde van de gebouwen, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

Ter benadrukking van het belang van behoud van de cultuurhistorische zaken zijn thans de voorschriften, welke kunnen worden opgenomen bij een toepassing van de afwijkingsbevoegdheid of sloopvergunning, in het ontwerp thans gespecificeerd (in plaats van globaal in het voorontwerp) aangegeven. Thans is bepaald, dat hiertoe ieder geval de volgende voorschriften kunnen behoren: a. het opleggen van de verplichting tot het toestaan van het verrichten, door of van gemeentewege, van nader bouwhistorisch onderzoek tijdens de uitvoering van de vergunning; b. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de bouwhistorische waarden kunnen worden behouden; c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te laten begeleiden door een erkend bouwhistoricus; d. voorschriften in het belang van handhaving van en/óf onderzoek van documentatie bouwhistorische zaken, indien na afweging van belangen bij sloop bouwhistorisch belangrijke elementen moeten verdwijnen.

10.2.1.2 Plansystematiek

In hoofdstuk 5 Planbeschrijving en hoofdstuk 8 Juridische aspecten is de plansystematiek toegelicht.

Voor bepaalde gebiedsdelen van de Binnenstad zijn bestemmingen toegekend, waarbinnen diverse verschillende functies mogelijk zijn, die bij een kernwinkelapparaat, de uitlopers daarvan en gebied daaromheen horen. Het betreft hier de bestemmingen Centrum en Gemengd. Verder is aangegeven dat aan de specifieke woongebieden de bestemming Wonen is toegekend en dat verder zogenaamde “maatbestemmingen” zijn toebedeeld aan voor panden met functies, die van grote invloed zijn op hun omgeving. Deze zijn daar specifiek bestemd, bijvoorbeeld voor Bedrijven, Centrum-Horeca, Kantoren, Cultuur en Ontspanning. Middels aanduidingen op de plankaart is aangegeven, waar bijvoorbeeld horeca is toegestaan. Op deze wijze zijn de toegelaten functies op basis van de verbeelding en regels goed inzichtelijk. Dit blijkt ook uit de diverse reacties op de functie-aanduidingen en bestemmingen. Een functiekaart biedt in dit opzicht daarom geen meerwaarde, zoals enkele menen. De inspraak en vragen tijdens de inspraak- en inloopbijeenkomsten hebben er mede toe geleid, dat de begrenzing van de gebiedsdelen met de bestemming Centrum en Gemengd nader is bezien en aangepast. Thans is ook aan een gedeelte van de Orthenstraat tot aan Eurocinema, het gedeelte Verwersstraat vanaf Waterstraat tot aan Volderstraatje en aan het Hinthamereinde, die als uitlopers van het kernwinkelapparaat kunnen worden beschouwd de bestemming “Centrum” toegekend. De detailhandel is in deze gebieden nog in behoorlijke mate aanwezig en/of verdere detailhandelsvestigingen als ondersteuning van de bestaande detailhandel gewenst. Verder is in een gedeelte van de Kruisstraat een dermate concentratie van detailhandel aanwezig, dat dit gebied zich qua functies niet wezenlijk onderscheidt van het kernwinkelapparaat. Daarom is besloten ook aan genoemd gebied tevens de bestemming Centrum toe te kennen.

In het gebied, begrensd door Jan Heinsstraat, Handelskade en Zuid-Willemsvaart hebben de panden, die op dit moment uitsluitend een woonfunctie kennen thans een woonbestemming gekregen. Zoals in een inspraakreactie terecht is opgemerkt heeft het gebied sinds het vorige bestemmingsplan een transformatie naar overwegend 'wonen' ondergaan en zijn veel panden dusdanig verbouwd dat een combinatie van wonen en bedrijven niet meer voor de hand ligt. Uiteraard blijven wel aan huis gebonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten mogelijk.

Betreffende de Groenstructuur is op blz. 20 van de plantoelichting een (thans gecorrigeerde) afbeelding opgenomen van de hoofdgroen- en waterstructuur met een beschrijving daarvan. Conform de landelijk verplicht gestelde standaarden voor de opbouw en verbeelding van bestemmingsplannen (de SVBP) is een deel daarvan (de openbare terreinen) op de verbeelding (plankaart) van het bestemmingsplan terug te vinden onder de bestemming “Groen”. Hierop mag niet of beperkt worden gebouwd. De overige zijn grote particuliere terreinen. Deze zijn conform de SVBP op de verbeelding aangegeven met de bestemming en bestemmingskleur, die het blijkens de functie van het hoofdgebouw heeft. Ook bij particuliere (binnen-)terreinen, die de stad haar eigen gezicht geven en te beleven zijn vanaf de openbare ruimte is met de (beperkte) toebedeling van de bebouwingsmogelijkheden rekening gehouden met het behoud van de kwaliteiten daarvan. Op die manier worden de belangrijke openbare en private tuinen beschermd. Om deze reden is thans niet meer – zoals nog in het bestemmingsplan Vughterdriehoek het geval was – opnieuw een bevoegdheid tot wijziging van het bestemmingsplan opgenomen om bebouwing op het terrein aan van de voormalige stadsboerderij (terrein tussen Parklaan en Vughterstraat) mogelijk te maken.

Wat de bouwmogelijkheden op particuliere achtererven betreft is het ontwerp aangepast in verband met de regeling van het rijk voor vergunningvrij bouwen op achtererven in rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten. Met de toebedeling van het bebouwingspercentage is thans rekening gehouden met de bebouwing, die of reeds aanwezig is of de oppervlakte, die aangehouden wordt voor vergunningvrij bouwen in rijksbeschermde stad- en dorpsgezichten. Voor de kleinere particuliere erven betekent dit, dat – zoals ook bij het vergunningsvrij bouwen het geval is – het standaard-erfbebouwingspercentage wordt verhoogd naar 50%. Dit is thans voor een groot deel 30%. Voor de grote – belangrijke particuliere binnenterreinen kan worden volstaan met een laag bebouwingspercentage (5%).

10.2.1.3 Inventarisatie en correcties op detailniveau

Naar aanleiding van de inspraakreacties is ook een aantal correcties aangebracht op detailniveau. Het betreft met name de aanduiding van horecacategorieën op de verbeelding, correcties van bestemmingen, die privaat terrein en niet openbaar terrein betreffen en wijzigingen van de bestemmingen 'Gemengd' naar 'Wonen' betreffende panden, die door verbouwingen een dermate wijziging van indeling en inrichting hebben ondergaan, dat een andere functie dan wonen niet meer voor de hand ligt. Voor een gedetailleerde uiteenzetting van alle wijzigingen wordt verwezen naar ons commentaar op de inspraakreacties hierna onder 10.2.2 .

10.2.2 Ingekomen inspraakreacties

Reactie a, b, c: ingekomen inspraakreacties
Commentaar: gemeentelijk commentaar


Schriftelijke inspraakreacties:

1. Bewonersvereniging Leefbare Binnenstad

Reactie a. Gemist wordt een structuurvisie om een helder kader te krijgen om nieuwe ontwikkelingen, die afwijken van het bestemmingsplan te kunnen beoordelen.

Commentaar: Zoals hiervoor onder 10.2.1.1 Doelstelling bestemmingsplan is toegelicht vallen nieuwe ontwikkelingen buiten de doelstelling en reikwijdte van dit plan. Een nieuwe structuurvisie is daarvoor niet nodig.

Reactie b. Gemist wordt een functiekaart (op perceelsniveau) en een Groenkaart. Een functiekaart biedt meer duidelijkheid en een Groenkaart kan sterk bijdragen aan behoud van grotere en kleinere algemene of private tuinen (bijv. Mariënburg/Papenhulst, Groote Stroom, Museumtuin, groen om de St Jan en St. Jacobsplein).

Commentaar: Verwezen wordt naar de toelichting hiervoor onder 10.2.1.2 Plansystematiek. In de eerste alinea is toegelicht, hoe de toegelaten functies op basis van de verbeelding en de regels goed inzichtelijk zijn. Dit blijkt ook uit de diverse reacties op de functie-aanduidingen en bestemmingen. Een functiekaart biedt in dat opzicht geen meerwaarde.

In de tweede alinea is aangegeven, hoe het behoud van belangrijk groen (openbaar en/of privé) in dit bestemmingsplan is vastgelegd. Het belang van behoud van belangrijke groenstructuren in de binnenstad wordt onderschreven.

Reactie c. Rechtszekerheid wordt grotendeels tenietgedaan door de flexibiliseringsbepalingen. Specifiek wordt Genoemd het uitruilen van horecazaken met detailhandel of het veranderen van detailhandel in horeca. Commentaar Verwezen wordt allereerst naar de uiteenzetting hiervoor onder 10.2.1.1 Doelstelling bestemmingsplan, eerste alinea De bestaande vormen van Horeca en seksinrichtingen zijn vastgelegd op de locatie, waar deze thans gevestigd zijn. Vestiging op andere plaatsen dan waar deze thans gevestigd zijn –dus ook uitruil van horecazaken met detailhandel - maakt dit bestemmingsplan niet mogelijk. Er zal overigens een nieuwe Horeca beleidsnota worden opgesteld. Vaststelling hiervan wordt in 2013 verwacht. Ook hier geldt, dat indien nieuwe ontwikkelingen gewenst zijn, die afweging plaats vindt via een aparte procedure, buiten dit bestemmingsplan.

Reactie d. Gerefereerd wordt aan een reactie van de heer Gerard van den Berg en de blijkbare onmogelijkheid om het bestemmingsplan te beoordelen. Commentaar Bij de opzet van bestemmingsplannen wordt tegenwoordig uitgegaan van digitale raadpleging. Op de inspraakavond en inloopavonden hebben wij uitleg gegeven, op welke wijze langs digitale weg gedetailleerde informatie verkregen kan worden over de bestemmingen en regels op perceelsniveau.

Ook kon men met vragen bij onze gemeente terecht. Naam en contactpersoon zijn in de bekendmaking van het voorontwerpbestemmingsplan genoemd. Uit de gedetailleerde inspraakreacties blijkt overigens, dat insprekers er in het algemeen goed in zijn geslaagd het voorontwerp te beoordelen.

De heer van den Berg heeft overigens een concrete zienswijze ingediend. Deze is hierna vermeld onder 21.

2. Stichting 's-Hertogenbossche Monumentenzorg

Reactie a. Concreet en positief moeten worden bestemd het Vughterbolwerk en de Pickepoort. Geconstateerd wordt, dat ondanks goede voornemens, bij de herinrichting van het Wilhelmina- en Willemsplein het model, dat de Stichting aan de gemeente heeft toegezonden (variant D) niet positief wordt bestemd.

Bij de invulling van het GZG-terrein dient na sloop van de gebouwen uit de 70-er jaren, de schaal en maatvoering van de kaart van 1823 weer teruggebracht worden. Niet concreet in het bestemmingsplan is vastgelegd de invulling van het GZG-terrein, de Zuidwal, het Museumkwartier, de locatie van het nieuwe theater, de sloop van een pand aan de Hoge Steenweg. Commentaar Zoals hiervoor onder 10.2.1.1 Doelstelling bestemmingsplan is toegelicht vallen nieuwe ontwikkelingen buiten de doelstelling en reikwijdte van dit plan. Mochten in de toekomst nieuwe ontwikkelingen zijn gewenst in de Binnenstad (zoals bijvoorbeeld door de Stichting gewenst wordt geacht op het Wilhelminaplein) zullen specifiek daarop toegespitste plannen worden ontwikkeld en in procedure worden gebracht. Voor het gebied GZG is dit al het geval en daarom valt dat gebied ook buiten dit bestemmingsplan.

Reactie b. De typisch Bossche woonhuizen met voor- en achterhuis, gescheiden door een brandmuur, inclusief houtskelet en kapconstructie dienen positief te worden bestemd; ook de steegjes, de kelders en wat achter de 18e en 19e eeuwse lijstgevels verborgen zit, inclusief rooilijnen en verdiepingshoogte begane grond moeten worden beschermd. De bestemmingsplanbepalingen moeten voorzien in behoud van de historische structuur en de menselijke maat (2 à 3 lagen) en zorg voor het bodemarchief.

Reactie c. In het bestemmingsplan worden niet vastgelegd de volgende verplichtingen:

-- Bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta). Bescherming van

cultuurhistorische waarden van de historische binnenstad. Een interessant novum uit de MoMo

(Modernisering Monumentenzorg) is dat voor elk bestemmingsplan een nota met

cultuurhistorische waardebepaling van het gebied moet worden opgesteld. Dit is onvoldoende

beschreven en leidt tot misverstanden en onvoldoende bescherming van het monumentale

erfgoed. De cultuurhistorische waardebepaling van de binnenstad is onvoldoende duidelijk

benoemd en in het bestemmingsplan opgenomen.

-- Beperking van het gebruik van de auto

-- Behoud en herstel van watersystemen (Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Provincie Noord-

Brabant).

Reactie d. In het bestemmingsplan zijn teveel afwijkingen mogelijk, waardoor onduidelijkheid bestaat en de monumentale waarde niet afdoende is gewaarborgd en geregeld. Onduidelijk is wie deze bevoegdheden uitoefent en wie daarover moet adviseren. Het adviesrecht moet in het bestemmingsplan worden vastgelegd. Worden de interieurs afdoende beschermd? (indeling, hoogtematen van plafonds, hoogte maten van dakkappen op monumenten worden onvoldoende beschermd). Het samenvoegen of splitsen van panden is niet vastgelegd in duidelijke bestemmingsplanbepalingen. De Stichting is van mening, dat scheidingsmuren en parcellering onaantastbaar moeten zijn en open achterterreinen absolute bescherming behoeven.

Commentaar ad b, c. en d. Wij delen de opvatting, dat de bestemmingsplanbepalingen moeten voorzien in behoud van de historische structuur. Dit is volgens onze opvatting echter ook het geval. Bescherming van cultuurhistorische en archeologische waarden is dan ook een van de hoofduitgangspunten van dit bestemmingsplan. Wij hebben daarom hiervoor onder 10.2.1.1 Doelstelling bestemmingsplan nog eens uitvoerig uiteengezet hoe we stedenbouwkundige structuur van de binnenstad kunnen behouden en cultuurhistorische en archeologische waarden naar behoren kunnen beschermen.

Hiermee wordt naar onze opvatting voldaan aan het Verdrag van Malta en ook aan de doelstellingen van het Rijk met de Modernisering Monumentenzorg (MoMo). . Door het vastleggen van het maximaal aantal lagen in combinatie met maximum goot- en bouwhoogte wordt het kenmerkende beeld van de binnenstad beschermd. Onder het motto “ beschermen, waar nodig, ontwikkelen, waar mogelijk” is het daarbij niet de bedoeling, dat goede initiatieven, die rekening houden met de waarden van de binnenstad, worden gefrustreerd. Er zijn daarom mogelijkheden opgenomen van deze regels af te wijken middels een in het plan opgenomen afwijkingsprocedure. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het samenvoegen van panden, het maken van doorbraken in zijmuren, aanbouwen aan de achtergevel, het opdelen van panden of het toevoegen van kelderruimten. Bij de afweging of van deze afwijkingsbevoegheid gebruik wordt gemaakt wordt een bijzonder belang toegekend aan aanwezige cultuurhistorische waarden.

Daarbij is het van bijzonder belang, dat de binnenstad van 's-Hertogenbosch nog een vrijwel gave stedenbouwkundige hoofdstructuur kent, die sinds de late middeleeuwen, de historische bloeiperiode van de stad, vrijwel ongewijzigd is gebleven. Ter bescherming van de waarden in dit gebied is in dit bestemmingsplan een 'cultuurhistorische zone' opgenomen. Hierbij wordt de oude achtergevelrooilijn beschermd en kunnen aan- en uitbouwen niet zonder meer plaatsvinden, maar zijn deze slechts mogelijk via toepassing van een afwijkingsbevoegdheid. Voor het gebied dat behoort tot “de cultuurhistorische zone” wordt de afwijkingsbevoegdheid voor het samenvoeging van panden, of toestemming voor uitbreiding aan de achterzijde, een andere kapvorm e.d. niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de bouwhistorische waarde van de gebouwen in voldoende mate is vastgesteld. Hierbij kunnen voorwaarden worden opgenomen in het belang van handhaving van en onderzoek/documentatie van bouwhistorische zaken, zoals ook bij een sloopvergunning in deze zone het geval is. Ter benadrukking van het belang van behoud van de cultuurhistorische zaken zijn de voorschriften, welke kunnen worden opgenomen bij een toepassing van de afwijkingsbevoegdheid of sloopvergunning meer gedetailleerd aangegeven. Thans is bepaald, dat hiertoe ieder geval de volgende voorschriften kunnen behoren: a. het opleggen van de verplichting tot het toestaan van het verrichten, door of van gemeentewege, van nader bouwhistorisch onderzoek tijdens de uitvoering van de vergunning; b. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de bouwhistorische waarden kunnen worden behouden; c. de verplichting de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een erkend bouwhistoricus; d. voorschriften in het belang van handhaving van en/óf onderzoek van documentatie bouwhistorische zaken, indien na afweging van belangen bouwhistorisch belangrijke elementen moeten verdwijnen.

Met vorenstaande regeling menen wij naar behoren recht te doen aan het belang van behoud van de cultuurhistorische waarden van de binnenstad alsook aan de noodzaak van passende gebruiksmogelijkheden voor panden in de binnenstad, welke eveneens van essentieel belang zijn voor onze historische binnenstad. Wat betreft de handhaving van “open achterterreinen” verwijzen wij

naar onze uiteenzetting als opgenomen onder 10.2.1.2 Plansystematiek, 3e alinea. De daar uiteengezette wijze van bepaling van het bebouwingspercentage voor achterterreinen doet naar onze mening op een redelijke wijze recht aan de particuliere belangen als aan het belang van handhaving van de openheid.

Wat betreft de overige bemerkingen in de zienswijze merken wij het volgende op.

Een eventuele beperking van het gebruik van de auto wordt niet via het bestemmingsplan geregeld, maar via de Verkeerswetgeving. Wat de verkeersbestemmingen betreft is op pagina 67 onder Artikel 12 Verkeer en Artikel 14 Verkeer-Verblijfsgebied van de plantoelichting aangegeven, dat de wegen met een stroomfunctie (“de Binnenstadsring”) zijn bestemd als 'Verkeer'. En dat de andere wegen vrijwel geheel deel uitmaken van het verblijfsgebied van de binnenstad en zijn bestemd als “Verkeer-Verblijfsgebied”. Daarmee is een adequate verantwoording gegeven van de toegekende verkeersbestemmingen.

Eveneens op pagina 67 van de plantoelichting onder Artikel 15 Water staat het volgende vermeld:

“Om ervoor te zorgen, dat de Dommel, De Zuid-Willemsvaart en de Aa minder geschikt zou worden voor ecologische verbindingszone en behoud en herstel van watersystemen is conform de Provinciale Verordening ruimte Noord-Brabant een vergunningsplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde opgenomen”. In verband hiermee is in het bestemmingsplan de aanduiding 'ecologische verbindingszone' opgenomen. Aan de provinciale eisen over beheer en herstel van watersystemen wordt daarom in dit beheersplan voldaan.

3. Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch

Reactie. Allereerst wordt waardering uitgesproken voor dit voorontwerpbestemmingsplan. Naar hun opvatting is gedegen vooronderzoek gedaan naar de historie van de binnenstad, met name voor de mate, waarin met het cultuurhistorisch erfgoed rekening is gehouden, zowel boven als onder de grond. Ook dat opmerkingen, die eerder in een informeel stadium zijn gemaakt voor een gedeelte zijn overgenomen. Ten aanzien van de bestemmingen en van aanduidingen daarbinnen zien zij nog onvolkomenheden. Als voorbeeld noemen zij stegen, die zijn aangemerkt als openbaar, maar in werkelijkheid zijn afgesloten en vice versa. Zij zijn voorstander van het openbaar maken van alle stegen in de stad. Ook roept een woonbestemming bij het Berewouthof vragen op (waarom niet bestemd als “groen”?) en worden “de buitenwerken” gemist op de verbeelding. Omdat deze buitenwerken een essentieel onderdeel vormen van de vestingstad is het belangrijk, dat de begrenzing van het bestemmingsplan Binnenstad overeenkomt met de begrenzing zoals weergegeven in de kadastrale minuut van 1825. Tevens zien zij enkele omissies in de waardenkaarten, zoals het ontbreken van de funderingsresten van de Citadel en Wilhelminaplein e.o., ontbrekende kleuren in de legenda en in consistentie tussen de waardenkaarten. Zij bieden graag hun opgedane kennis en kunde over de cultuurhistorie van 's-Hertogenbosch aan voor een verdere uitwerking van het bestemmingsplan.

Commentaar Wij maken graag gebruik van het aanbod van de Kring Vrienden om hun kennis te benutten bij de verdere uitwerking van het bestemmingsplan. De wens om stegen zoveel mogelijk openbaar te houden/ maken is begrijpelijk maar valt buiten het kader van dit bestemmingsplan. Het al dan niet openbaar zijn van een steeg wordt immers niet via het bestemmingsplan geregeld.

Naar aanleiding van eerdere opmerkingen van de kring is een overzicht en categorisering van de stegen als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen. In de inspraakreacties is niet aangegeven, wat er precies niet klopt. De vertegenwoordiger van de kring heeft mondeling toegezegd op een zo kort mogelijke termijn concrete aanvullingen te leveren op dit onderdeel. Dit betreft ook de plaatsen, waar naar hun opvatting de aanduiding ' Binnendieze' ontbreekt.

Het terrein aan de Berewouthof betreft een tuin in particulier bezit. De standaardvoorschriften van het rijk nopen ons de erven dezelfde kleur te geven als de hoofdbestemming, waarbij de tuin hoort.

Wij delen de opvatting, dat de buitenwerken een belangrijk onderdeel vormen van de vestingstad. Dat betekent echter naar onze mening niet, dat de begrenzing van het bestemmingsplan overeen moet komen met de begrenzing van de binnenstad zoals weergegeven in de kadastrale minuut van 1825.

Wij hebben onder 1.3 van de plantoelichting gemotiveerd aangegeven, waarom wij voor de in het voorontwerp aangehouden planbegrenzing hebben gekozen. De begrenzing wordt in belangrijke mate gevormd door de reeds aanwezige geldende bestemmingsplannen. Bovengronds aanwezige structuren en functies zijn voor de begrenzingen daarvan veelal van betekenis geweest.

Dit betekent overigens niet, dat belangrijke cultuurhistorische waarden niet naar behoren worden/zijn beschermd. Dit beleid geldt voor de gehele stad en ons streven is voor de gehele stad in juli volgend jaar actuele bestemmingsplannen (jonger dan 10 jaar) te hebben. Ook vindt – waar nodig – ook daarna verder actualisatie van bestemmingsplannen plaats. Zo is het nog op 15 december 2009 vastgestelde bestemmingsplan Zuiderpark/Stadswalzone ook naar behoren met de cultuurhistorische waarden rekening gehouden.

De opmerkingen over de waardenkaarten zijn tevens besproken. Waar dit nodig is gebleken, zijn deze op enkele onderdelen aangepast/gecorrigeerd.

4. Roland en Yvonne van der Wielen

Reactie Zij zijn gezamenlijk eigenaar van de panden Vughterstraat 208 en 210 en het perceel achter deze panden, grenzend aan Parklaan 21e. Dit perceel is bekend als de oude stadsboerderij, is ruim 100 jaar familiebezit en wordt nog steeds bewoond door hun familie. In het vigerend bestemmingsplan wordt het perceel omschreven als gemengd gebied. In het voorontwerpbestemmingsplan is de bestemming Centrum toegekend met een bebouwingspercentage van 0%, terwijl de aangrenzende percelen wel bebouwd mogen worden. Daardoor neemt de waarde van hun bezit af. Zij maken bezwaar tegen deze wijziging in het voorontwerp. Omdat zij in de loop der jaren volledig ingebouwd zijn, menen zij dat zij gelijkwaardige rechten hebben als het gaat om het bebouwen van het eigen perceel. Hun ouders hebben in het verleden bij de gemeente geïnformeerd of bebouwing van hun perceel mogelijk was en dit was mogelijk in de vorm van hofbebouwing.

Commentaar Zowel in het vigerend bestemmingsplan Vughterdriehoek (bestemming 'Gemengd') uit 1985 als in het voorontwerp- bestemmingsplan (bestemming 'Centrum') is dit terrein bestemd als 'erf' (behorend bij een hoofdgebouw). Op erven is geen hoofdbebouwing als woningen toegelaten. Het verschil in bestemmingen Gemengd en Centrum heeft geen negatieve invloed op de waarde van hun bezit.

Wel heeft de gemeenteraad bij de vaststelling van het vigerend bestemmingsplan op 19 december 1985 aan ons college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven het bestemmingsplan onder in het bestemmingsplan opgenomen voorwaarden te wijzigen ten behoeven van woningbouw. Een wijziging voor deze percelen heeft echter nooit plaatsgevonden. Zoals hiervoor uiteengezet onder

10.2.1.2 Plansystematiek, laatste alinea, achten wij het van groot belang de openheid van binnenterreinen als deze te beschermen. Het opnieuw opnemen van een wijzigingsbevoegdheid om woningbouw mogelijk te maken, past daar niet bij..

Wel hebben wij - mede ook in verband met de verruiming door het Rijk van bebouwingsmogelijkheden zonder vergunning in Beschermde Stadsgezichten – het in het voorontwerp opgenomen bebouwingspercentage van 0% nog eens bezien. Voor grote binnenterreinen als deze hebben wij deze thans verruimd tot 5%.

5. A.A.M. Walta

Reactie a. Waardering voor de zeer vele werkzaamheden die aan het voorontwerp zijn besteed. Wel worden enige kanttekeningen geplaatst bij de voorgestelde uitgangspunten. Hem is niet duidelijk in hoeverre “de Nota van uitgangspunten Zuidwalkwartier” in dit voorontwerp een rol blijft spelen. In januari 2009 hebben zij schriftelijk bezwaren kenbaar gemaakt, maar na bevestiging van ontvangst en een schrijven van 29 september 2009 hebben zij niets officieel meer van de gemeente vernomen. Teneinde deze bezwaren te kunnen behouden wordt dit schrijven als bijlage bijgevoegd.

Commentaar Zoals hiervoor onder 10.2.1.1 Doelstelling bestemmingsplan is toegelicht vallen nieuwe ontwikkelingen buiten de doelstelling en reikwijdte van dit plan. Het gaat om actualisering van regels voor bestaande gebouwen en gronden. De door U genoemde (concept)Nota van Uitgangspunten speelt daarbij geen rol. Het is U bekend, dat de werkzaamheden om de komen tot een “Nota van Uitgangspunten Zuidwalkwartier” zijn stopgezet. In de door U genoemde brief van 29 september 2009 is U bericht, dat U – zodra de werkzaamheden weer worden voortgezet- daarvan op de hoogte zou worden gesteld. De werkzaamheden zijn niet hervat.

Reactie b. De omschrijvingen bevatten veel onbeïnvloedbare teksten, zoals globaal en flexibel, beschermen waar nodig en ontwikkelen waar mogelijk enz.. Deze geven hem het gevoel, dat het ambtelijk apparaat veel kan zonder dat daar door belanghebbenden invloed op kan worden uitgeoefend. Gaarne verneem ik van u wie de beslissingen met betrekking tot deze zaken neemt en hoe belanghebbende hierbij worden betrokken.

Commentaar In hoofdstuk 5 Planbeschrijving en hoofdstuk 8 Juridische aspecten is de plansystematiek toegelicht. Toegelicht is hier, dat omdat het hier om een stadscentrum gaat voor het stadscentrum en het gebeid daaromheen gekozen is voor bestemmingen (Centrum en Gemengd), die meerdere gebruiksmogelijkheden kennen. Daarbij ook hiervoor onder 10.2.1.1 is uiteengezet, dat strenge en gedetailleerde regels zijn opgesteld ter bescherming van de cultuurhistorische en archeologische waarden van de binnenstad. Onder het motto “ beschermen, waar nodig, ontwikkelen, waar mogelijk” is het daarbij niet de bedoeling, dat goede initiatieven, die afdoende rekening houden met de waarden van de binnenstad, worden gefrustreerd. Er zijn daarom mogelijkheden opgenomen van deze regels af te wijken middels een in het plan opgenomen afwijkingsprocedure, waarbij de belangen van de initiatiefnemer kunnen worden gewogen tegen die van de cultuurhistorische waarden. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het samenvoegen van panden, het maken van doorbraken in zijmuren, het opdelen van panden of het toevoegen van kelderruimten. De afwijkingsbevoegdheid ligt bij het college van burgemeester en wethouders. Gezien het belang van de cultuurhistorische waarden zal hierbij van ambtelijke zijde de afdeling SO/BAM (Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten) bij dit soort zaken prominent in beeld zijn.

6. G. Tillemans, W. Blans en A. van Doorn

Reactie Hun eigendom grenst aan het perceel Postelstraat 38-40. Dit Rijksmonument bevat diverse gebouwen op hetzelfde kadastrale perceel grond, dat ligt tussen de Postelstraat en de daarachter gelegen Binnendieze. Op datzelfde perceel grond staat verder nog een garage (aangeduid met Uilenburg 24), die aanleunt tegen één van genoemde gebouwen en in 1983 is gebouwd, passend bij de historie van het Uilenburgkwartier. De binnentuin mag volgens het voorontwerp niet bebouwd worden.

Postelstraat 38-40 (inclusief Uilenburg 24) wordt sinds april 2011 door makelaar AMB te koop aangeboden. Geciteerd wordt uit de informatie, die door de Makelaar hierbij wordt verstrekt. Volgens die informatie heeft de gemeente aangegeven voor het bedrijfspand en de garage mee te werken aan de ontwikkeling van bijvoorbeeld een stadsvilla met stadstuin en parkeergelegenheid. Een schetsplan, getekend door architectenbureau “De Twee Snoecken” te 's-Hertogenbosch is beschikbaar. Dit schetsplan is volgens die informatie besproken met een ambtenaar van Bouw- en Woningtoezicht. De heer Romeijn van de BAM, die een kopie van deze teksten is verstrekt, zei deze teksten niet te begrijpen en zegde toe een en ander te zullen uitzoeken, hetgeen tot op heden niet is gebeurd.

Verzocht wordt aan elk van hen te bevestigen, dat de bestaande bebouwing op het perceel Postelstraat 38-40 (incl. Uilenburg 24) onder geen beding afgebroken mag worden en dat derhalve daar geen nieuwbouw mag en zal plaatsvinden.

Commentaar Door de afdeling SO/BAM is een brief d.d. 10 april 2012 aan AMB-makelaars gezonden, waarin is medegedeeld, dat het perceel waarop de voormalige sigarenfabriek is gevestigd is beschermd ingevolge de monumentenwet en bovendien gelegen is binnen het rijksbeschermd stadsgezicht.

Voorts is in deze brief het volgende vermeld:

“Een en ander heeft als consequentie dat voor de sloop van zowel voormalige sigarenfabriek als van de garage een sloopvergunning zal moeten worden aangevraagd. Voor wat betreft de garage zal dat op weinig problemen stuiten omdat geen sprake is van monumentale waarden. Voor de voormalige sigarenfabriek ligt dat anders. Hier is zeker sprake van monumentale waarden die op grond van de monumentenwet zijn beschermd. Als een sloopvergunning aan de orde is vindt er altijd een afweging van belangen plaats waarbij de monumentale belangen zwaar wegen. Het is dus niet waarschijnlijk dat de sloopvergunning zal worden verleend”.

Bovendien is de bouw van de door u gesuggereerde stadsvilla uitgesloten zonder een bestemmingsplanwijziging. Het staat niet vast en is – gezien het vorenstaande ook niet aannemelijk - , dat het gemeentebestuur zal meewerken aan een wijziging van het bestemmingsplan.”

Wij nemen aan, dat het standpunt van de gemeente hiermee duidelijk is.

7. Marijke Kooistra & Ronald Kaptein

Reactie a. Gewezen wordt op twee – naar hun mening – onjuistheden betreffende het pand waarin zij wonen. Dit pand bestaat uit de adressen Prins Bernardstraat 9 t/m 15. Het gehele pand is aangeduid als de bestemming “kantoor”. Op de begane grond (nr 9 en 11) zijn inderdaad kantoren. Daarboven bevinden zich echter twee bovenwoningen. Een bestemming “gemengd” lijkt hen daarom meer op zijn plaats.

Commentaar Conform verzoek is de bestemming gewijzigd in “Gemengd”.

Reactie b. Gesproken wordt over twee bouwlagen. De definitie van bouwlaag is niet helemaal duidelijk. Inclusief woningen zijn er drie lagen en een zolder. De kap loop wel door tot ongeveer halverwege de derde laag. Graag horen zij of hier sprake is van een onjuistheid of waarom die keuze is gemaakt.

Commentaar In Hoofdstuk 1, artikel 1 onder 1.18 is het begrip bouwlaag als volgt gedefinieerd:

“een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, souterrain, dakopbouw en/of zolder”.

Daardoor wordt het gedeelte onder de kap niet aangemerkt als een bouwlaag, waarmee het bestemmingsplan rekent. In de Lijst van Gebouwen is naast het aantal (volledige) bouwlagen een goot- en nokhoogte is vermeld. Op deze wijze maakt het geheel van deze regels duidelijk, wat gebouwd mag worden.

8. W.R.A. Luca

Reactie a. Is eigenaar van het perceel Sint Jorisstraat 7 met gronden, kadastraal genummerd G7033, G7427 en G6382. Dit eigendom is opgenomen in drie bestemmingen: Gemengd, centrum en wonen. Verzocht wordt het gehele eigendom in de bestemming Gemengd op te nemen.

Commentaar De verbeelding is thans dusdanig aangepast, dat het gehele eigendom de bestemming “Gemengd” heeft gekregen.

Reactie b. Verzocht wordt in het bestemmingsplan een bepaling op te nemen, die het mogelijk maakt een in het verleden door de gemeente toegekend recht van overpad te effectueren.

Commentaar Via een aanduiding op de verbeelding en de opname van een afwijkingsbevoegdheid bij de bouwregels van de bestemming “Water” wordt de mogelijkheid opengehouden een loopconstructie boven de Binnendieze te creëren.

9. L.H. van Vals

Reactie Als eigenaar van Verwersstraat 79/81/83 en Beurdsestraat 2A wordt verzocht:

-- Wijziging van de bestemming Gemengd naar Wonen voor wat betreft het pand Beurdsestraat 2A;

-- Correctie van de onjuiste weergave van bouwperceelgrens/gebiedsaanduiding. De binnendieze, liggend aan Verwersstraat 79/81,83 is volledig bebouwd.

Commentaar Het pand Beurdsestraat 2 A heeft reeds de bestemming Wonen. De bouwperceelsgrens over de Binnendieze is gecorrigeerd.

10. C.W.M. Jorna

Reactie a. De tuin van zijn woning heeft de bestemming “verkeer”; dient gerelateerd te zijn aan Wonen.

Commentaar Deze opmerking is juist. De bestemming is gewijzigd in 'Wonen'.

Reactie b. De bestemming van het achter zijn huis (Volderstraat 8) gelegen plantsoen heeft ook de bestemming “verkeer”. Dit behoort de bestemming “groen” te zijn.

Commentaar Deze opmerking is juist. De bestemming is gewijzigd in 'Groen'.

Reactie c. Het Volderstraatje is ten onrechte als “steeg” bestemd, omdat het een “straatje” is.

Commentaar Het Volderstraatje is thans verwijderd van de stegenkaart.

11. P.W. Ligtvoet

Reactie a. Zijn woning Volderstraatje 9 is conform bestaand gebruik bestemd tot “Wonen”. De woningen van de buren tegenover hebben echter de bestemming “Gemengd” gekregen. Het betreft hier een rustig woonstraatje. Verzocht wordt deze bestemmingen gelijk te trekken. Desnoods alles “Gemengd”.

Commentaar Het betreft hier inderdaad een rustig woonstraatje met alleen maar wonen. Ook de andere woningen in het straatje hebben thans de bestemming 'Wonen' gekregen.

Reactie b. Het Volderstraatje is zijn ogen een straatje en geen steeg. Bezwaar wordt gemaakt, dat het thans tot een steeg is bestemd.

Commentaar Het Volderstraatje is thans verwijderd van de stegenkaart.

Reactie c.

Er wordt op gewezen, dat in de omgeving bestemmingen verkeerd zijn weergegeven en aanduidingen binnen de bestemming ontbreken. Bijvoorbeeld zijn achtertuinen tot Verblijfsgebied bestemd en ontbreken aanduidingen van detailhandel binnen de bestemming “Gemengd” in de Verwersstraat.

Commentaar De bestemming van betreffende tuinen is thans gecorrigeerd naar 'Wonen'. Een gedeelte van de Verwersstraat (tot aan het Volderstraatje) is thans bestemd tot Centrum. Waar de bestemming 'Gemengd 'is gehandhaafd, is op plaatsen, waar een winkel is gevestigd de aanduiding 'detailhandel' geplaatst.

12. P. te Hacken

Reactie Naast Zuidwal 7 staat op perceel Oude Dieze 11 met geel een woonbestemming aangegeven. Op dit moment is dat gedeelte een overdekte oprit vanaf de Zuidwal naar het parkeerterrein. Is dit een vergissing (moet dit “grijs” zijn) of is het inderdaad de bedoeling de oprit een woonbestemming te geven.

Commentaar

De bestemming is aangepast in ' Gemengde Doeleinden '.

13. M. Bom

Reactie In het concept zijn particuliere eigendommen (kadastrale nummers 6456, 6457 4n 6458) opgenomen in de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied. Het perceel 6456 is zijn eigendom. Verzocht wordt om een meer passende bestemming. In het vigerend bestemmingsplan rust een 100% bouwmogelijkheid. Verzocht wordt de nu bestaande bouwmogelijkheid te continueren.

Commentaar Deze percelen betreft privé parkeerplaatsen. Verbeelding is overeenkomstig aangepast: bestemming 'Wonen' met de aanduiding (p). Het vigerend bestemmingsplan. Conform het vigerend bestemmingsplan is bebouwingspercentage thans gewijzigd in 100%.

14. Mevrouw C. Lindner

Reactie Er wordt op gewezen, dat het hoofdgebouw Vughterstraat 242 (stammend uit de 17e eeuw), dat gelegen is achter het pand Vughterstraat 240 ten onrechte is aangegeven als wonen onbebouwd. Het kan niet de bedoeling zijn dit woonhuis te bestemmen als tuin.

Commentaar Dit betreft een soort achterhuis. Dit gehele perceel krijgt thans de bestemming C met een bebouwingsvlak voor de hoofdbebouwing. Het bijbehorende perceelsgedeelte buiten het bebouwingsvlak (erf) krijgt een bebouwingspercentage van 50%. Een en ander is aangepast op de verbeelding.

15. J.E.M. Strang e.e., mede als voorzitter van de Vereniging Van Eigenaren Van Tuldenstraat 17, 19 en 19a

Reactie a. Het bouwvlak van de woningen is naar zijn mening niet juist weergegeven op de verbeelding. Een smalle strook tussen deze woningen en Van Tuldenstraat 21 (vanaf de voorgevel tot aan de berging Van Tuldenstraat 17) is ten onrechte niet in het bouwvlak betrokken. Deze strook is volledig bebouwd. Het eerste deel vanaf de straatzijde tot een diepte van 5 m' en een hoogte van ca. 6,50 m'; het tweede (daarachter liggende) deel met een diepte van ca. 9,50 m' tot aan de achterzijde en een hoogte van ca. 11 m'.

Commentaar Het is juist, dat deze smalle strook in het bouwvlak moet worden opgenomen. Dit is thans gecorrigeerd.

Reactie b. Verzocht wordt voor deze woningen de bestemming “Wonen” op te nemen in plaats van “Gemengd”. In het geldend bestemmingsplan is dit “Kantoordoeleinden en Wonen”. Het is in verband met de splitsing in appartementsrechten en het gebruik daarvan als drie afzonderlijke woningen niet realistisch om hieraan de bestemming “Gemengd” te geven. De woning van Tuldenstraat 19a is een onder de kap gelegen zelfstandige “woning”. Dit is volgens de regels niet toegestaan. Weliswaar staat er, dat dit voor nieuwe situaties geldt, maar onduidelijk is, wat nieuwe situaties zijn.

Commentaar Nieuwe situaties zijn situaties, die nu nog niet aanwezig zijn bij inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan De nieuwe regels gelden pas na inwerkingtreding van het bestemmingsplanplan. De regels van de bestemmingen zijn op dit punt thans verduidelijkt.

Reactie c. De bestemming “Gemengd” maakt veel meer mogelijk dan op grond van het geldend bestemmingsplan is toegelaten, voornamelijk, omdat bedrijven worden toegelaten tot en met categorie 3 en andere activiteiten op de verdiepingen zijn toegelaten. Daarbij het voorschriften dat een de vloeroppervlakte van een woning minimaal 50 m2 moet zijn is het gevaar aanwezig dat min of meer sluipenderwijs het wonen – dat in dit deel van de binnenstad de overhand heeft- wordt verdrongen door bedrijfsactiviteiten, die het woonmilieu niet ten goede komen, vooral ook door toename van de hiermee samenhangende parkeerdruk. De parkeerregulering maakt het nog steeds mogelijk, dat bedrijven tot vijf extra parkeervergunningen krijgen. Er worden volgens de regels geen extra parkeerplaatsen geëist bij een bedrijfsvestging binnen “Gemengd”. Grote delen van de Handelskade, Jan Heinsstraat en Van Tuldenstraat – o.a. door splitsing in appartementsrechten – zijn ook op de begane grond thans uitsluitend voor wonen in gebruik. Zijn verzoek is om die panden, die thans uitsluitend in gebruik zijn voor wonen als zodanig te bestemmen. De bestemming “Gemengd” kan worden gegeven aan alleen die panden, die nu daadwerkelijk voor bedrijfsactiviteiten worden gebruikt. Dit strookt beter met de aard van het nieuwe bestemmingsplan om de bestaande situatie vast te leggen en een kader te vormen voor beheer.

Commentaar Er is opnieuw gekeken naar het feitelijk gebruik van de panden thans en de indeling daarvan. Aan de hand daarvan hebben diverse panden thans conform dit verzoek een woonbestemming gekregen.

Uitsluiten de panden, die thans een bedrijfsfunctie hebben of waar krachtens de indeling een bedrijfsvestiging mogelijk is, hebben thans nog de bestemming 'Gemengd'. Zoals in de plantoelichting aangegeven is in de Binnenstad in het algemeen gekozen voor bestemmingen, die meerdere mogelijkheden kennen en flexibiliteit kennen qua gebruik, hetgeen past bij een binnenstad. gehandhaafd.

Reactie d. Onduidelijk is wat de functie en het effect van de kaart met een overzicht van Rijks- en gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden is. In de regels is dit niet terug te vinden.

Overigens wordt thans het pand Van Tuldenstraat 2-6 in oude luister hersteld. Dit pand staat niet op de kaart, terwijl het zijns inziens zeker ook beeldbepalend is.

Op de lijst van bouwlagen, goot- en nokhoogten zijn de hoogtevermeldingen voor van Tuldenstraat 19a en aantal bouwlagen onjuist. Deze moeten hetzelfde zijn als 17 en 19.

Commentaar Er zijn in de Binnenstad vele panden, die op grond van hun specifieke monumentale waarden zijn aangewezen als rijks- of gemeentelijke monumenten. Deze specifieke waarden worden beschermd op grond van regels in de Monumentenwet of gemeentelijke monumentenverordening, niet op grond van het bestemmingsplan. Ter volledige informatie van eigenaren en belanghebbenden wordt daar in de toelichting van het bestemmingsplan op gewezen (blz 33 en 34 plantoelichting). In dat verband is ook bij de toelichting een kaart gevoegd, waarop de monumenten zijn vermeld. Ook beeldbepalende panden hebben bijzondere waarden, al zijn deze niet beschermd op grond van de monumentenwet.

Deze waarden zijn met name van belang bij toetsing of een bouwaanvrage voldoet aan redelijke eisen van welstand of kunnen een rol spelen bij subsidieverzoeken. Het pand Van Tuldenstraat 2-6 is inderdaad beeldbepalend. De verbeelding is op dit punt thans aangepast.

De hoogtevermeldingen betreffende van Tuldenstraat 19a zijn inderdaad onjuist. Dit is thans gecorrigeerd.

Reactie e. Door het gebruik van rasters, bijvoorbeeld bij de bestemming GD zijn de bebouwingspercentages slecht leesbaar. Eenzelfde opmerking geldt voor de gebruikte kleurstellingen voor de bestemming Centrum, Centrum-1, Centrum-Horeca en Kantoor. De kleuren liggen zo dicht bij elkaar, dat het niet goed mogelijk is de bestemmingen op de verbeelding te onderscheiden.

Commentaar Het bestemmingsplan is getekend conform de landelijk verplicht gestelde standaarden voor de opbouw en verbeelding van bestemmingsplannen (de SVBP en IMRO2008). Hierop is ook de kleurstelling en bepaalde rasters gebaseerd. Dit maakt raadpleging van de analoge plankaart soms lastig. Hierbij zij opgemerkt, dat een gedetailleerde raadpleging het beste kan plaatsvinden langs digitale wijze. Hierbij wordt ambtelijke ondersteuning aangeboden, indien de digitale raadpleging als problematisch wordt ondervonden. De digitale verbeelding is ook conform de huidige wetgeving de juridisch bindende verbeelding.

16. G.W.M. Verzantvoort

Reactie Graag zou hij een winkelbestemming voor zijn pand Verwersstraat 63 zien.

Commentaar De bestemming van dit gedeelte van de Verwersstraat is thans gewijzigd in 'Centrum'. Binnen deze bestemming is detailhandel toegelaten

17. M. Groot Zevert

Reactie a. Complimenten voor het vele werk, dat in het plan gestoken is en de relatief eenvoudige en heldere regeling, die in het plan is opgenomen. Als bewoner van Bleekerstraatje 12 roept het plan voor de directe omgeving van zijn woning de volgende vragen/opmerkingen op:

1. De woningen tegenover zijn woning (Bleekerstraatje 1B, 1C en 1D) hebben de bestemming “centrum” gekregen. Een woonfunctie past binnen deze bestemming, maar ander centrumfuncties (winkels, bedrijven) passen hier - gezien de ligging in zo'n smalle steeg - niet. Verzocht wordt daarom deze panden een woonbestemming te geven.

2. De toegestane bouwhoogte bedraagt volgens het voorontwerp voor Bleekerstraatje 1 8,0 m, voor Bleekerstraatje 1B en 1C 9,5 meter. Dit is 4 m hoger dan in de huidige situatie. Het Bleekerstraatje heeft een beperkte breedte en de afstand tot zijn woning is kort. Dit zou een forse beperking van de lichtinval in woning kunnen betekenen. Ook betreft het beeldbepalende panden. Daarom wordt verzocht de hoogte te beperken tot de thans aanwezige bebouwing.

3. Ook de winkel- en magazijn ruimte, gelegen achter en behorend bij Vughterstraat 154 mag 4 meter hoger worden dan hij nu is. Ook dat kan een forse vermindering van lichtinval in zijn woning en in het Bleekerstraatje. Ook hier wordt verzocht de toegestane maximale bouwhoogte te beperken tot de aanwezige bebouwing.

4. Aan de Kuipertjeswal ligt tussen de nrs. 13 en 19 een open ruimte, thans in gebruik bij de winkel Vughterstraat 154 als parkeerterrein en expeditieruimte. Deze grond is bestemd voor 'wonen'. Gevraagd of en zo ja hoeveel woningen hier gebouwd mogen worden en hoe hoog.

Commentaar

Ad 1. Een woonbestemming past inderdaad beter bij deze panden. De bestemming is gewijzigd in “Wonen”.

Ad 2 en 3. De maximale bouwhoogte is aangepast en ter plaatse beperkt tot de aanwezige bebouwing.

Ad 4. Het is de bedoeling, dat deze strook onbebouwd blijft. Binnen de bestemming is thans de aanduiding bebouwingspercentage 0% toegevoegd.

Reactie b Tenslotte wordt gewezen op enkele fouten op de ondergrond van de plankaart (verbeelding). De panden Bleekerstraatje 2, 2A, 2B, 2C, 4, 4A, 4B en 4C staan aangegeven op de plaats, waar thans de winkel- en magazijnruimte achter het pand Vughterstraat 154 is aangebouwd. Het betreft echter 8 bovenwoningen boven het pand Vughterstraat 154.

De gemeenschappelijke tuin bij het appartementencomplex staat aangegeven als het

Het Vergult Cabeltouw. De appartementen zelf betreft echter het gebouw Vughterstraat 162.

Verzocht wordt dit aan te passen, omdat dit kan leiden tot verwarring bij de interpretatie van de planregels (met name de bijlage met toegestane bouwhoogtes).

Commentaar Het betreft hier zeer veel huisnummers. Omdat de ruimte ontbreekt binnen het perceel Vughterstraat 162 staan ze hier vermeld. (Vraag IVO: is dit aan te passen of een verwijzing te plaatsen naar Vughterstraat 162). In de lijst van gebouwen staan ze vermeld bij Vughterstraat 162 (check lijst van gebouwen), zodat misverstanden voorkomen kunnen worden. Door aanpassing van de ondergrond is de aanduiding 'Het Vergult Cabeltouw' komen te vervallen.

18. A.J. Kuiper en J.D. Kuiper

Reactie a. Het bouwvlak Oude Dieze 3 bestaat uit 3 bouwmassa's en 2 tussenleden.

1. het voorhuis: 2 verdiepingen met kap, gelegen aan de straat

2. het tussenhuis – begane grond met kap, gelegen aan de Binnendieze.

3. het achterhuis – 2 verdiepingen met kap.

Het voor- en achterhuis zijn bewoond door 2 huishoudens. Op de verdieping in het voorhuis is een bedrijf gevestigd. Volgens het bestemmingsplan mag op de verdieping alleen gewoond worden. De motivatie hiervoor ontbreekt in de toelichting. Afwijking hiervan is alleen mogelijk op grond van strikt financieel-economische redenen. Zinvoller lijkt een functioneel-ruimtelijk criterium te hanteren. Een hoge verkeersbelasting op straat maakt het wonen op de verdieping niet aantrekkelijk. Vooral de Verwersstraat, Oude Dieze, Hinthamereinde kennen een hoge verkeersbelasting door verkeersdruk. Derhalve zou het logisch/voorstelbaar zijn voor deze straten bedrijvigheid op de verdieping toe te staan zonder vrijstelling.

Het achterhuis is tot op heden niet bewoond, maar de restauratie is aanstaande. Bij de restauratie van de Binnendieze is de toiletvoorziening van het achterhuis verloren gegaan. Gepland was een nieuwe voorziening te realiseren in een aanbouw tegen de zijgevel van het achterhuis. Bij de reconstructie van de riolering is daar toentertijd al rekening mee gehouden. Door bepaling 8.2.3.a van de regels wordt dit nu onmogelijk gemaakt. Vroeger was hier echter een washok aanwezig. Een oude deur die vroeger daar de toegang van was is nog aanwezig. Het gewenste bijgebouw (10 m2) wordt voor een deel tegen een deel van de van de achtergevel van Oude Dieze 5 gebouwd. Op de bouwhistorische waardenkaart is deze achtergevel onderdeel van bebouwing van na 1910. Tevens lijkt de bebouwing niet aangemerkt als Cultuurhistorische zone op de verbeelding. Gevraagd wordt de bebouwingsgrens te wijzigen, zodat het bijgebouw gerealiseerd kan worden.

De achtertuin van Oude Dieze 3 heeft de bestemming Verkeer. Verzocht wordt de bestemming te wijzigen in de bestemming GD/Gemengd (onbebouwd).

Commentaar De bestemming 'Gemengd' is een zogenaamde 'verzamelbestemming'. Dat betekent, dat binnen deze bestemming meerdere functies toelaatbaar zijn, met name voor de begane. Voor de bovenverdiepingen wordt in de binnenstad uitgegaan van een woonfunctie, met uitzondering van situaties, waarin thans op de bovenverdiepingen een andere functie dan wonen aanwezig. Dat is bij U het geval. De bestemming 'Gemengd' heeft dus geen gevolgen voor het thans gevestigd bedrijf op de verdieping.

Het door U genoemde druktebeeld als gevolg van verkeer is niet dusdanig, dat in een stedelijk gebied als de binnenstad 'wonen' als een niet aanvaardbare functie moet worden beschouwd. Er is dus geen reden in dit gebied af te wijken van het beleid voor de binnenstad om bovenwonen te handhaven.

Wat de gewenste aanbouw betreft het volgende. Binnen het gebied met de aanduiding 'çultuurhistorische zone' geldt het uitgangspunt, dat niet gebouwd mag worden tegen de bestaande achtergevel. Deze regel geldt ongeacht de grootte van het bouwvlak. De regel is opgenomen om de aanwezige of te verwachten cultuurhistorische waarden te beschermen. Het is echter niet uitgesloten, dat met gebruikmaking van de afwijkingsbevoegdheid als aangegeven in artikel 8.4 onder 4 de gewenste aanbouw alsnog kan plaatsvinden. Met betrekking tot de doelstelling van het plan en de wijze van bescherming van het cultuurhistorisch erfgoed verwijzen wij overigens naar het hiervoor gestelde onder 10.2.1.1 Doelstelling bestemmingsplan, 2e alinea.

De bestemming van de achtertuin van Oude Dieze 3 is gewijzigd in 'Gemengd'.

Reactie b

Enige aan te brengen correcties:

1. Moet de aanduiding W binnen het bouwblok van de Oude Dieze 3 geen GD zijn?

2. In de lijst van gebouwen is het pand Oude Dieze 3 niet aangemerkt als gemeentelijk monument.

3. Op de Monumentenkaart is het achterhuis van Oude Dieze 3 niet als gemeentelijk monument aangegeven. Is dat niet strijdig met elkaar, omdat de dit pand op de bouwhistorische waardenkaart ligt binnen de voor- en achtergevelrooilijnen van de historische hoofdbebouwing.

Commentaar Ad 1. Het betreft hier een aanduiding in de ondergrond van het bestemmingsplan, niet een bestemmingsaanduiding. Om misverstanden te voorkomen is deze aanduiding verwijderd.

Ad 2. Zoals aangegeven op het Overzicht van Rijks- en Gemeentelijke monumenten betreft het hier inderdaad een gemeentelijk monument. De lijst van gebouwen is thans op dit punt gecorrigeerd.

Ad 3. De Monumentenkaart is thans op dit punt aangepast.

19. M. v.d. Wildenberg

Reactie a. Bezwaar wordt gemaakt tegen de aangegeven bestemming van het pand Zuid-Willemsvaart 117. Dit moet niet zijn Wonen, maar Kantoorbestemming. Verwezen wordt naar een bijgevoegde brief van 11 oktober 2010, onderdeel woningonttrekking.

Commentaar

De bestemming moet inderdaad Kantoor zijn. De bestemming is thans gewijzigd.

Reactie b. Tevens wordt bezwaar gemaakt tegen de wijze waarop de achtergevelrooilijn van de panden Zuid-Willemsvaart 117 en 119 is aangegeven. Deze loopt nu dwars door de panden en zou minimaal gelijk moeten vallen met de achtergevel van de huidige bebouwing.

Commentaar De achtergevelrooilijn is dusdanig aangepast, dat deze gelijk valt met de achtergevel van de huidige bebouwing.

20. J.C.H.M. Verzandvoort

Reactie

Tijdens de informatieavond over het nieuwe bestemmingsplan is verteld, dat de functie van bordeel van het inmiddels gesloten bordeel aan de Westwal 21 uit het bestemmingsplan zal worden gehaald. Het gaat hier om een benedenwoning 21 en bovenwoning 21A. Van beiden moet die functie uit het bestemmingsplan gehaald worden.

Commentaar De verbeelding is aangepast. De betreffende aanduiding 'si' is inmiddels voor wat betreft het pand Westwal 21 verwijderd.

21. G.M.W.M. van den Berg

Reactie a. Verzocht wordt onderstaande opmerkingen te verwerken in het bestemmingsplan:

1. In de Korenbrugstraat aan de zijde met onevennummers is de functie-aanduiding (h3) en (sh hov) aangegeven. Dit is niet juist. Slechts een café aan deze zijde heeft een horeca-functie op de verdieping.

2. Niet duidelijk is op Verbeelding 2 , welke functieaanduiding hoort, bij welk perceelsnummer voor wat betreft de locatie Vismarkt. Op dit moment is sprake van detailhandel en horeca van categorie 2.

3. Op Molenstraat 10 is de functie-aanduiding bedrijf aangegeven, terwijl de huidige bestemming detailhandel en de eerste etage wonen is.

4. In de Karrenstraat staat twee keer de horecafunctie h4a aangegeven. Niet is aangegeven, dat voor Karrenstraat 1 t/m 5 sprake is van een nachtvergunning en dat het perceel Karrenstraat 77 t/m 81 geen nachtvergunning heeft.

5. Voor Snellestraat 45 t/m 47 wordt een functie-aanduiding horeca gegeven, terwijl hier geen horecafunctie zit.

6. In de lijst van gebouwen staat bij Kruisstraat 16 niet vermeld, dat sprake is van een gemeentemonument.

7. In de lijst van gebouwen binnenstad staat bij Parklaan 20 niet vermeld, dat sprake is van twee bouwlagen.

Commentaar Ad 1) Het is juist, dat slechts een café aan deze zijde een horeca-functie op de verdieping heeft. De aanduiding op de verbeelding 'horeca op de verdieping' blijkt in de gevallen, waar op de begane grond ook reeds ook een horecabedrijf is gevestigd, tot onduidelijkheden te leiden. Daarom is thans aan de plantoelichting een bijlage toegevoegd, die een overzicht geeft van panden, waar zowel op de begane grond als op de verdieping sprake is van horeca.

Ad 2) De verbeelding is op dit punt verbeterd. Hierbij zij opgemerkt, dat een gedetailleerde raadpleging het beste kan plaatsvinden langs digitale wijze. Hierbij wordt ambtelijke ondersteuning aangeboden, indien de digitale raadpleging als problematisch wordt ondervonden.

Ad 3) De verbeelding is thans gecorrigeerd.

Ad 4) Sluitingstijden van horecabedrijven wordt niet via het bestemmingsplan geregeld, maar via vergunningverlening ingevolge de Drank- en Horecawet en exploitatievergunning. Vermelding daarvan is dus voor de regels in het bestemmingsplan niet relevant.

Ad 5) Voor dit pand is wel een horecavergunning afgegeven.

Ad 6) Zoals aangegeven op het Overzicht van Rijks- en Gemeentelijke monumenten betreft het hier inderdaad een gemeentelijk monument. De lijst van gebouwen is thans op dit punt gecorrigeerd.

Ad 7) De bedoelde tweede bouwlaag zit voor een groot deel onder de kap en kan daarom niet als een volledige bouwlaag worden aangemerkt. De weergave is de lijst van gebouwen is daarom correct.

Reactie b . Niet is aangegeven, waar de horecaconcentratiegebieden liggen. Gaarne op een verbeelding aangeven in het bestemmingsplan.

Commentaar Zoals hiervoor onder 10.2.1.1 Doelstelling bestemmingsplan is uiteengezet is de wijze van regeling van de horeca binnen en buiten horecaconcentratiegebieden in het bestemmingsplan hetzelfde. Aanwijzing van horecaconcentratiegebieden gebeurt op grond van de Horecaverordening en kan van belang zijn bij de vergunningverlening op basis van de Horecaverordening. De aanwijzing van het gebied staat dus los van het bestemmingsplan. Horecaconcentratiegebieden zijn dus niet afgebeeld in het bestemmingsplan, omdat de aanwijzing daarvan geen directe relatie heeft met het bestemmingsplan.

22 H. Wolvers en I. van den Hurk

Reactie  

Een aantal percelen zijn in groen gemarkeerd en in rood genummerd. Toelichting:

1. Lange Putstraat 2a en 4 (hun pand). Staat in het voorontwerp genummerd als 6

2. Lange Putstraat 22/22a. In het voorontwerp aangeduid met h=2, terwijl hier geen horecabestemming op zit.

3. Hoek Verwersstraat en Lange Putstraat. Aanduiding onduidelijk, maar er lijkt een h=2 bestemming te zitten op de panden Verwersstraat 46 t/ 62 en Lange Putstraat 1 t/m 9a en b. Dit is niet juist. Er rust alleen een horecabestemming op de panden:

- Verwersstraat 46, 48, en 58

- Lange Putstraat 1, 3, 5, en 7.

Verzocht wordt een en ander te corrigeren.

Commentaar Dank voor de inbreng op detailniveau. Op deze wijze wordt een belangrijke bijdrage geleverd voor verbeteringen van het ontwerp. De opmerkingen zijn als volgt verwerkt in het ontwerp:

1. Om verwarring te voorkomen is in het voorontwerp aangegeven huisnummering gecorrigeerd.

2. Horeca-aanduiding is thans verwijderd.

3. De wijze waarop de aanduidingen in het voorontwerp op perceelsniveau zijn weergegeven, blijkt onjuist te zijn. Dit is thans gecorrigeerd, waardoor de horeca aanduiding thans is beperkt tot de in de zienswijze genoemde panden.

Mondelinge inspraakreacties

1. K. Scheers 

Reactie Het pand Pensmarkt 13 heeft ten onrechte de aanduiding horeca 3 gekregen; het betreft hier een winkel. Dit geldt ook voor het pand Markt 19.

Commentaar De opmerking betreffende Pensmarkt 13 is terecht. Dit is thans gecorrigeerd. Het pand Markt 19 is inderdaad een winkel, maar heeft geen horeca-aanduiding.