Plan: | Kanaalpark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002043-1401 |
Het oppervlaktewater maakt deel uit van het totale systeem dat zorgt voor de wateraanvoer, waterafvoer en waterberging. Water is daarmee een expliciete ruimtelijke functie. Het oppervlaktewater dient daarom ruimtelijk bestemd te worden als 'water' op de plankaart.
De bestemming 'water' is in dit bestemmingsplan opgenomen voor gronden die primair bestemd zijn voor waterhuishoudkundige voorzieningen, waterberging, waterlopen met bijbehorende taluds, bermen, groenvoorzieningen, kunstwerken en kademuren. De sluizencomplexen en het kanaal als waterweg zijn daarbij afzonderlijk bestemd. Voor de Rosmalense Aa is geen afzonderlijke bestemming water opgenomen. Er is voor gekozen de Rosmalense Aa onder te brengen in de bestemming Natuur. De Rosmalense Aa krijgt een meanderend beloop dat momenteel nog niet vastligt en in de toekomst mogelijk ook kan veranderen. Om de voor de toekomst noodzakelijke flexibiliteit te waarborgen is het niet gewenst het beloop van de Rosmalense Aa gedetailleerd in het bestemmingsplan vast te leggen. De realisering en de kwaliteit van de Rosmalense Aa is voldoende in het convenant en de reservering van de financiële middelen vastgelegd. De meer ondergeschikte, waterhuishoudkundige aspecten zoals kleinere watergangen vallen binnen de bestemmingen 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied'.
Overigens zal bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen het huidige waterbeleid, zoals dat is vastgelegd in Waterplan 2 (2009) en het Waterbeheersplan (Aa en Maas 2010) worden toegepast.
Met betrekking tot regionale waterkering is met het waterschap afgesproken om uitsluitend de waterkering zelf als dubbelbestemming op de verbeelding op te nemen, als een signaleringsfunctie. De beschermingszones worden niet onder de gemeentelijke regeling (bestemmingsplan) gebracht.
Het betreft hier een waterschapsbevoegdheid. Voor de belangen die het waterschap hier nastreeft, staan hen eigen instrumenten (Keur en Legger) ter beschikking. De gemeente acht een dubbele regeling op dit gebied niet wenselijk.
In het bestemmingsplan zijn enkele ontwikkelingslocaties opgenomen:
1) Aanleg Rosmalense Aa
2) Kruising Rosmalense Aa met Empelsedijk
3) Herziening afwateringssituatie Empel
4) Moeraszone en helofythenfilter groene geledingszone
5) Afkoppelen Rosmalen west
6) Overgang agrarische functie natuurfunctie
7) “Rood voor Groen”
Het doel van de Rosmalense Aa is om een goed functionerende natuurlijke verbindingszone te realiseren tussen Aa en Maas. Bij de aanleg van de Rosmalense Aa zullen de landschappelijke opbouw en bijbehorende hoogteverschillen worden gerespecteerd. Dit betekent dat de Rosmalense Aa de dekzandrug en de oeverwal diep zal doorsnijden. Het plangebied zal hierbij van zuid naar noord doorsneden worden door de Rosmalense Aa.
De huidige Aa zal middels een sifon onder de nieuwe Zuid-Willemsvaart worden doorgeleid. Een aftakking van de huidige Aa zal de toekomstige Rosmalense Aa gaan voeden, waarna deze door zal stromen tot de kruising met de Empelsedijk voor de uiteindelijke verbinding met de Maas.
Inclusief natuurvriendelijk ingericht talud en zaksloot met plasberm zal de Rosmalense Aa circa 12,5 meter breed worden en onderdeel uitmaken van een natuurlijke verbindingszone van circa 42 hectare. Hierbij zal de Rosmalense Aa worden ingericht als licht slingerende waterloop met vrije afwatering, stabiele afvoer en voldoende stroming.
Voor het verbinden van de Rosmalense Aa met de Maas zal de primaire kering van de Maas, de Empelse dijk, doorsneden moeten worden. Hiervoor zijn verschillende technische alternatieven, nabij de toekomstige sluis Empel, op een rij gezet. Op basis van ecologisch functioneren, veiligheid en kosten zal een keuze voor de technische uitvoering worden gemaakt. Hierbij wordt rekening gehouden met de keurvoorwaarden ten aanzien van het aanpassen van een primaire kering, zoals het voorkomen van terugstroming van grond- en oppervlaktewater middels een dubbelkerend kunstwerk. Ook zal voor deze kruising een afzonderlijke procedure worden gevoerd in het kader van de Waterwet (projectplan).
De voorgestelde aangepaste aanvoer en afwatering voor Empel-Maaspoort-Noord is weergegeven in onderstaand figuur. Het verleggen van de huidige waterafvoer van Empel biedt de mogelijkheid om de natuurlijke verbindingszone in het plangebied te versterken, omdat deze zone niet langer doorsneden wordt door de afvoerende watergang (Groote Wetering).
Om dit te realiseren zal buiten het plangebied de Groote Wetering ten westen van de nieuwe Zuid-Willemsvaart worden omgebogen en noordwaarts langs het kanaal worden verlegd. Ten zuiden van de nieuw te bouwen Empelse sluis zal de watergang het kanaal via een sifon kruisen en via de huidige aanvoerende watergang langs de Hustenweg in oostelijke richting worden afgevoerd en aangesloten op de Nieuwe Vliet. De stromingsrichting wordt dus omgedraaid. Om voldoende afvoercapaciteit te realiseren zal dit toekomstige afvoerkanaal nog worden verbreed ten opzichte van het huidige aanvoerkanaal. De Nieuwe Vliet blijft gehandhaafd voor lokale afwatering. Ook buiten de natuurlijke verbindingszone blijft de Groote Wetering als afvoerkanaal voor de lokale waterafvoer gehandhaafd.
Het inlaatwater van Empel zal in de toekomst via een aflaat in de sluis uit de nieuwe Zuid-Willemsvaart worden gehaald. In tijden van watertekort kan water uit de voorhaven van sluiscomplex Empel worden gehaald (Maaswater), zodat de Scheepvaart op de Zuid-Willemsvaart geborgd is.
Nieuwe Vliet
Figuur Voorgestelde aan- en afvoerroutes Empel-Maaspoort-Noord
Het moeras heeft een oppervlakte van 9 hectare. Het is de bedoeling dan het water hier langzaam gaat stromen en dat slib zich afzet. Het slib wordt regelmatig opgeruimd en de beplanting wordt regelmatig afgemaaid. Door beide maatregelen worden veel verontreinigingen en overmatig voedsel uit het water verwijderd.
Het is de bedoeling dat de moeraszone een gebied van rust wordt. Het water moet nagenoeg tot stilstand komen. Vogels moeten er kunnen komen en verblijven. Dit wil niet zeggen dat er geen mensen mogen komen. Mensen mogen er wel komen, maar dan ook in alle rust en op de aangelegde wandelpaden. Honden zijn niet toegestaan.
De Rosmalense Aa biedt kansen om de beperkte capaciteit van het rioolstelsel van Rosmalen te ontzien. Door aan de westkant van Rosmalen hemelwater af te koppelen en naar de Rosmalense Aa te leiden kan het rioolstelsel worden ontzien. Hierbij zal het hemelwater van de wegen en de bebouwing tot 100 meter in de wijk oppervlakkig naar de Rosmalense Aa worden afgevoerd. Retentie en vertraging van hemelwater zal worden gerealiseerd door komvormige buffers in de geledingszone aan te leggen met een overloop naar de Rosmalense Aa. De verharde oppervlakken die voor afkoppeling in aanmerking komen hebben als voorwaarde dat ze autoluw zijn en geen uitlogende materialen bevatten. Voor de afkoppeling van verhardingen van het gemengde rioolstelsel hanteert het waterscahp een norm van 15 mm.
Momenteel bevindt zich een agrarische functie in de groene geledingszone. Conform de doelstelling van de groene geledingszone zal deze agrarische functie op termijn worden omgezet naar een natuurfunctie. Deze functieverandering brengt andere eisen met zich mee ten aanzien van de drooglegging in het gebied. Het waterpeil zal dan van de huidige 2m+N.A.P. dalen naar 1,10 tot 1,40m+N.A.P. Momenteel vindt buiten het plangebied aanpassing van het gemaal aan de Rodenborchweg plaats, waarbij rekening gehouden wordt met de voorlopige agrarische functie.
Hoewel het plangebied van de Rosmalense Aa niet tot het buitengebied behoort, is de wens om toch van het instrument “Rood voor Groen” gebruik te maken met het oog op de kwaliteitsverbetering van de groene geledingszone. Hierbij wordt gedacht aan de bouw van woningen op stedenbouwkundig en milieutechnisch verantwoorde plaatsen in ruil voor de sloop van stallen of in ruil voor een tegenprestatie ter versterking van landschappelijke, ecologische en/of recreatieve waarden.
Bij de realisatie van nieuwe woningen in het plangebied zal de huidige situatie ten aanzien van de behandeling van afval- en hemelwater gehandhaafd blijven. Uit zorg voor een goede kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater moet bij deze ontwikkelingen worden afgezien van het gebruik van uitlogende bouwmaterialen in daken, gevels, verhardingen, erfafscheidingen en regenwatervoorzieningen (goten en leidingen).