direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: De Overlaet
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002061-1501

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in de categorieën 1 tot en met 2 van de bij deze regels als bijlage behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 3.2': bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de bij deze regels als bijlage behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein;
  • c. autogaragebedrijven en autobandenbedrijven met bijbehorende werkplaatsen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' een verkooppunt voor motorbrandstoffen met bijbehorende voorzieningen, het daarmee samenhangend gebruik van de grond en bouwwerken en de met deze activiteiten samenhangende verkoop van weggebonden assortiment goederen alsmede rookartikelen en kleine etens- en drinkwaren;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' tevens voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een lpg-opslag;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens voor bedrijfswoningen;
  • g. productiegebonden detailhandel;
  • h. detailhandel in auto's, boten en caravans;
  • i. kantoren en detailhandel, niet zijnde detailhandel als bedoeld in lid 5.1 onder g en h, welke op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan middels een daartoe verleende vergunning ter plaatse van de bestemming 'Bedrijventerrein' gevestigd zijn, met dien verstande dat nieuwvestiging niet is toegestaan;
  • j. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen, erven en terreinen;

met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
  • a. Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.
  • b. In en op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszonde - lpg' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
5.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. bouwvlakken mogen voor 100% worden bebouwd, tenzij anders aangegeven in de bestemming;
  • c. de bouwhoogte zoals aangeduid in de bestemming, mag niet worden overschreden;
  • d. de goothoogte van bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan 4 meter;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals ten dienste van een fietsenberging en dergelijke, buiten het bouwvlak alleen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m2 per bouwperceel; de bouwhoogte van deze gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' mag:
    • 1. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen en/of erfafscheiding zijnde, in de perceelsgrenzen niet meer dan 2 meter bedragen en van daaraf in gelijke mate met de afstand tot de perceelsgrens toenemen tot een hoogte van niet meer dan 6 meter;
    • 2. buiten het bouwvlak een luifel worden gebouwd met een hoogte van maximaal 6 meter en een oppervlakte van maximaal 300 m².
  • b. terrein- en erfafscheidingen mogen, met uitzondering van het bepaalde onder a, van af de voet gemeten maximaal 1 meter hoog zijn, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 2 meter bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de situering van het laden en lossen op het perceel.
5.4 Ontheffing van de bouwregels
5.4.1 Ontheffing met betrekking tot de parkeervoorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.2.1 onder a, mits:

  • a. de noodzakelijke parkeervoorzieningen op eigen terrein in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd en op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien; en
  • b. de situering van de parkeerplaatsen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.
5.4.2 Ontheffing met betrekking tot gebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.2.2 onder d voor het verhogen van de goothoogte van bedrijfswoningen tot maximaal 6 meter.

5.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gehandhaafd, tenzij ontheffing als bedoeld in 5.4.1 is verleend.
5.6 Ontheffing van de gebruiksregels
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 5.5 ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein, rekening houdende met de categorie-indeling als bedoeld in lid 5.1 onder a, mits het geen geluidszoneringplichtige inrichtingen betreffen;
    • 2. detailhandel in grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen;
    • 3. detailhandel in andere volumineuze artikelen zoals keukens, badkamers, sanitair et cetera, mits daardoor geen onevenredige verstoring plaatsvindt van de structuur van het plaatselijke en/of regionale distributieapparaat of een reeds bestaande verstoring wordt vergroot en in voldoende mate verzekerd is dat geen onevenredige verkeers- en/of parkeeroverlast zal optreden voor de omgeving;
  • b. Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 5.5 onder a indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.