Gemeente:
Helmond
Plannaam:
Houtse Akker
Status:
Vastgesteld
IDN naam:
NL.IMRO.0794.1300BP090087-2000

Artikel 6 Wonen

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

woningen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, leidingen, water, (overkluisde) waterlopen, wateropvang- en infiltratievoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden en overige verhardingen.

 

6.2 Bouwregels

 

6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingspercentage' geldt het aangegeven bebouwingspercentage als maximum, te rekenen over het bouwperceel;

 

6.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;

  2. het bouwvlak mag niet worden overschreden, met uitzondering van één erker per woning met een diepte van maximaal 1,5 m¹ mits de afstand van de erker tot de voorste perceelsgrens minimaal 2 m¹ bedraagt;

  3. binnen bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding:

  • aeg mogen woningen uitsluitend aaneengebouwd, in niet-gestapelde vorm worden gebouwd;

  • tae mogen woningen uitsluitend twee-aaneen worden gebouwd;

  • vrij mogen woningen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd;

  1. de goothoogte bedraagt maximaal de ter plaatse aangegeven 'goothoogte';

  2. de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse aangegeven 'bouwhoogte';

  3. woningen worden uitgevoerd met een kap in de vorm van een lessenaarsdak, tenzij ter plaatse anders aangeduid dan wel bestaand een andere kapvorm heeft;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' worden woningen uitgevoerd met een plat dak;

  5. de inhoud van een woning mag niet meer bedragen dan 750 m3.

 

6.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  1. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'bouwvlak' dan wel 'bijgebouwen';

  2. de gezamenlijke oppervlakte - voor zover niet gelegen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' - mag per woning in ieder geval maximaal 60 m² bedragen;

  3. aan- en uitbouwen, bijgebouwen dienen minimaal 3 m¹ achter de voorgevellijn te worden gebouwd;

  4. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen, behoudens een afwijkende ligging ter plaatse van de aanduidingen 'bouwvlak' dan wel 'bijgebouwen', in de zijdelingse perceelsgrens geplaatst te worden dan wel minimaal 1 m¹ daaruit, met dien verstande dat:

    1. indien het ter plaatse aangeduide 'bouwvlak' dan wel 'bijgebouwen', direct grenst aan gronden in gebruik voor openbare verkeersdoeleinden of openbare groenvoorziening;

    2. bij een vrijstaande woning tussen voorgevellijn en achtergevellijn voor zover de afstand van het bouwvlak tot de zijdelingse perceelsgrens meer dan 4 m¹ bedraagt;

deze afstand minimaal 1 m¹ dient te bedragen;

  1. de goothoogte mag maximaal 3 m¹ bedragen;

  2. de bouwhoogte mag maximaal 3 m¹ bedragen, vermeerderd met de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens tot een maximum van 6 m¹.

 

6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1 m¹ bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 2 m¹ mag bedragen, mits de afstand tot de voorgevellijn minimaal 3 m¹ bedraagt;

  2. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag maximaal 5 m¹ bedragen;

  3. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m¹ bedragen.

 

6.2.5 Parkeren

Met betrekking tot parkeren gelden de volgende normen:

  1. aaneengebouwde woningen: 1,6 parkeerplaatsen per woning, waarvan 0,3 voor bezoekersparkeren. Hierbij dient minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein te worden gerealiseerd;

  2. hoekwoningen en twee-aaneengebouwde woningen: 1,8 parkeerplaatsen per woning, waarvan 0,3 voor bezoekersparkeren. Hierbij dient minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein te worden gerealiseerd;

  3. vrijstaande woningen: 2 parkeerplaatsen per woning op eigen terrein.

 

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van:

  1. het bepaalde in artikel 6.2.3 onder d voor het bouwen in de zijdelingse perceelsgrens, mits:

    1. belangen van derden niet onevenredig worden aangetast;

    2. de verkeersveiligheid niet in het geding komt;

    3. er geen eigen parkeerplaats op eigen erf verloren gaat;

    4. er vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen bezwaren bestaan.

  2. het bepaalde in artikel 6.2.5 en afwijken van minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein, mits:

    1. door de aard van de bebouwing fysiek geen ruimte is voor 1 parkeerplaats op eigen terrein;

    2. ter compensatie kan worden voorzien in 1 parkeerplaats in de openbare ruimte;

    3. de noodzaak vanuit een goede of doelmatige functionele, stedenbouwkundige, bouwkundige of architectonische inpassing wordt aangetoond.

 

 

6.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van bouwwerken voor:

  1. de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten, zoals opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

  2. horeca;

  3. een seksinrichting;

  4. permanente of tijdelijke bewoning in bijgebouwen;

  5. aan huis gebonden beroepen, in het geval dat;

    1. de oppervlakte voor de beroepsuitoefening per woning meer bedraagt dan 30% van de begane grondoppervlakte van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen dan wel in ieder geval meer bedraagt dan 60 m²;

    2. door de beroepsuitoefening onevenredige overlast of hinder voor de woonomgeving ontstaat;

    3. detailhandel plaatsvindt, niet zijnde detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in direct verband met de betreffende beroepsuitoefening;

    4. de beroepsuitoefening nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en/of een onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt.

 

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

 

6.5.1 Aan huis gebonden bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.4 onder a voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits:

  1. de woning als zodanig blijft functioneren, waarbij in ieder geval de bedrijfsvloeroppervlakte (b.v.o.) per woning maximaal 30 % van de begane grondoppervlakte en de bij de woning behorende bijgebouwen mag bedragen, met dien verstande dat het b.v.o. in ieder geval maximaal 60 m² mag bedragen;

  2. het betreft een bedrijf in de milieucategorieën 1 of 2, zoals opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

  3. door de bedrijfsuitoefening geen onevenredige overlast of hinder voor de woonomgeving ontstaat;

  4. er geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in direct verband met de betreffende beroepsuitoefening;

  5. de bedrijfsuitoefening geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en/of een onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt.

 

6.5.2 Mantelzorg

  1. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.4 onder d voor het toestaan van tijdelijke bewoning in bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, mits:

    1. de zorgbehoefte objectief is aangetoond;

    2. mantelzorg plaatsvindt op een oppervlakte van maximaal 75 m²;

    3. het bijgebouw een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;

    4. de tijdelijkheid van de situatie is verzekerd.

  2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een verleende omgevingsvergunning om af te wijken voor het gebruik van een bijgebouw voor mantelzorg in te trekken indien niet (meer) wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden.