direct naar inhoud van 6.6 Flora en Fauna
Plan: Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002025-1401

6.6 Flora en Fauna

Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met beschermde planten en dieren in het plangebied. Aangezien in het grootste deel van het plangebied geen ontwikkelingen en functiewijzigingen plaatsvinden, hoeft voor dit deel geen onderzoek naar flora en fauna verricht te worden.

Groen

Met groene gebieden als het Bossche Broek, de Zuiderplas, en het Zuiderpark heeft de wijk Zuid relatief veel waardevol groen in de directe omgeving. Ook is de inrichting van de wijk plaatselijk ruim opgezet en zijn er waardevolle groene structuren en punten aanwezig. In andere gedeelten van de wijk is het groen minder prominent aanwezig en overheerst een stenig karakter.

Belangrijke groene structuren zijn:

  • Laanbeplanting en groene inrichting aan de Gestelseweg
  • Laanbeplanting aan de Pettelaarseweg
  • Lijnvormige beplanting langs de Zuid Willemsvaart
  • Laanbeplanting en Groene inrichting Zuiderparkweg

Daarnaast zijn er diverse waardevolle laanstructuren op wijkniveau aanwezig die waardevol zijn.

Aanzien het bestemmingsplan voor het overgrote deel de huidige situatie vastlegt zal verder niet worden ingegaan op de groene structuren in de wijk. Uitgangspunt voor de wijk is dat deze structuren gehandhaafd worden. Per ontwikkellocatie zal wel gedetailleerd worden ingegaan op de groenstructuur ter plekke.

Ecologie

In ecologisch opzicht is de wijk Zuid te typeren als een oudere wijk waar doorgaans relatief veel (hoofdzakelijk algemene) soorten voorkomen. Het openbare en particuliere groen is op veel plaatsen groot uitgegroeid en structuurrijk waardoor veel soorten gebruik kunnen maken van bossages en grotere bomen. De ecologische waarde van het Zuiderpark moet voornamelijk gezocht worden in de aanwezige bossages en de grotere bomen, de waterlopen en de oude vestingsmuur die hier nog aanwezig is. Het Bossche Broek, dat grenst aan de wijk Zuid kent zeer hoge natuurwaarden. De wijk en het Bossche Broek worden gescheiden door een waterloop en een brede groenstrook die recreatief wordt gebruikt. Het noordelijke deel van deze strook is niet toegankelijk en wordt beweid door schapen. Deze groene strook vormt een buffer tussen de beide gebieden. Vooral de oevers herbergen een hoge natuurwaarde. Het is mogelijk dat soorten vanuit het Bossche Broek ook gebruik maken van delen van sloten en groen in de wijk. Plaatselijk zijn bij de sloten natuurvriendelijke oevers aangelegd waardoor een oevervegetatie tot ontwikkeling kan komen.

Beschermde soorten

Flora

Beschermde plantensoorten kunnen voorkomen in extensief of niet beheerde delen van de openbare ruimte. Bekend is dat er op de vestingmuur diverse beschermde soorten voorkomen zoals de tongvaren. Daarnaast kunnen in het water en de oevers plantensoorten voorkomen die een nat milieu prefereren. Vooral in de natuurvriendelijke oevers is het mogelijk dat deze soorten voorkomen. Het Bossche Broek kan hierbij een bron zijn waaruit vestiging van deze soorten in de wijk mogelijk is. Verder is het mogelijk dat er beschermde soorten voorkomen in gemeentelijke groenvakken, hier kunnen soorten als de brede wespenorchis voorkomen.

Broedvogels

Broedende vogels kunnen overal worden verwacht. In bomen, dichtere bossages, in het water en de oevers zullen algemenere soorten broeden. Ook zijn er soorten die gebruik maken van gebouwen om te nestelen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de huismus of de gierzwaluw. Vaste broedplaatsen zijn mogelijk aanwezig in holten van grotere bomen die bijvoorbeeld door spechten worden gebruikt. Ook kunnen zwaluwsoorten vaste broedplaatsen hebben.

Vissen

In de watergangen komen vissen voor. Onbekend is welke soorten hier voorkomen en het is mogelijk dat hier beschermde soorten voorkomen zoals de kleine modderkruiper.

Amfibieën

Amfibieën zoals de groene kikker, de bruine kikker, de gewone pad en mogelijk ook de kleine watersalamander kunnen voorkomen vooral op plekken waar water- en landbiotoop beiden aanwezig zijn. De groene zone tussen de wijk en het Bossche Broek is aan de oevers geschikt voor deze soorten. De sloten en waterpartijen in de wijk zijn niet optimaal ingericht voor deze soorten, maar ze zullen wel voorkomen.

Zoogdieren

Zoogdieren die in de wijk voorkomen zijn algemene soorten als de mol, de bruine en de zwarte rat en diverse muizen- en spitsmuizensoorten. Van de zwaarder beschermde zoogdiersoorten komt alleen de eekhoorn mogelijk voor in het Zuiderpark.

Vleermuizen zullen ook voorkomen in de wijk. Vleermuizen vallen onder het zwaarste beschermingsregime van de Flora- en Faunawet. Hoewel niet volledig bekend is waar vleermuizen voorkomen in de wijk, kan wel worden gesteld dat de wijk een geschikte omgeving biedt aan vleermuizen. Vleermuizen maken gebruik van vaste verblijfplaatsen, migratieroutes en foerageerplekken. Voor vaste verblijfplaatsen maken vleermuizen gebruik van holtes in bijvoorbeeld gebouwen en oudere bomen. Migratieroutes die vleermuizen gebruiken kunnen bestaan uit structurerende elementen als bomenlanen, water of bebouwing. Foerageergebied bestaat afhankelijk van de soort uit de bebouwde omgeving, boven het oppervlaktewater, de grotere open gebieden of het buitengebied.

Er zijn veel grotere bomen en oude gebouwen met geschikte locaties voor verblijfplaatsen. In de wijk en in de directe omgeving is voldoende foerageergebied aanwezig. Op de inbreidingslocaties dient voornamelijk rekening te worden gehouden met verblijfplaatsen van vleermuizen in oudere bomen en in bestaande bebouwing. Bij een ruimtelijke ontwikkeling dient te worden beoordeeld of er geen verblijfplaatsen, trekroutes of foerageergebied wordt vernietigd dan wel verstoord.

Insecten

Beschermde insecten zijn afhankelijk van structuurrijke vegetaties, specifieke waardplanten of speciale waterkwaliteit. Er is in het plangebied geen geschikt habitat aanwezig voor beschermde insectensoorten. Wel kunnen diverse algemene soorten libellen en vlindersoorten in de wijk voorkomen.

Natuurbeschermingswetgeving

Natuurbeschermingswet

Het Bossche Broek is aangewezen als een Natura-2000 gebied. Voor plannen, projecten en handelingen die schade kunnen veroorzaken aan een Natura-2000-gebied is een vergunning vereist in het kader van de Natuurbeschermingswet '98. Hierbij gaat het niet zozeer om de locatie van een plan, project of handeling van belang, maar of er een (significant) effect kan worden verwacht op de instandhoudingsdoelstellingen van een gebied. Dus ook plannen, projecten en handelingen buiten deze gebieden zijn (mogelijk) vergunningsplichtig. Dit wordt de externe werking genoemd. Het is denkbaar dat naar aanleiding van een ruimtelijke ontwikkeling in de wijk Zuid een significant effect optreedt in het Bossche Broek. De invloed van de voorgestelde ruimtelijke ontwikkelingen zullen echter geen invloed hebben op dit gebied mits er geen aanpassingen plaatsvinden aan de grondwaterstromingen.

Flora- en Faunawet

De Flora- en faunawet, die sinds april 2002 in werking is getreden, beschermt een groot aantal planten- en diersoorten. In artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet is opgenomen welke handelingen niet toegestaan zijn. Voorgenomen ruimtelijke ingrepen kunnen in sommige situaties strijdig zijn met de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet. In sommige gevallen is het overigens mogelijk het plan zo uit te voeren dat overtreding van de genoemde verbodsbepalingen niet aan de orde is. Wanneer dit echter niet mogelijk blijkt te zijn, moet een ontheffing aangevraagd worden die alleen onder bepaalde voorwaarden kan worden verstrekt.

Sinds februari 2005 is een nieuw vrijstellingsbesluit in werking treden in de vorm van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Hierdoor is het mogelijk geworden om van de minister van LNV voor ruimtelijke ontwikkelingen vrijstelling te krijgen van bepaalde verbodsbepalingen. In deze AMvB worden de beschermde soorten in verschillende categorieën onderverdeeld. Afhankelijk van de categorie waarin een bepaalde soort valt is een ontheffing noodzakelijk of kan een vrijstelling gaan gelden. Er worden vier categorieën onderscheiden.

  • 1. Algemene soorten: Vrijstelling
  • 2. Overige soorten: Vrijstelling mogelijk mits gebruik gemaakt wordt van een door de minister goedgekeurde gedragscode, anders ontheffing noodzakelijk.
  • 3. Soorten op bijlage 4 van de Habitatrichtlijn en soorten in bijlage I AMvB: Ontheffing noodzakelijk
  • 4. Vogels: Ontheffing noodzakelijk. Voor het vernietigen van in gebruik zijnde nesten tijdens het broedseizoen kan in geen geval ontheffing worden aangevraagd.

Vrije kavel Geert Grootestraat

Het perceel bestaat uit bomen met een onderbegroeiing. De bomen hebben een diameter van 20 tot 40 cm en zijn 30 tot 40 jaar oud. Het is een gemengde beplanting van diverse loofbomen en naaldbomen.

Het bosje zorgt voor een groen element in dit deel van de straat. In de tuinen in de omgeving staan eveneens grotere bomen. Bij de ontwikkeling van het perceel zullen bomen gekapt moeten worden. Buiten de invloedssfeer van de bebouwing kunnen echter ook bomen gehandhaafd worden. Er zijn op het perceel geen bomen aanwezig die duidelijk meer waarde hebben dan anderen. Door het behouden van bomen, waar dit mogelijk is, zal de groene invulling van dit perceel deels behouden blijven en direct aansluiten bij de aanliggende percelen.

Op basis van de kenmerken van het terrein komen hier mogelijk beschermde broedvogels en vleermuizen voor. Broedvogels zullen tijdens het broedseizoen hier vrijwel zeker voorkomen. Voor vleermuizen is het bosje alleen als foerageergebied geschikt. De bomen zijn niet geschikt als verblijfplaats omdat holten in de bomen ontbreken. Voor de ruimtelijke ontwikkeling dient daarom alleen rekening gehouden te worden met de broedvogels. Door werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren kunnen strijdigheden met de Flora- en Faunawet worden voorkomen.