direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Kernrandgebied
Plan: Kom Haaren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0788.BPHaaren-VA02

Artikel 4 Agrarisch - Kernrandgebied

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Kernrandgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor agrarische productie waarbij hinder voor de nabijgelegen bebouwing wordt voorkomen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd.

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijking

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2 voor de bouw van agrarische hulpgebouwen, geen woningen zijnde, die uit een oogpunt van doelmatige agrarische bedrijfsvoering ter plaatse en/of de ontwikkeling van het bedrijf noodzakelijk zijn, zoals melkstallen, schuilgelegenheden voor vee, veldschuren en dergelijke, met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte van het bouwperceel niet minder dan 0,5 ha mag bedragen;
  • b. de oppervlakte van de bouwwerken niet meer dan 150 m2 mag bedragen;
  • c. de goothoogte niet meer dan 4 m en de bouwhoogte niet meer dan 6 m mag bedragen;
  • d. de afstand van het gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 5 m mag bedragen;
  • e. per bouwperceel niet meer dan één gebouw wordt gebouwd.

4.3.2 Voorwaarden afwijking

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.3.1 kan slechts worden verleend, indien:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt geschaad.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Verboden gebruik

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt mede verstaan het gebruik van gronden en/of opstallen:

  • a. als opslag- en/of wedstrijdterrein en als buitenmanege;
  • b. voor het beproeven van motorvoertuigen en als oefenterrein voor het racen en crossen met motorvoertuigen, motoren en bromfietsen;
  • c. voor reclamedoeleinden;
  • d. voor het aanbrengen van constructies, installaties en apparatuur, voor zover geen bouwwerken zijnde, welke niet betreffen het op de bestemming van het plan gerichte gebruik van de gronden en welke geen verband houden met bovengrondse of ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen;
  • e. voor commerciële doeleinden, behoudens en voor zover zulks rechtstreeks verband houdt met het op de bestemming van het plan gerichte gebruik van de gronden;
  • f. als volkstuin;
  • g. voor het beoefenen van de modelvliegtuigsport;
  • h. voor enige tak van handel en/of bedrijf, met uitzondering van het agrarisch bedrijf;
  • i. voor bewoning;
  • j. voor recreatieve doeleinden.

4.4.2 Afwijken

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.4.1 onder f, met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte van een volkstuinencomplex niet meer dan 2.500 m2 mag bedragen;
  • b. de landschappelijke belangen en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • c. bouwen niet is toegestaan.

4.4.3 Voorwaarden afwijking

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.4.2 kan slechts worden verleend, indien:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt geschaad.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparaturen.

4.5.2 Weigering

Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

4.5.3 Vergunningverlening

Een omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.

4.5.4 Uitzondering

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

  • a. andere werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. andere werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.