direct naar inhoud van 6.4 Lucht
Plan: Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002025-1501

6.4 Lucht

Luchtkwaliteit heeft betrekking op de aanwezigheid van verontreinigende stoffen in de buitenlucht. Bij het nemen van ruimtelijke besluiten, zoals het vaststellen van een bestemmingsplan, moet beoordeeld worden of wordt voldaan aan de eisen die vanuit de Wet milieubeheer gelden. Hierbij wordt getoetst aan de voor bepaalde stoffen vastgestelde grenswaarden (de luchtkwaliteit in het plangebied en de omgeving) en wordt beoordeeld of met het ruimtelijk besluit ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt die de luchtkwaliteit zullen verslechteren. Sinds 15 november 2007 staan de hoofdregels voor luchtkwaliteit in hoofdstuk 5 titel 2 van de Wet milieubeheer Wm. Net als die uit het oude Besluit Luchtkwaliteit 2005 gaan deze regels over het naleven van de gestelde normen, maar zijn er belangrijke nieuwe elementen toegevoegd. Die waren nodig om te zorgen dat de grenswaarden in Nederland worden gehaald en tegelijk projecten voldoende doorgang kunnen vinden.

Bij de nieuwe bepalingen in de Wet milieubeheer horen ook uitvoeringsregels, vastgelegd in Algemene Maatregelen van Bestuur en ministeriële regelingen. Die regels zijn eveneens op 15 november 2007 in werking getreden:

  • AMvB Niet in betekenende mate bijdragen
  • Regeling Niet in betekenende mate bijdragen
  • Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007
  • Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007

De wet voorziet in de mogelijkheid dat voor kleinere projecten, zogenaamde 'niet in betekenende mate projecten', geen afzonderlijke maatregelen meer behoeven te worden getroffen om aan de grenswaarden te voldoen. Luchtonderzoek is dan niet nodig.

Uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening zal afgewogen moeten worden of het aanvaardbaar is om een project op een bepaalde locatie te realiseren. Daarbij speelt de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging een rol. Ook de gevoeligheid van bepaalde groepen mensen voor luchtverontreiniging (bijvoorbeeld kinderen, ouderen en zieken) kan daarbij worden afgewogen.

Aangezien voor het grootste deel van het plangebied geen functiewijzigingen plaatsvinden, hoeft voor dit deel geen onderzoek plaats te vinden.

Vrije kavel Geert Grootestraat

De realisatie van één grondgebonden woning heeft dermate weinig extra motorvoertuigen tot gevolg, dat gesteld kan worden dat het plan geen significante bijdrage zal leveren op de locale luchtkwaliteit. Bovendien is de woning niet gelegen in een luchtbelaste zone.