Plan: | De Hoef e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002047-1501 |
De buurt is gelegen in een voormalig zandlandschap.Geologisch behoren de gronden tot jongere holocene rivierafzettingen op Pleistoceen zand. Dit pleistocene zand wordt op geringe diepte waargenomen (tussen 40 cm en 120 cm diep).
Bodemkundig noemen we de gronden kalkloze zandgronden. Ze bestaan hoofdzakelijk uit:
De stroming van het freatische grondwater is noordwestelijk gericht. De maaiveldhoogte ligt op 3.75 meter + NAP tot 4.00 meter + NAP.
Door de eeuwen heen was dit gebied in gebruik als akker en weidegronden. Dit wijkgedeelte is omstreeks 1960 ontwikkeld tot een sportpark en openbaar groen. Hierbij is binnen het gebied wel wat grondverzet gepleegd maar van een feitelijke ophoging was geen sprake.
Op basis van het milieuregistratiesysteem blijkt dat bij de sportaccommodaties geen olietanks aanwezig zijn. De opslag van chemicaliën bij het zwembad voldoet aan de daarvoor geldende eisen en geeft geen aanleiding voor het vermoeden van een verontreiniging. Wel bestond het vermoeden van een voormalige puinstort ter plaatse van de noordoosthoek in de nabijheid van het station.
Voorts valt het, vanwege de oorlogshandelingen tijdens de geallieerde opmars in de Tweede wereldoorlog, niet uit te sluiten dat ter plaatse nog explosieven aanwezig zijn.
Uit de bodemkwaliteitskaart blijkt binnen de zone waarbinnen het plangebied valt, dat de grond zeer licht verontreinigd is met koper, zink, lood, PAK-verbindingen en minerale olie. In het grondwater wordt over het algemeen slechts en licht verhoogd gehalte aan chroom en zink aangetroffen.
Binnen het plangebied zijn diverse bodemonderzoeken uitgevoerd:
De grond binnen nagenoeg het gehele plangebied is schoon. Alleen is in de bovengrond ter plaatse van het vermeende stort is een sterke verontreiniging met zink, een matige verontreiniging met cadmium en lood en een lichte verontreiniging met koper, kwik, nikkel, PAK en minerale olie aangetroffen.
In het grondwater is plaatselijk een lichte verhoging met cadmium, chroom en zink waargenomen.
In het nader onderzoek is de omvang van het stort op basis van zintuiglijke waarnemingen globaal ingekaderd. In 2008 is het stort ontgraven en op basis van uitkeuring van de putbodem en –wanden bepaald dat er geen verontreiniging in de bodem is achtergebleven. De grond met het stortmateriaal is recentelijk afgevoerd.
Het op basis van het vooronderzoek benodigde explosievenonderzoek zal gefaseerd uitgevoerd worden. In januari 2009 is het oostelijk gedeelte van het plangebied onderzocht. Hierbij is een brisantgranaat aangetroffen. Nadat deze onschadelijk was gemaakt kon het terrein worden vrijgegeven.
In verband met het voornemen om binnen het plangebied WKO's aan te leggen, heeft tevens een inventarisatie van potentiële bodemverontreinigingen in de omgeving van het plangebied plaatsgevonden. Hierbij was alleen een chemische wasserij ten zuiden van het plangebied relevant.
Naar aanleiding hiervan is op de zuidelijke grens van het plangebied het grondwater in het eerste watervoerend pakket onderzocht. Hierbij zijn geen verontreinigingen geconstateerd. Tevens is een studie verricht naar het effect van de WKO op een mogelijk aanwezige verontreiniging. Hieruit blijkt dat de risico's verwaarloosbaar zijn. Daarnaast kan in het geval dat er toch nog beïnvloeding van de verontreiniging plaatsvindt, dit worden geminimaliseerd door aanpassing van het pompregime in de WKO.