direct naar inhoud van Artikel 33 Waarde - Archeologie
Plan: Kom Haaren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0788.BPHaaren-VA02

Artikel 33 Waarde - Archeologie

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden verwachte archeologische waarden.

33.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 33.1, mag in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen niet worden gebouwd, met uitzondering van:

  • a. verbouw en/of nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd;
  • b. de bouw van een bijgebouw of de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw met ten hoogste 50 m2;
  • c. bouwwerken ten dienste van de in artikel 33.1 genoemde bestemming en ten dienst van een overige aan deze gronden toegekende bestemming, voorzover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld.
33.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 33.2, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, indien en voorzover:

  • a. met een archeologische onderzoek is vastgesteld dat archeologische waarden daarmee niet onevenredig worden geschaad;
  • b. in voldoende mate is gegarandeerd dat de middels archeologisch onderzoek vastgestelde archeologische waarden worden veiliggesteld door technische maatregelen of een archeologische opgraving;
  • c. ter zake daarvan vooraf archeologisch advies is ingewonnen.
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
33.4.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 33.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:

  • a. het verlagen of afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • b. het graven, verbreden, verdiepen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende bepantingen en bomen;
  • d. het rooiten van diepwortelende beplantingen en bomen, waarbij de stobben worden verwijderd;
  • e. het omzetten van gras- of akkerland in een teelt waarbij de grond wordt afgevoerd, waartoe gerekend wordt boomteelt en graszodenteelt;
  • f. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld, waartoe ook gerekend wordt het aanleggen van drainage, diepwoelen, mengen van grond, diepploegen en ontginnen;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse transportleidingen en daarmee verband houdende constructies;
  • h. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand;
  • i. het aanbrengen van verhardingen.

33.4.2 Uitzonderingen

Het in artikel 33.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. die een oppervlakte hebben die minder bedraagt dan 100 m2;
  • d. die ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

33.4.3 Toelaatbaarheid

De in artikel 33.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien en voorzover met een archeologisch onderzoek is vastgesteld dat door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de aanwezige archeologische waarden ontstaat of kan ontstaan.

Indien het niet mogelijk is middels een archeologisch onderzoek vastgesteld aanwezige archeologische waarden geheel of gedeeltelijk te behouden, wordt aan de omgevingsvergunning de voorwaarde verbonden dat voorafgaand aan het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden een archeologische opgraving zal plaatsvinden of dat een archeologische begeleiding zal plaatsvinden.

Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint bevoegd gezag archeologisch advies in.

33.5 Wijzigingsbevoegdheid
33.5.1 Verwijderen bestemming

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie' wordt verwijderd, indien en voorzover:

  • a. met een archeologisch onderzoek is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • b. eventueel aanwezige archeologische waarden zjin behouden door een archeologische opgraving.

33.5.2 Wijzigen bestemming

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie' wordt gewijzigd in de bestemming 'Waarde - archeologisch waardevol gebied', indien en voorzover sprake is van te behouden archeologische waarden.

33.5.3 Advies

Alvorens te beslissen over het wijzigen winnen Burgemeester en wethouders archeologisch advies in.