Plan: | De Groene Loper II |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0794.1600BP170153-2000 |
het bestemmingsplan 'De Groene Loper II' met identificatienummer NL.IMRO.0794.1600BP170153-2000 van de gemeente Helmond;
de geometrische bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, ontwerptechnisch of kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat uitsluitend door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat qua afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen en/of wooneenheden bevat;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
bij bouwwerken; een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, die verleend is vóór het tijdstip van het ontwerp van het plan, tenzij in de regels anders is bepaald;
bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming
een vrijstaand gebouw dat zowel qua afmetingen als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
activiteiten die zich richten op de ontwikkeling en instandhouding van de levensgemeenschap bos ten behoeve van de doeleinden houtteelt, natuur en landschap;
een perceel blijkens deze regels aangewezen voor bos en bosbouw. Evenals woningen en eventuele aan- en of bijgebouwen uitsluitend op het woonperceel;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de begane grond of een verdieping van een gebouw; een onderhuis, een geheel ofe gedeeltelijk onder peil gelegen parkeerlaag, zolderverdieping, vliering of kapverdieping worden hier niet onder begrepen;
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegestaan;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden - waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop - het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, inbegrepen het daarbij behorend en daaraan ondergeschikt verstrekken van consumpties voor gebruik ter plaatse;
de aan een gebied toegekende waarden op het gebied van flora, fauna en hun leefmilieu, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen in onderlinge samenhang.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten, ruimte vormt;
woning in een gebouw dat tenminste twee boven elkaar gelegen woningen bevat;
voorzieningen in de vorm van de aanplant van struiken en heesters, plantsoenen, parken, etcetera;
woning, welke slechts aan 1 zijde middels het hoofdgebouw met een andere woning of ander gebouw is verbonden;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals een café, restaurant, hotel, pension en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een seksinrichting;
afdekking van een gebouw met een dakhelling van minimaal 15° en maximaal 75°;
de aan een gebied toegekende waarden op het gebied van natuur en cultuur, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen onder peil;
1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte aansluitende maaiveld ter plaatse van die hoofdtoegang;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische / pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een (raam)prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
alle zodanige gebouwde bouwwerken, niet zijnde gebouwen, die zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, verkeersborden, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw welke door gevelindeling als meest representatieve gevel van het gebouw dient te worden aangemerkt;
een denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen;
woning, welke niet door het hoofdgebouw noch middels een aanbouw met een andere woning of ander gebouw verbonden is;
een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
het bewonen van een woning of als zodanig bestemd gebouw binnen de bestemming wonen;
de gronden behorende tot een bosperceel waar blijkens deze regels bebouwing en inrichting ten dienste van een woning is toegestaan.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken, dan wel de harten van de scheidsmuren;
tussen de zijdelingse perceelsgrenzen van het bouwperceel in de naar de zijde van de weg gekeerde perceelsgrens;
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) perceelsgrens van het bouwperceel;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de bovenzijde van de vloeren van geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen bouwlagen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de voor- en achtergevel van een hoofdgebouw;
van het peil tot aan de bovenzijde van de vloer van het ondergrond gelegen (deel van het) gebouw.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
van het hoogste punt van het bouwwerk tot aan het aangrenzende afgewerkte terrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein gemeten wordt vanaf het niveau, bepaald door het afgewerkte terrein dat aansluit op de naar de weg gekeerde gevel;
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de bestemmingsgrens;
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen.
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, leidingen, openbare nutsvoorzieningen, water, wateropvang- en infiltratievoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden en overige verhardingen.
Voor een bosperceel, en het daarbinnen te realiseren woonperceel gelden de volgende inrichtingseisen:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van appartementen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 onder c en 3.2.2 onder b voor het bouwen van een halfvrijstaande woning op een bosperceel van minimaal 750 m2 mits:
Met betrekking tot parkeren geldt dat voldoende parkeerplaatsen aanwezig moeten zijn en in stand gehouden moeten worden conform de "Beleidsregels parkeernormen Helmond 2017". Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode door burgemeester en wethouders worden gewijzigd, dient rekening gehouden te worden met de actuele beleidsregels ten tijde van de indiening van de aanvraag omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de percelen en de bebouwing ten behoeve van, het materiaalgebruik, de vormgeving van gebouwen en het verkrijgen van een harmonieuze ruimtelijk opbouw van het plangebied indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met:
Onder strijdig gebruik wordt ten minste verstaan het gebruik van bouwwerken voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien de waarden en belangen behorende bij de bestemming niet worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden en belangen niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Het in artikel 3.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en belangen behorende bij de bestemming, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden en belangen niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, andere werken en voorzieningen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
Uitvoering van de genoemde werken en/of werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden. Onder de waarden van deze gronden worden verstaan de natuurlijke en landschappelijke waarde van de gronden als bedoeld in dit artikel.
De voor 'Verkeer- Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde.
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 1 kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'De Groene Loper II'.