ARTIKEL 11 Antidubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
ARTIKEL 12 Algemene bouwregels
-
Op de gronden, begrepen in het plan, is het verboden te bouwen, een bouwwerk of een complex van bouwwerken, indien daardoor een ander bouwwerk of complex van bouwwerken met het daarbij behorende bouwperceel, hetzij niet langer zal blijven voldoen aan, hetzij in grotere mate zal gaan afwijken van het plan.
-
Voor het uitvoeren van ondergrondse bouwwerken, geen gebouwen zijnde alsmede ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, gelden, uitgezonderd het bepaalde in de artikelen 6, 9 en 10 van dit plan, geen nadere beperkingen.
-
Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan onder hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen uitgezonderd de zichtbare delen van de ondergrondse gebouwen;
-
de verticale diepte mag ten hoogste 3 m¹ bedragen.
ARTIKEL 13 Algemene gebruiksregels
13.1 Algemeen
Het is verboden de in het plan begrepen gronden en/of de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming(en).
13.2 Strijdig gebruik
Onder een gebruik, strijdig met de bestemming wordt in ieder verstaan:
-
het uitvoeren van de in de Bijlage 1 Tabel aanlegvergunningen genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming of aanduiding in de tabel een 'S' is vermeld;
-
het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting;
-
bewoning van bijgebouwen;
-
het bewonen van aanbouwen door een ander huishouden dan het huishouden dat het hoofdgebouw bewoont.
13.3 Toegestaan gebruik
Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan:
-
de uitoefening van een aan huis gebonden beroep voor zover de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft en niet meer dan 30% van het vloeroppervlak van de woning daartoe wordt benut;
-
het uitoefenen van detailhandel, voor zover dit een normaal en ondergeschikt onderdeel is van de totale toegestane bedrijfsuitoefening en de verkoop van de goederen, gelet op de aard daarvan, geschiedt in rechtstreeks verband met de uitoefening van het bedrijf;
-
het uitvoeren van de in de Bijlage 1 Tabel aanlegvergunningen genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming of aanduiding in de tabel een 'T' is vermeld;
-
het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, of bij omgevingsvergunning een afwijking is vereist en deze is verleend;
-
het aanleggen of laten aanleggen van kabels en/of leidingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de datacommunicatie, met uitzondering van:
-
aardgastransportleidingen met een diameter van meer dan 4" en/of een druk van meer dan 40 bar;
-
transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie met een diameter van meer dan 4";
-
hoogspanningsleidingen;
-
buisleidingen voor het transport van water, afvalwater of stoom met een doorsnede van 1 meter of meer en een lengte van 10 km of meer;
-
het aanleggen of laten aanleggen van bergbezinkbassins.
13.4 Afstemmingsregeling
Indien in de Bijlage 1 Tabel aanlegvergunningen voor bepaalde gronden een 'S' en/of een 'A' en/of een 'T' zijn vermeld, geldt dat het meeste belang wordt toegekend aan respectievelijk de 'S', de 'A' en de 'T'.
ARTIKEL 14 Algemene aanduidingsregels
14.1 Milieuzone-waterwingebied
14.1.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn de gronden mede bestemd voor het behoud en herstel van de waarde van de gronden ten behoeve van de drinkwatervoorziening, waaronder begrepen de winning en bewerking van drinkwater.
14.1.2 Bouwregels
Op de mede voor 'milieuzone - waterwingebied' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2,50 m;
-
gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van en conform de bestemming, mits de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening daardoor niet wordt aangetast.
14.2 Vrijwaringszone-straalpad
14.2.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' zijn de gronden mede bestemd voor de (radio)straalverbinding.
14.2.2 Bouwregels
Op de mede voor 'vrijwaringszone - straalpad' mag de bebouwing ten dienste van de bestemmingen niet meer bedragen dan 61 m.
ARTIKEL 15 Algemene afwijkingsregels
15.1 Algemene ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van:
-
de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
-
de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
-
de bestemmingsregels met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;
-
de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;
-
de bestemmingsregels en toestaan dat communicatiemasten worden gebouwd met een bouwhoogte van niet meer dan 40 m;
-
de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen;
-
de bestemmingsregels ten aanzien van beroepsuitoefening aan huis, mits:
-
de woning als zodanig blijft functioneren;
-
geen sprake is van overlast of hinder voor de woonomgeving;
-
de beroepsuitoefening niet vergunningplichtig is op basis van de Wet milieubeheer;
-
geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met de beroepsuitoefening aan huis;
-
de benodigde parkeerruimte aanwezig is;
-
het bepaalde in 13.2 onder c en/of d ten behoeve van mantelzorg in een bijgebouw respectievelijk een aanbouw, mits:
-
de zorgbehoefte objectief is aangetoond;
-
mantelzorg plaatsvindt op een oppervlakte van maximaal 75 m2;
-
in geval van een bijgebouw: het bijgebouw een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;
-
de tijdelijkheid van de situatie verzekerd is.
15.2 Afwegingskader
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van regels in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
-
de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
-
de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;
-
de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
-
de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond.
ARTIKEL 16 Algemene wijzigingsregels
16.1 Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en
-
nadere aanduidingen met betrekking tot de functie van de plankaart verwijderen;
-
de bestemmingsvlakken voorzien van nieuwe nadere aanduidingen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het bebouwingsbeeld;
-
de landschappelijke waarde;
-
de cultuurhistorische waarde;
-
de milieusituatie;
-
de verkeersveiligheid;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
de sociale veiligheid;
-
de externe veiligheid.
16.2 Afwegingskader
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
-
de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
-
de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;
-
de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
-
de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de milieutechnische, de waterhuishoudkundige, de archeologische, de ecologische en de verkeerstechnische toelaatbaarheid.
ARTIKEL 17 Overige regels
17.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven (artikel 9 Woningwet) buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
-
de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen;
-
de bereikbaarheid van gebouwen voor het wegverkeer;
-
de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
-
de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
-
de ruimte tussen bouwwerken in verband met de brandveiligheid en bereikbaarheid door hulpdiensten.
|