direct naar inhoud van 5.6 Externe veiligheid
Plan: Kanaalpark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002043-1401

5.6 Externe veiligheid

Externe veiligheid heeft betrekking op het beheersen van risico's die samenhangen met activiteiten en handelingen met gevaarlijke stoffen. Het kan hierbij gaan om inrichtingen waarin gevaarlijke stoffen worden gebruikt of opgeslagen, maar ook door het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, water, spoor of ondergrondse leidingen. Het externe veiligheidbeleid voor inrichtingen is vastgelegd in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI). In de circulaire risiconorming vervoer gevaarlijke stoffen (en de wijziging van 15 december 2009) is het beleid beschreven over de afweging van veiligheidsbelangen die een rol spelen bij vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarnaast is sinds 24 juli 2010 het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen van kracht. Dit besluit regelt de milieukwaliteitseisen voor vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen.

De gemeente 's-Hertogenbosch heeft de huidige externe veiligheidsituatie in juni 2010 vast laten leggen in een uitvoeringskader externe veiligheid gemeente 's-Hertogenbosch, deel A: uitvoeringskader.

De normering van risico's is tweeledig. Het plaatsgebonden risico (PR) is een maat voor het risico op een locatie in de omgeving van een risicobron. Door de punten met een gelijke mate van risico met elkaar te verbinden ontstaat een contour op de kaart. In het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) is vastgelegd welke mate van risico acceptabel is: deze contour is de zogenaamde 'PR-contour', waarbinnen geen (beperkt) kwetsbare bestemmingen toegelaten zijn. Op deze wijze wordt voorzien in een basisbeschermingsniveau.

De tweede vorm van risiconormering wordt uitgedrukt in het groepsrisico (GR). Het GR is het resultaat van een statistische berekening, waarin de mate van maatschappelijke ontwrichting inzichtelijk wordt gemaakt voor de situatie dat zich een ongeval met gevaarlijke stoffen voltrekt.

Voor het plangebied en de omgeving is beoordeeld of er relevante bronnen van risico aanwezig zijn.

Bedrijven

Binnen het plangebied zijn geen Bevi of BRZO-bedrijven aanwezig.

Vervoer over wegen

Het plangebied wordt aan de westzijde begrensd door de autosnelweg A2 en doorkruist door de A59. De A2 en de A59 zijn onderdeel van het basisnet. Het plaatsgebonden risico (PR) wordt niet overschreden. Het groepsrisico is laag en eventuele nieuwe ontwikkelingen in het kader van het rood voor groen principe zijn zo beperkt van omvang dat er geen significante toename van het groepsrisico zal optreden.

Vervoer over spoor

Over de spoorlijn vindt (ook in de toekomst) transport van gevaarlijke stoffen plaats. In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de vervoerscijfers:

Stofcategorie   Transporten per jaar (prognosecijfers 2007)  
  Blok   Bont  
A   Brandbaar gas   0   700  
B2   Toxisch gas   0   200  
B3   Zeer toxisch gas   0   0  
C3   Zeer brandbare vloeistof   0   1.050  
D3   Toxische vloeistof   0   50  
D4   Zeer toxische vloeistof   0   50  

Bron: 'Beleidsvrije marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor voor de middellange termijn', actualisatie prognose 2003, ProRail d.d. 25 juli 2007

Uit een berekening van het plaatsgebonden risico vanwege het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor, uitgevoerd ten behoeve van een andere ruimtelijke ontwikkeling, volgt dat er geen plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar buiten het spoortracé optreedt. Deze berekening heeft plaatsgevonden in het kader van de planontwikkeling voor de inbreidingslocatie De Hoef te Rosmalen, een projectgebied aan hetzelfde spoor. Omdat het aantal mensen in de omgeving geen invloed heeft op het berekende plaatsgebonden risico en voor het gehele traject geldt dat er sprake is van vergelijkbare factoren (geen wissels, overgangen etc.) kan de constatering dat er geen PR-contour buiten het spoor wordt berekend ook worden gedaan voor de Rosmalense Aa

Het wettelijk vereiste niveau van basisbescherming wordt hiermee geboden. Vanuit het plaatsgebonden risico is er derhalve geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Eventuele nieuwe ontwikkelingen in het kader van het rood voor groen principe zijn zo beperkt van omvang dat er geen significante toename van het groepsrisico zal optreden.

Vervoer over water

De Zuid-Willemsvaart is geen binnenvaartweg die voorkomt in bijlage 6 van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Dit betekent dat er volgens de circulaire vanuit gegaan mag worden dat er geen plaatsgebonden risico op het water is. Het groepsrisico hoeft niet beoordeeld en verantwoord te worden, omdat de hoeveelheden gevaarlijke stoffen die wegen worden vervoerd niet of nauwelijks van invloed zijn op het groepsrisico.

Daarnaast is in het kader van het tracébesluit wel uitgebreid gekeken naar de risico's van de nieuwe Zuid Willemsvaart. Uit het onderzoek is gebleken dat de normen van het PR en de oriënterende waarde van het GR niet worden overschreden en dat maakt dat geen maatregelen zijn vereist.

Buisleidingen

De in 's-Hertogenbosch gelegen hogedruk aardgasleidingen hebben een werkdruk van 40 bar en een diameter van 12 inch. Uit berekeningen van de Gasunie is gebleken dat rond deze hogedruk aardgasleidingen in 's-Hertogenbosch geen knelpunten met het plaatsgebonden risico bestaan. De leidingen hebben een plaatsgebonden risicocontour welke op de leidingen is gelegen (0 meter). Het invloedsgebied van deze leidingen bedraagt 140 meter waarbinnen het groepsrisico dient te worden beschouwd. Eventuele nieuwe ontwikkelingen binnen dit invloedsgebied hebben niet of nauwelijks een toename van het aantal personen tot gevolg, waardoor verdere verantwoording niet nodig is. De aardgasleiding heeft een belemmerende strook van 4 meter aan weerszijde van de leiding, waarop niet gebouwd mag worden.