direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Kruiskamp - Schutskamp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002030-1501

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Ruimtelijke StructuurVisie 's-Hertogenbosch 2003 "Stad tussen stromen"

De gemeente 's-Hertogenbosch heeft zijn ambities voor de komende jaren in beeld gebracht in de vorm van een Ruimtelijke StructuurVisie. Deze Ruimtelijke StructuurVisie is een raamwerk en een gids voor de ruimtelijke activiteiten en investeringen van burgers, bedrijven, instellingen en overheid in de komende jaren. De visie bestrijkt de periode tot 2010 en geeft een doorkijk naar 2020.

In de Ruimtelijke StructuurVisie (RSV) is de lagenbenadering van het streekplan nader uitgewerkt. Nieuwe ontwikkelingen zullen worden afgestemd en getoetst op de specifieke onderlagen van een gebied en de laag van infrastructuur.

De Ruimtelijke StructuurVisie is bedoeld om richting te geven aan de eigen stedelijke ambities, voorzover ruimtelijk relevant. Daarmee is het een paraplunota en een integratiekader voor de ruimtelijke gevolgen van deze ambities van de verschillende sectorale nota's.

De Ruimtelijke StructuurVisie is ook toetsingskader en leidraad voor ruimtelijke plannen van de gemeente, zoals structuurvisies en bestemmingsplannen.

De belangrijkste aandachtspunten/onderdelen uit de StructuurVisie zijn:

  • een kwaliteitsslag voor de bestaande ruimte door middel van een actief voorraadbeheer in wijken en buurten, herstructurering en herinrichting en meer menging van functies;
  • de kwaliteit van het leefmilieu kan worden verbeterd door de realisering van een duurzaam landschappelijk raamwerk waarin het water een prominente rol speelt. Hierdoor wordt de afwisseling tussen stad en land contrastrijker en de ligging van de stad in een delta herkenbaarder. De stad gaat door met een duurzame stedenbouwkundige ontwikkeling van nieuwe gebieden en van bestaande buurten en wijken;
  • ruimte wordt geboden aan een grotere variatie van woon- en werkmilieus, gebaseerd op diverse leefstijlen en inkomens, segmentering van bedrijven, menging van functies en een goede spreiding van voorzieningen.


De wijken De Kruiskamp en De Schutskamp maken in de Ruimtelijke StructuurVisie deel uit van de Engelervleugel. Voor de ontwikkeling van deze vleugel zijn uitgangspunten opgesteld waarvan een aantal van toepassing is op het plangebied (of de directe omgeving) van dit bestemmingsplan.

Voor het stadsdeel West is het streven gericht op het opheffen van het isolement van het stadsdeel. Dat kan gebeuren door meer en betere relaties naar de binnenstad te maken. Voor de wijken De Kruiskamp en De Schutskamp vindt dit in de toekomst plaats door de aanleg van een (langzaamverkeers)verbinding over het spoor in het Paleiskwartier (Ponte Palazzo). Deze toekomstige verbinding zal in het verlengde van de Boschmeersingel komen te liggen. Kansen liggen er daarmee voor een versterking van de Boschmeersingel als 'wijkverbindingsas' en als ruimtelijke drager van de wijk Schutskamp. Langs deze straat kunnen mogelijkheden geboden worden voor woonmilieuvriendelijke werkfuncties.

De centrale ruimtelijke as van de wijk wordt gevormd door de westelijke radiaal. Deze 'stedelijke verbindingsas' volgt het tracé Chr. Huygensweg, Simon Stevinweg, Kooikersweg. Deze verbindingsas is primair ingericht voor verkeer op wijkniveau en vormt de belangrijkste verbinding met de binnenstad voor langzaam verkeer en openbaar vervoer. Vanaf het winkelcentrum 'De Helftheuvel' wordt deze centrale as doorgetrokken tot de meanderflat en dan vervolgens als belangrijke fietsroute doorgezet over de A59 naar de recreatieplas Engelermeer, Engelen en verder. In de zones langs deze verbindingsas wordt functiemenging en selectieve verdichting gestimuleerd. Hieraan worden ook plekken met een hoog verblijfskarakter gekoppeld.

De Helftheuvel is in de Ruimtelijke Structuurvisie aangewezen om uit te groeien tot stadsdeelcentrum met een belangrijke sociaal-culturele ontmoetingsfunctie, waardoor allerlei ruimtelijke ontwikkelingen op of nabij De Helftheuvel te verwachten zijn. Het winkelcentrum de Helftheuvel zal worden versterkt met woonfuncties voor ouderen en alleenstaanden, met bijbehorende sociaal-medische voorzieningen, vooral gericht op ouderen.

De relatie van de stad met de Langstraat en de Gement groeit. Het streven is gericht op het beter toegankelijk maken van de Gement vanuit de wijken Kruiskamp en Schutskamp.

In het bestemmingsplan Kruiskamp - Schutskamp is het beleid uit de Ruimtelijke StructuurVisie voor een deel direct vertaald. Langs de Kooikersweg (stedelijke verbindingsas) en de Boschmeersingel (wijkverbindingsas) wordt een grotere menging van woonfuncties met voorzieningen, werk- en maatschappelijke functies nagestreefd (bijvoorbeeld buurt- en wijkvoorzieningen, praktijkruimten en kleinschalige, milieuvriendelijke bedrijvigheid). De overige aspecten uit de Ruimtelijke StructuurVisie zijn niet direct vertaald. De bestaande functies en kwaliteiten van het plangebied zijn in het bestemmingsplan als zodanig bestemd. In het bestemmingsplan zijn flexibele bestemmingen met ruime regels opgenomen, zodat bestaande situaties hierbinnen vallen. Tevens worden hierdoor niet al te grootschalige transformatie en herinrichting van gebieden en wegen mogelijk gemaakt.

3.3.2 Landschapsvisie

De gemeente 's-Hertogenbosch wil graag bijdragen aan de ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardig landschap. De opstelling van de Landschapsvisie is één van de initiatieven die zij daartoe heeft ondernomen. De planhorizon is gesteld op 2015. Qua abstractieniveau beweegt de Landschapsvisie zich tussen het bestemmingsplan Buitengebied voor het noordelijke deel van de gemeente en de Ruimtelijke Structuurvisie.

De Landschapsvisie is op 22 april 1999 vastgesteld door de gemeenteraad.

Centraal in de Landschapsvisie staat het ontwikkelen van een beeld en een plan van aanpak voor het landschappelijk raamwerk van de gemeente gedurende een periode van 20 jaar. Het raamwerk vormt de dragende constructie van het Bossche landschap. Het bestaat uit een samenhangend patroon van natuur- en bosgebieden, dat wordt dooraderd door groene en blauwe netwerken die verbanden leggen met de omgeving.

De groene randen rondom De Kruiskamp en De Schutskamp zijn in het landschappelijk raamwerk aangeduid als stedelijk groen. In het raamwerk is verder een aantal landverbindingen opgenomen. Behalve als leefgebied voor minder kritische soorten fungeren zij als verbindingen tussen de groengebieden. In het stedelijk gebied zijn ze veelal gekoppeld aan de stedelijke hoofdgroenstructuur. In De Kruiskamp en De Schutskamp is het streven gericht op het realiseren van een landverbinding in de noordelijke groenzone. Zij zal een verbinding gaan vormen tussen de Gement en de Haverleij (Bossche Buitens). De inrichting zal worden gericht op het ontwikkelen van stedelijke natuur waarbij water een belangrijke rol speelt. De landverbinding krijgt zowel een recreatieve als een ecologische betekenis.

Wat betreft de landschapselementen zijn structurele plekken in het bestemmingsplan bestemd op de verbeelding (voorheen plankaart). Zo hebben de groene randen rondom De Kruiskamp en De Schutskamp een groenbestemming gekregen.

3.3.3 Nota 'Bomen in de stad'

Met de nota "Bomen in de stad" (april 2000) is de visie op ontwikkeling en behoud van robuuste en samenhangende boomstructuren langs infrastructuur (wegen, fietspaden, vaarwegen, beken) in de stad vastgelegd.

Een ambitie die in de nota wordt uitgesproken, is het herstellen van oude structuren die nu vaak slechts fragmentarisch aanwezig zijn. Met behulp van bomen kan een dergelijke structuur niet alleen weer opnieuw worden vastgelegd, maar kan tevens bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteiten.

In de nota zijn de boomstructuren langs de volgende wegen, die in het plangebied Kruiskamp - Schutskamp liggen, aangewezen als belangrijke boomstructuren: Helftheuvelweg en Kooikersweg. De groene inrichting van de Helftheuvelweg dient gehandhaafd en zo mogelijk versterkt te worden, ter vergroting van de belevingswaarde. Voor de Kooikersweg wordt gestreefd naar een laanbeplanting die de langzaamverkeersroutes benadrukt en begeleidt.

In de nota 'Bomen in de stad' zijn diverse plekken en punten in kaart gebracht waarin de karakteristiek van de stad haar verankering vindt. De groenzones in en aan de randen van Kruiskamp en Schutskamp vormen belangrijke groenplekken. De Kruiskamp en De Schutskamp karakteriseren zich als groene wijken, met een open en wijds karakter, waarin de singelstructuur een belangrijke rol speelt. Door in de totale structuur van de openbare ruimte bomen toe te voegen, wordt een ruimtelijke kwaliteit toegevoegd aan de wijk.

De uitvoering van het beleidsplan 'Bomen in de stad' geschiedt door jaarlijks circa twee van de in de nota genoemde wegen aan te planten.

In het bestemmingsplan zijn flexibele bestemmingen met ruime regels opgenomen, zodat de uitvoering van het beleidsplan 'Bomen in de stad' mogelijk is.

3.3.4 Welstandsnota

In het bestemmingsplan voor De Kruiskamp en De Schutskamp worden de functie en het gebruik van de gronden en de maatvoering van de bebouwing geregeld. Het bestemmingsplan vormt de basis voor de stedenbouwkundige opzet van de wijk. De architectonische verschijningsvorm wordt gewaarborgd door middel van een welstandsnota.

In de welstandsnota die voor de gemeente 's-Hertogenbosch is opgesteld, zijn per bebouwingstype architectonische en bouwtechnische welstandscriteria opgenomen.

In de gebiedsuitwerking West zijn naast algemene welstandscriteria ook welstandscriteria en aanbevelingen opgenomen voor bebouwing die een bijzondere positie inneemt in het stadsbeeld van beide wijken. Daarnaast is de wijk onderverdeeld in een aantal bebouwingtypen. Voor elk bebouwingstype zijn vervolgens welstandscriteria opgenomen.

Op het merendeel van het plangebied is een algemeen welstandsniveau van toepassing. Het beleid hierbij is gericht op handhaving van de basiskwaliteiten van de wijk. Op een deel van de bebouwing aan de Oude Vlijmensweg en het gebied op de hoek van de Helftheuvelweg en de Gouverneur Van den Bogaerdesingel is een bijzonder welstandsniveau van toepassing. Dit niveau dient ter bescherming van de herkenbaarheid van de historische structuur en het daarmee gepaard gaande karakter van de bebouwing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002030-1501_0008.jpg"

Afbeelding 7: Welstandsniveaus West

Met de twee genoemde beleidsstukken, het bestemmingsplan en de Welstandsnota, wordt zowel de stedenbouwkundige opzet als de architectonische verschijningsvorm vastgelegd in een beleidskader. Nieuwe (omgevingsvergunningplichtige) bouwplannen worden zowel aan het bestemmingsplan als aan de Welstandsnota getoetst.

3.3.5 Waterplan

Het doel van het Waterplan 'Waterstad 's-Hertogenbosch' (14 juli 2009) is het bereiken van een veilig en een duurzaam watersysteem in en om 's-Hertogenbosch, waarbij zo goed mogelijk aan de wensen van alle belanghebbenden tegemoet wordt gekomen. Het Waterplan betreft een koepelplan voor alle waterzaken. Het gaat daarbij om de gewenste inrichting en het beheer van oppervlaktewater en grondwater, als ook om de afvoer van hemelwater en afvalwater.

Het Waterplan omvat het gemeenschappelijk beleid van gemeente en de waterschappen. Dit gemeenschappelijke beleid moet leiden tot een klimaatbestendig, robuust en mooi watersysteem in de Groene Delta. De bijdrage aan energiebesparing vanuit het watersysteem zijn verkend met het oog op de doelstelling om in 2050 als stad klimaatneutraal te zijn. Ambities zijn hierbij verwoord naar beleid op hoofdlijnen. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGrp) is het beleid ten aanzien van afvalwater, regenwater en grondwater verder uitgewerkt.

Het waterplan bevat een uitvoeringsprogramma met concrete projecten. Dit uitvoeringsprogramma is aan de hand van de volgende tien speerpunten samengesteld:

  • per deelgebied een visie op het watersysteem (waterstructuurplan);
  • gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef helderheid in taken partijen (NBW);
  • klimaatsadaptieve stadsontwikkeling;
  • water maakt ’s-Hertogenbosch mooi;
  • visie op de ondergrond;
  • actieve participatie in regionale ontwikkelingen;
  • benutten van kansen in het watersysteem voor de energieneutrale stad;
  • uitvoeren van maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan;
  • uitvoeren overige maatregelen uit de waterprogramma’s van het gebiedsproces;
  • werken aan water in West (de schop in de grond).

Voor het cluster West en Engelen zijn de oplossingsrichtingen uit de watersysteemanalyse al concreter in beeld gebracht en vertaald naar mogelijke maatregelen. Deze zijn vastgelegd in een inrichtings- en beheersvisie. Ten aanzien van de waterkwaliteit is een aantal knelpunten gesignaleerd. De visie resulteerde in een zestal maatregelen die de gesignaleerde knelpunten oplossen. Deze zogenaamde ‘no regret’ maatregelen worden in de komende planperiode uitgevoerd. Met de vergroting van de bergingscapaciteit is reeds een aanvang gemaakt. De overige (kwaliteits)maatregelen bestaan o.a. uit het maken van een nieuwe inlaat voor West en het afkoppelen van stedelijke verhardingen in West.

In hoofdstuk 6 'Waterparagraaf' worden de belangrijkste beleidsuitgangspunten voor het plangebied Kruiskamp - Schutskamp genoemd. Ook wordt hier ingegaan op de wijze waarop met water wordt omgegaan op de (her)ontwikkelingslocaties.

3.3.6 Woonbeleid

Het woonbeleid van de gemeente 's-Hertogenbosch is vastgelegd in de nota Wonen 2007.

Eén van de doelstellingen van het woonbeleid in 's-Hertogenbosch is om de woningdifferentiatie te vergroten. Deze keuze is gemaakt om enerzijds de soms eenzijdigheid van het woningaanbod in buurten te doorbreken en anderzijds om de inwoners van de stad voldoende keuzemogelijkheden te bieden in de vorm van een gedifferentieerd en gevarieerd woningaanbod met een eigen identiteit en karakter. Zowel in bestaande als in nieuwe buurten moeten mensen kunnen kiezen uit verschillende prijs- en kwaliteitsniveaus en verschillende woningtypen. Nieuwbouw, maar ook verbouw en herbouw kunnen worden ingezet om dit doel te bereiken. Nieuwbouw moet dan bestaan uit een mix van prijscategorieën en woningtypologieën.

Bij nieuwbouw in bestaande buurten geldt vaak dat er nog maar beperkte ruimtelijke mogelijkheden aanwezig zijn om woningen te bouwen. Dit betekent dan dat zorgvuldig met deze vrijkomende locaties moet worden omgegaan. Hiervoor geldt dan het uitgangspunt: 'strategische nieuwbouw'. Nieuwbouw moet niet leiden tot meer van hetzelfde, maar juist tot een verbreding van het bestaande woningaanbod. De woningbouw moet een 'meerwaarde' bieden ten opzichte van het aanwezige woningaanbod.

De opgave voor de woningproductie is dan: “voldoende en gevarieerd bouwen”. Dit betekent onder meer dat de diversiteit in de nieuwbouw vergroot moet worden, zowel ten aanzien van prijsklassen, als ten aanzien van woningtypen. In de nota Wonen 2007 is na uitvoerige analyse van vraag en aanbod op de woningmarkt een differentiatie voor het woningbouwprogramma voor de komende periode vastgelegd. Deze differentiatie geldt als stedelijk gemiddelde en is als volgt:

  • sociale sector (huur en koop): 30% t/m 2010, 25% bij realisatie na 2010;
  • middeldure sector: 30%;
  • dure sector: 40% t/m 2010, 45% na 2010.

Het gaat hier uitdrukkelijk om stedelijke gemiddelden. Per woningbouwplan kan een afwijkende differentiatie wenselijk zijn, afhankelijk van de locatie, de buurt en de beoogde doelgroep.

Een tweede belangrijke doelstelling van de nota Wonen 2007 is om het woningaanbod voor 'bijzondere doelgroepen' te vergroten. Dit betekent het creëren van woningen of wooneenheden voor mensen die om diverse redenen (tijdelijk of permanent) specifieke zorg en/of begeleiding nodig hebben en die daarbij een specifieke woonvraag (kunnen) hebben. Onder bijzondere doelgroepen worden verstaan:

  • ouderen en gehandicapten (lichamelijk, verstandelijk en visueel gehandicapt);
  • daklozen: individuele personen die geen dak boven hun hoofd hebben en op straat leven of voor kortere of langere tijd in de opvang verblijven;
  • potentiële daklozen: individuele personen die een grote kans lopen om hun bestaande huisvesting te verliezen;
  • overige bijzondere doelgroepen: individuele personen of gezinnen die moeilijk te huisvesten zijn vanwege een tbs-verleden of een verleden als zedendelinquent of vanwege blijvend crimineel, overlastgevend of onaangepast gedrag.

Centraal uitgangspunt is dat bij ruimtelijke ontwikkelingen (nieuwbouw, herstructurering of transformatie) de samenstelling van de woningvoorraad in de wijk hét vertrekpunt is. Zoveel mogelijk ‘aanvullende woningprogramma’s’ dus om wijken, waar nodig, meer evenwichtig te maken. Vergroten van de variatie betekent soms ook dat specifiek voor ouderen, of juist voor starters gebouwd zou moeten worden. Het woningprogramma moet een versterking betekenen voor de huidige woningvoorraad van de wijk. Dat geldt overigens niet alleen voor nieuwbouw, maar ook voor omvormingen van bestaande woningen.

Het accent van het woonbeleid voor de wijk West ligt op:

  • meer senioren(plus)woningen;
  • meer koopwoningen;
  • op termijn verkoop van huurwoningen;
  • renovatieprogramma in Kruiskamp en Schutskamp.

De mogelijkheden voor nieuwbouw in De Kruiskamp en De Schutskamp zijn nog maar beperkt aanwezig, wat betekent dat zorgvuldig met vrijkomende locaties moet worden omgegaan. Gelet op het huidige woningaanbod moet er aanvullend gebouwd gaan worden in de prijsklassen die aansluiten op deze voorraad: dit betekent vooral koop- en huurwoningen in het middeldure en dure segment. Maar niet alleen qua prijsklasse moet er een gedifferentieerd woningbouwprogramma zijn, maar ook qua woningtypologie (grondgebonden en gestapeld).

De huidige woningvoorraad van De Schutskamp wordt gekenmerkt door een relatief beperkt aantal koopwoningen (40% t.o.v. 53% voor de hele stad). En de koopwoningen die in deze wijk staan hebben een relatief lage WOZ-waarde (gemiddeld in Schutskamp € 177.619,-; voor de hele stad € 218.049,-).

De huidige bevolking van De Schutskamp bestaat voor een relatief groot deel uit ouderen: 26% is ouder dan 65 jaar t.o.v. 13,5% voor de hele stad. Het aandeel jongeren (jonger dan 20 jaar) ligt onder het stedelijk gemiddelde: 18,6% De Schutskamp, 22,7% hele stad.

Ontwikkeling Rijzertlaan Oostzijde

Gezien de bevolkingssamenstelling van De Schutskamp moet er gebouwd worden ten behoeve van doorstroming van ouderen (gezien de toenemende vergrijzing in deze buurt); doorstroming van ouderen genereert tevens weer vrijkomend woningaanbod. Ouderen prefereren appartementen in de omgeving van een winkelcentrum. Ook is het van belang om bijzondere aandacht te besteden aan de huisvestingsmogelijkheden voor starters die in De Schutskamp wonen. Starters moeten de kans krijgen om ook in De Schutskamp te kunnen blijven wonen. Op deze manier kan er meer evenwicht in de bevolkingssamenstelling gaan ontstaan. Voor starters is dan een aanbod van goedkope koopwoningen van belang. Het programma voor de locatie Rijzertlaan Oostzijde speelt in op de vraag naar appartementen nabij het winkelcentrum, en de vraag naar goedkopere koopwoningen. Het plan omvat 28 appartementen markt koop en 10 grondgebonden woningen sociale koop.

De bestaande woningen zijn in het bestemmingsplan als zodanig bestemd. In het bestemmingsplan zijn globale bestemmingen met ruime regels opgenomen, zodat bestaande situaties hierbinnen vallen. Tevens wordt hierdoor niet al te ingrijpende herstructurering van gebieden mogelijk gemaakt. Ten slotte is de ontwikkeling van appartementen aan de Rijzertlaan Oostzijde met het bestemmingsplan mogelijk gemaakt.

3.3.7 Nota detailhandel 2006-2010

In de Nota detailhandel 's-Hertogenbosch 2006-2010 wordt de gemeentelijke visie op detailhandel weergegeven. De nota is vastgesteld op 14 februari 2006.

Doel van het detailhandelsbeleid is randvoorwaarden te creëren voor behoud en versterking van de Bossche winkelstructuur. Uitgangspunten van het detailhandelsbeleid zijn:

  • De fijnmazige Bossche winkelstructuur voor dagelijkse artikelen wordt gehandhaafd: stadsdeel- en wijkwinkelcentra, buurtwinkelgebieden.
  • 's-Hertogenbosch biedt geen ruimte aan megasupermarkten buiten de stadsdeel- en wijkwinkelcentra.
  • Uitgangspunt van het Bossche detailhandelsbeleid is het drieslagmodel (1. centra voor boodschappen doen, 2. centra voor recreatief winkelen, 3. centra voor doelgerichte aankopen), met dien verstande dat voor vestiging van grootschalige non food winkelformules - die voornamelijk niet volumineuze artikelen verkopen - het primaat ligt bij de binnenstad, conform de Ontwikkelingsvisie Stadscentrum. Zijn daar redelijkerwijs onvoldoende mogelijkheden dan kan vestiging in of aansluitend aan een themawinkelgebied overwogen worden, waarbij aangetoond moet worden dat dit geen afbreuk doet aan het functioneren van de binnenstad.
  • Gestreefd wordt naar clustering van winkels in winkelconcentraties: geen solitaire vestiging, geen toename verspreide bewinkeling.

In het plangebied Kruiskamp - Schutskamp ligt de Helftheuvel, die in de Nota detailhandel wordt beschouwd als een stadsdeelcentrum. Ten opzichte van de vorige detailhandelsnota schuift het centrum een positie op in de winkelhiërarchie: van wijkwinkel- naar stadsdeelcentrum.

Mede door het achterblijven van investeringen in winkelcentra Rompertpassage, Maaspoortpassage en centrum Rosmalen trekt de in 1998 vernieuwde Helftheuvel consumenten uit een groter gebied dan het eigen stadsdeel. Modernisering van die drie centra moet hierin meer evenwicht brengen. Daarmee is niet gezegd dat de Helftheuvel 'op slot' gaat. Ook daar wordt in beginsel de behoefte gehonoreerd om de supermarkten en eventueel de verswinkels uitbreidingsruimte te geven (per supermarkt maximaal circa 500 m² wvo). Er wordt niet tegemoet gekomen aan de wens om de passage in de non-food sfeer eveneens extra uitbreidingsruimte toe te kennen, omdat de koopkrachttoevloeiing vanuit andere stadsdelen, inclusief de binnenstad, er alleen maar door zou toenemen.

De huidige omvang van het stadsdeelcentrum is 11.900 m² wvo. In de Nota detailhandel wordt een uitbreiding voorgesteld tot 13.500 m² wvo (in totaal 1.600 m² wvo toename).

Het betreft een complexe opgave, omdat in geval van extra winkelmeters (aansluitend aan het bestaande centrum) niet valt te ontkomen aan gebouwde parkeervoorzieningen en aan herschikking van winkelruimte binnen het bestaande centrum. Voorts dienen eigenaren van de percelen aan de westzijde van het centrum erbij betrokken te worden (voormalige school, voormalig pand Keuringsdienst van Waren). De gemeente heeft het initiatief genomen om alle betrokken partijen bijeen te brengen. De plannen zijn echter nog niet zo ver dat ze meegenomen kunnen worden in onderhavig bestemmingsplan.

Zoals ook in 1998 geconstateerd zijn de perspectieven voor de dicht bij elkaar gelegen buurtsteunpunten Churchilllaan en Kooikersweg matig tot slecht. De gemeente wil inzetten op één van beide centra, om te voorkomen dat ze beide wegkwijnen. Het winkelgebied Kooikersweg biedt het meeste perspectief. Bovendien wil de eigenaar het gebouwencomplex, waarvan de winkelstrip op de begane grond deel uitmaakt, slopen en vervangen door nieuwbouw. Hij heeft ook de ambitie er een modern buurtwinkelcentrum te realiseren. De gemeente staat positief tegenover deze plannen. In overleg met de eigenaar/initiatiefnemer wil de gemeente bezien of winkeliers aan de Churchilllaan een plek kunnen krijgen aan de Kooikersweg. Aangezien de plannen echter nog niet in een vergevorderd stadium zijn, zijn deze vooralsnog niet meegenomen in dit bestemmingsplan.

Ter wille van de flexibiliteit is in de Nota detailhandel niet voor elk winkelgebied een exact aantal meters uitbreidingsruimte opgenomen. In overleg met de betrokkenen moet worden bezien op welke wijze een eventuele uitbreiding vorm kan krijgen. Daarbij zijn de gebruikelijke ruimtelijke, stedenbouwkundige en verkeerstechnische eisen en voorwaarden van toepassing. De supermarkten zijn in dit bestemmingsplan "Kruiskamp - Schutskamp" wel specifiek vastgelegd. Uitbreiding van de supermarkten is daarmee niet rechtstreeks mogelijk gemaakt.

3.3.8 Beleidsplan Horeca

In het Beleidsplan Horeca is aangegeven dat de mogelijkheden voor uitbreiding van het horeca-aanbod in de wijken buiten de binnenstad beperkt zijn. De bestaande horecabedrijven moeten in staat worden geacht aan de potentiële vraag te kunnen voldoen. Voor De Kruiskamp en De Schutskamp dient dus een consolidatiebeleid te worden gevoerd. Er worden geen vestigingsmogelijkheden voor nieuwe horecabedrijven geboden.

3.3.9 Integraal (Onderwijs) Huisvestingsplan (IHP)

Sleutelwoorden in het gemeentelijk onderwijsbeleid zijn: "basis in de buurt", integrale aanpak, maatwerk per buurt/wijk en multi-functionele accommodaties.

Met het Integraal (Onderwijs) Huisvestingsplan (juni 2003) is het mogelijk planmatig te werken aan verbetering van de onderwijsinfrastructuur in de stad. Voor gemeente en schoolbesturen ontstaat er een meerjarenperspectief (tot en met 2015) waarbinnen de verschillende ingrepen en aanpassingen kunnen plaatsvinden.

De bouw van de Brede Bossche scholen op de twee locaties aan de Kooikersweg, Commissaris Bosch van Drakesteinlaan en bijbehorende sportzaal aan de Churchilllaan dat basisonderwijs, buurthuis, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk omvat past binnen deze principes van multi-functionele accommodaties.

3.3.10 Kantorenvisie 2004-2015

In de kantorenvisie "Ruimte voor kantoren 2004 - 2015" wordt een visie gegeven op de Bossche kantorenmarkt in de periode 2004 - 2015.

De belangrijkste beleidspunten uit de kantoorvisie zijn:

  • 1. Realisatie van een nieuwbouwprogramma in de periode 2004-2015 van 255.000 m² (130.000 m² in de periode 2004-2010 en 125.000 m² in de periode 2010-2015).
  • 2. Het selectief vestigingsbeleid zal worden voortgezet. Dit houdt in, dat voor grootschalige kantoren slechts één locatie tegelijkertijd wordt ontwikkeld. Het Paleiskwartier en omgeving hebben prioriteit, daarna volgen Station Oost en Avenue2.
  • 3. De ontwikkeling van kleinschalige kantoren (1.000 m²) krijgt meer ruimte. De mogelijkheden hiervoor liggen op de stedelijke verbindingsassen en de vrijkomende VAB-terreinen. Ook de herontwikkeling van het GZG-terrein, de Kom Rosmalen en de nieuwbouwmogelijkheden in de Groote Wielen en Willemspoort bieden voor kleinschalige kantoren perspectief.
  • 4. De gemeente stimuleert actief het vertrek van grote kantoren uit de binnenstad.
  • 5. De gemeente is pro-actief wat betreft het uit de markt nemen van verouderde incourante kantoren. Daarmee zet zij de middelen van RO- en grondbeleid actief in. Op deze wijze krijgt de nieuwbouw in de kantorenparken een impuls en blijft de kwaliteit van de kantorenvoorraad op peil.
  • 6. De gemeente laat de strenge parkeernormering voor kantoorlocaties uit het abc-locatiebeleid vervallen. Daarvoor in de plaats stelt zij bij de bouw van grote kantoren de eis van gebouwde parkeervoorzieningen.
  • 7. Bedrijventerrein is schaars. Daarom verzet de gemeente zich tegen een verkantorisering van bedrijventerreinen. De gemeente wil dit doel bereiken door een duidelijke formulering van het beleid, overleg met de marktpartijen en handhaving.

Er zijn vijf segmenten (de binnenstad, stationslocaties, snelweglocaties, kantoren in woonwijken en kantoren op bedrijventerreinen) te onderscheiden. Binnen het plangebied Kruiskamp-Schutskamp komen kantoren in woonwijken voor.

De gemeente wil meer ruimte geven voor de bouw van kantoren in woonwijken. Het gaat hierbij om kleine kantoren die passen binnen de woonomgeving. Vooral langs de verbindingsassen (zoals de Kooikersweg en Boschmeersingel) liggen kansen voor de ontwikkeling van kleine kantoren (<500 m²).

In het bestemmingsplan zijn gemengde bestemmingen voor de voorzieningenstroken opgenomen, waarbij is geregeld dat in sommige gemengde bestemmingen ook kantoren zijn toegestaan.

3.3.11 's-Hertogenbosch bereikbaar

In 1997 is besloten het verkeers- en vervoerbeleid te actualiseren. De resultaten van deze actualisering zijn opgenomen in het rapport 's-Hertogenbosch bereikbaar (mei 2000). Van direct of indirect belang voor het plangebied Kruiskamp - Schutskamp zijn de volgende aandachtspunten:

  • Hoge uitgesproken ambities voor verkeersveiligheid, zoals opgenomen in het Verkeersveiligheidsplan 1997, worden waargemaakt door een actieve vertaling naar maatregelen.
  • Veel aandacht voor langzaam verkeer waar het gaat om veiligheid, comfort, voorrang op hoofdroutes en stallingsmogelijkheden bij voorzieningen.
  • De voetganger staat centraal bij het ontwerp van de openbare ruimte.
  • Grootschalige investeringen in verkeersinfrastructuur.
  • In het kader van het mobiliteitsbeleid: het juiste bedrijf op de juiste plaats.

Tot 2010 wordt gestreefd naar een groei van het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets, en een daling van het autogebruik. Dit zal moeten leiden tot een daling van het aantal verkeersslachtoffers en verbetering van de totale situatie met betrekking tot geluidhinder en luchtverontreiniging.

Wat concrete maatregelen betreft voor het plangebied Kruiskamp - Schutskamp zijn van belang:

  • Inrichting van alle woonbuurten als 30 kilometer per uur-gebied uiterlijk in 2010 met een hoge prioriteit voor de eerst komende jaren.
  • Hoofdinfrastructuur gemotoriseerd verkeer 2010: de aanwijzing van de Helftheuvelweg tot invalsweg en de realisatie van een invalsweg tussen de Oude Vlijmenseweg en de nieuwe verbindingsweg tussen de Vlijmenseweg en knooppunt Vught.
  • Structuur fietsverkeer: een radiale fietsroute naar het centrum van 's-Hertogenbosch en richting het buitengebied (Kooikersweg - Kruiskampsingel) en enkele overige belangrijke fietsontsluitingen van het woongebied (Kruiskampsingel, Helftheuvelweg en Oude Vlijmenseweg).
  • Overzicht maatregelen fiets: realisatie vrijliggende fietspaden langs westelijk deel Kooikersweg, asfaltering bestaand fietspad Kruiskampsingel en verbetering kruising Kooikersweg - Helftheuvelweg.


afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002030-1501_0009.jpg"

Afbeelding 8: Categorisering van wegen

Gebiedsontsluitingswegen (50 km/u) in het plangebied zijn:

  • 1. Kooikersweg;
  • 2. Helftheuvelweg;
  • 3. Oude Vlijmenseweg.


De bestaande verkeersvoorzieningen hebben in het bestemmingsplan Kruiskamp - Schutskamp een verkeersbestemming gekregen. De verkeersbestemming heeft ruime regels, waardoor niet al te grootschalige herinrichting van wegen in de toekomst mogelijk wordt gemaakt.

3.3.12 Nota Parkeernormen

Voor ontwikkelingen op het gebied van de ruimtelijke ordening heeft de gemeente 's-Hertogenbosch een eigen parkeernormenbeleid vastgesteld. Dit beleid is vastgelegd in de nota Parkeernormen, dat is vastgesteld d.d. 9 december 2003. De nota geeft aan hoeveel parkeerplaatsen per functie en per stadsdeel gerealiseerd dienen te worden bij nieuwbouw.

In het bestemmingsplan Kruiskamp - Schutskamp is het beleid uit de Nota Parkeernormen niet direct vertaald. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt echter het beleid met betrekking tot parkeernormen gehanteerd.

3.3.13 Nota Hoogbouw


De Nota Hoogbouw (mei 2003) vormt een onderlegger voor hoogbouwinitiatieven. De nota is één van de bouwstenen bij de planologische planvorming. In de nota is de bestaande hoogbouw in 's-Hertogenbosch geïnventariseerd. In het plangebied zijn vijf gebouwen aanwezig die onder de categorie "hoogbouw" vallen:

  • woongebouw De Rijskampen aan de Commissaris de Quaylaan / Admiraliteitslaan (31 meter);
  • woongebouw op de hoek van de Kruiskampsingel en Kooikersweg (27 meter);
  • seniorenwoningen op de hoek van de Kooikerslaan en Eindhovenlaan (28 meter);
  • flat Helftheuvel aan de Rijzertlaan (33 meter);
  • kantoorgebouw Helftheuvelpassage aan de Kooikersweg (39 meter).

In de nota zijn zones (knopen, landmarks, lange lijnen, grote vlakken en punten) aangewezen waar mogelijk ruimte is voor hoogbouw. Ruimtelijk onderzoek zal vervolgens moeten uitwijzen of hoogbouw ter plekke inpasbaar is.

Op de kruising Helftheuvelweg en de Kooikersweg wordt een hoogbouwaccent in de categorie L voorgesteld. Deze locatie past in de geest van de Nota Hoogbouw en valt binnen de definitie "punten" van de Nota Hoogbouw: "Op bijzondere locaties kunnen gebouwen een oriëntatiefunctie vervullen; hierdoor ontstaan kansen voor het toevoegen van een nieuwe dimensie aan het silhouet van de stad. Gedacht moet worden aan grote kruisingen van wegen, rotondes, nabij stadsdeelcentra en dergelijke". De ontwikkeling van woningbouw kan - financieel - bijdragen aan een parkeeroplossing voor het winkelcentrum.

Deze ontwikkeling is niet meegenomen in het bestemmingsplan, aangezien de ontwikkeling nog niet concreet genoeg is.

3.3.14 Prostitutiebeleid

In het nieuwe hoofdstuk 3 van de A.P.V. is het gemeentelijk prostitutiebeleid verwoord, voor zover dat in het kader van de algemene plaatselijke verordening van toepassing is.

Op de voorzieningenstroken, diverse maatschappelijke voorzieningen en nog enkele andere verspreide niet-woonfuncties (zoals bedrijven) na, hebben we uitsluitend te maken met een woongebied, waarin de vestiging van een seksinrichting niet gewenst is.

In de regels van het bestemmingsplan Kruiskamp - Schutskamp is de vestiging van een seksinrichting uitgesloten.

3.3.15 Antenne-installaties

Begin 2000 is door de gemeente 's-Hertogenbosch de Beleidsnotitie GSM antennemasten opgesteld. In deze notitie wordt beargumenteerd dat plaatsing van antenne-installaties bouwvergunningplichtig (nu: omgevingsvergunningplichtig) is. De notitie dient als beleidskader voor de beoordeling van bouwaanvragen.

Het beleid kan als volgt worden samengevat.

Wat betreft bestaande antenne-installaties wordt voorgesteld een gedoogbeleid te voeren. Wanneer tijdens de procedure van het voorliggende bestemmingsplan wordt besloten de aanbieders van illegaal geplaatste installaties op ongewenste locaties aan te schrijven met het verzoek een nieuwe bouwaanvraag in te dienen danwel een andere locatie te zoeken, zal het beleid dat wordt gevoerd ten aanzien van nieuwe installaties richtlijn zijn. Plaatsing van nieuwe installaties kan via solitaire masten, plaatsing van antennes met een hoogte van circa 5 meter op gebouwen hoger dan circa 25 meter, combinatie van meer dan één aanbieder (site-sharing) of plaatsing in combinatie met bestaande elementen, zoals hoogspannings- of reclamemasten.

Het beleid van de gemeente 's-Hertogenbosch is vertaald in een zoneringskaart voor GSM/antenne-installaties. Er zijn drie gebieden te onderscheiden, namelijk gebieden waar dergelijke installaties zonder uitzondering niet zijn toegestaan, gebieden waar zij niet zijn toegestaan, tenzij, en gebieden en zones waar antenne-installaties zijn toegestaan.

Gebieden waar zonder uitzondering geen GSM/antenne-installaties zijn toegestaan, betreffen landschappelijk waardevolle gebieden en natuurzones zoals die zijn benoemd in de Landschapsvisie.

In verband met de kwetsbaarheid van de historische delen van de gemeente wordt voorgesteld die delen die zijn aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht geen GSM/antenne-installaties toe te staan, tenzij de welstands- en monumentencommissie positief adviseren, in die zin dat wordt voldaan aan hoge eisen van welstand. De richtlijnen van de Rijksdienst voor Monumentenzorg vormen mede een leidraad bij de plaatsing van installaties op of aan monumenten.

Gebieden waar GSM/antenne-installaties zijn toegestaan (op basis van een positief advies welstands-/monumentencommissie (redelijke eisen van welstand)), betreft:

  • op portalen van hoofdautowegen en de zone aan weerszijden van en 100 meter uit de as van de weg;
  • op portalen van de Nederlandse Spoorwegen;
  • op hoogspanningsmasten;
  • binnen de zone aan weerszijden van en 50 meter uit de as van wijkontsluitingswegen zoals aangeduid op de zoneringskaart;
  • bedrijven- en/of kantorenterreinen.

Er zal terughoudend worden omgegaan met plaatsing van antenne-installaties binnen woongebieden.

Site-sharing is inmiddels van hoger hand waar mogelijk verplicht gesteld aan de aanbieders van mobiele telefonie, zodat het aantal antenne-installaties kan worden beperkt.

In de regels van het bestemmingsplan zijn algemene afwijkingsregels opgenomen voor het bouwen van GSM/antenne-installaties tot een maximale hoogte van 40 meter, waarbij het gemeentelijk beleid zoals hierboven staat beschreven richtinggevend is voor de toelaatbaarheid van GSM/antenne-installaties op de locatie waarvoor het verzoek is ingediend.

3.3.16 Nota spelen

De Nota Spelen (vastgesteld op 24 januari 2004) biedt het beleidskader voor buitenspelen in de gemeente 's-Hertogenbosch op de daarvoor formeel bestemde plekken in de openbare ruimte. Per wijk is/wordt hiervoor een wijkspeelplan opgesteld, dat inzicht geeft in de verschillende speelplekken die in een wijk voor de verschillende leeftijdsgroepen gerealiseerd moeten worden. Daarbij wordt o.a. rekening gehouden met bevolkingssamenstelling naar leeftijd en met de reeds aanwezige speelplekken in de wijk.

Voor het plangebied Kruiskamp - Schutskamp is het wijkspeelplan West van toepassing.

Voor wat betreft de speelplekken wordt onderscheid gemaakt in verschillende leeftijdscategorieën, aangezien elke categorie haar eigen behoeften en beperkingen heeft. Er wordt rekening gehouden met jonge kinderen van 0-6 jaar (spelen tot 100 meter van de eigen woning), met schoolkinderen van 6-12 jaar (spelen tot 400 meter van de eigen woning), en jongeren van 12-18 jaar (spelen tot ca. 1.000 meter van de eigen woning). Bij de uitgevoerde inventarisatie is een speelplek ingedeeld in één van de bovengenoemde leeftijdscategorieën, indien zich daar een speeltoestel bevindt, dat geschikt is voor de overeenkomende leeftijdscategorie. Iedere speelplek is vervolgens voorzien van een cirkel, behorende bij de leeftijdscategorie, zodat een duidelijk beeld ontstaat van de spreiding van de speelplekken in de wijk.

In het bestemmingsplan Kruiskamp - Schutskamp is het beleid uit de Nota Spelen en het bijbehorende wijkspeelplan West direct vertaald. De plaatsen waar bestaande speelplekken zich bevinden of nieuwe speelplekken zijn gepland zijn zodanig bestemd, dat de bestaande speelplekken (indien gewenst) gehandhaafd kunnen worden en nieuwe speelplekken daadwerkelijk kunnen worden gerealiseerd.

3.3.17 Nota Grondbeleid 2005

In de Nota Grondbeleid 2005 (februari 2005) stelt de Raad primair de kaders vast voor het door het college te voeren grondbeleid. Grondbeleid wordt door de gemeente 's-Hertogenbosch gezien als het beleid dat, ten behoeve van de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening, streeft naar het creëren van ruimte voor wonen, werken, winkelen en recreëren in zowel uitleggebieden als bestaand stedelijk gebied, door het oppakken of ondersteunen van concrete ontwikkelinitiatieven.

In de Nota Grondbeleid zijn vastgelegd: de kaders voor actief en passief grondbeleid, het prijsbeleid, de financiële grondslagen, het risicomanagement en de mate waarin voorzieningen worden opgenomen in de grondexploitatie.

Het door de gemeenteraad vast te stellen bestemmingsplan voor een gebied bepaalt specifiek wat de kaders zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied zelf. Bij de besluitvorming over een bestemmingsplan maakt de Raad een afweging tussen alle gemeentelijke doelstellingen ten aanzien van het gebied en het beoogde financiële resultaat. De keuze van de vorm van grondbeleid (actief, passief, PPS of bouwclaimmodel) wordt in het hoofdstuk 'Economische uitvoerbaarheid' vastgelegd. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan en wordt met name ingegaan op de ontwikkelingslocatie binnen het plangebied.