direct naar inhoud van Artikel 13 Maatschappelijk
Plan: Centrum, Grave
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0786.BPCentrumGrave-oh01

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving
13.1.1 Algemeen

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. museum;
  • c. bedrijfswoningen;
  • d. wonen;
  • e. kantoor;
  • f. (zorg)begeleid wonen;
  • g. parken;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-gemeentelijk monument" en "specifieke bouwaanduiding-rijksmonument" , het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d. en overeenkomstig het bepaalde in de nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving zoals deze is opgenomen in 13.1.2.

13.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering van het bepaalde in 13.1.1 opgenomen.

a Museum

Ter plaatse van de aanduiding "museum" is een museum toegestaan.

b Bedrijfswoning

Een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning". Het aantal bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" is aangegeven.

c Wonen

Wonen is, met uitzondering van bedrijfswoningen als bedoeld in b, uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "wonen".

d Kantoor

Een kantoor is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'.

e (zorg)begeleid wonen

uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "zorgwoning" is het (zorg)begeleid wonen toegestaan.

f Aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de (zorg)woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. het vloeroppervlak aan bebouwing per bouwperceel dat hiervoor gebruikt wordt mag niet meer bedragen dan 1/3 deel van dat vloeroppervlak met een maximum van 50 m2;
  • 2. het gebruik mag geen ernstige c.q. onevenredige hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • 3. de activiteiten die worden ontplooid mogen niet geluidzoneringsplichtig zijn;
  • 4. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer;
  • 5. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid ter plaatse;
  • 6. de activiteiten mogen niet vergunningplichtig zijn ingevolge artikel 2.1 lid 1 sub e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  • 7. er mogen geen reclame-uitingen (aan de woning) worden aangebracht;
  • 8. degene die de activiteiten uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming.

13.2.2 Situering

Gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".

13.2.3 Gebouwen

Voor gebouwen ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" gelden de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" is aangegeven, met uitzondering van de bestaande kerktoren. Hiervoor geldt de bestaande bouwhoogte;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte" is aangegeven;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goothoogte (m) is aangegeven;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder 13.2.2 zijn overschrijdingen van het bouwvlak door ondergeschikte bouwdelen, zoals balkons en overstekken, toegestaan, mits de diepte van dit ondergeschikte bouwdeel niet meer bedraagt dan 1 m en de oppervlakte niet meer dan 6 m2;
  • e. de bestaande mariakapel ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-kapel" is toegestaan.
13.2.4 Bebouwingspercentage

Voorzover een aanduiding "maximum bebouwingspercentage (%)" is opgenomen, mag ter plaatse van deze aanduiding en per bouwperceel het bebouwingspercentage zoals dit is aangegeven, niet worden overschreden.

13.2.5 Ondergronds bouwen

Ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van gerealiseerde gebouwen.

13.2.6 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat erf- of terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m hoog mogen zijn;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
13.2.7 Onderdoorgang

In afwijking van het bepaalde in 12.2 dient ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang" de bestaande onderdoorgang in stand te worden gelaten.

13.3 Afwijken van de bouwregels
13.3.1 Afwijking maatvoering

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het afwijken van de maatvoering zoals opgenomen in lid 13.2, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de omgevingsvergunning mag niet meer bedragen dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  • b. de stedenbouwkundige kwaliteit wordt niet onevenredig aangetast; dit heeft betrekking op:
    • 1. een goede verhouding tussen bouwmassa en kapvorm;
    • 2. de samenhang tussen bebouwing;
    • 3. de hoogtedifferentiatie;
  • c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • d. er is geen sprake van samenloop met het bepaalde in 13.3.2.
13.3.2 Afwijking bouwen buiten bouwvlak

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het afwijken van het bepaalde in 13.2.2, teneinde uitbreidingen van het hoofdgebouw buiten het bouwvlak toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. het bouwvlak mag met niet meer dan 3 m worden overschreden, met dien verstande dat de grens van het bouwvlak aan de zijde van de voorgevel niet mag worden overschreden;
  • b. de stedenbouwkundige kwaliteit wordt niet onevenredig aangetast; dit heeft betrekking op:
    • 1. een goede verhouding tussen bouwmassa en kapvorm;
    • 2. de samenhang tussen bebouwing;
    • 3. de hoogtedifferentiatie;
  • c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • d. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding is gewaarborgd;
  • e. op het perceel is voldoende parkeer-, laad- en losruimte aanwezig.
13.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • b. gebruik van ruimten binnen de woning of aan- en uitbouwen en bijgebouwen voor het uitoefenen van een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
  • c. evenementen, behoudens na verlening van de ontheffing bedoeld in 27.2;
  • d. een seksinrichting.