Plan: | Boschkens-Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0785.BP2013003Boschoost-vg01 |
het bestemmingsplan "Boschkens-Oost" met identificatienummer NL.IMRO.0785.BP2013003Boschoost-vg01 van de gemeente Goirle.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen.
het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke –geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen- bedrijvigheid dat door ten minste één bewoner van een woning in die woning en/of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woning of de daarbij behorende bijgebouwen past, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie, in ruimtelijke en visuele zin blijft behouden, en de activiteit ter plaatse kan worden uitgeoefend, waaronder een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit in verband met de aan huis verbonden bedrijfsactiviteit behoort, met dien verstande dat de activiteit niet vergunningplichtig is ingevolge de Wet milieubeheer en is vermeld in categorie A van de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage bij deze regels) of voor wat betreft de aard en omvang in relatie tot de milieuhinder die de bedrijfsactiviteit veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden met een bedrijf dat behoort tot één van deze categorieën.
een beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, ontwerptechnisch, kunstzinnig of hiermee te vergelijken gebied, niet zijnde detailhandel, dat door tenminste één bewoner van een woning in die woning en/of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie blijft behouden, en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke en visuele uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een (gedeelte van een) bijgebouw, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning, waarbij dit bijgebouw hoort, en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.
een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling, dat voldoet aan de meest actuele versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), met als resultaat het overleggen van een archeologische rapportage zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een inrichting of instelling, gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een al dan niet vrijstaand gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
een als zodanig aangegeven gebied.
met woningen vergelijkbare huisvesting, zoals gezinsvervangende tehuizen, wooneenheden al dan niet met gemeenschappelijke voorzieningen.
een metalen constructie op palen met op het hoogste punt een vierkante of rechthoekige bak ten behoeve van grond voor bomen en struiken.
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten.
de grens van een bouwvlak.
een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw.
een op de grond staande overkapping van één bouwlaag bij een bestaande woning of een bestaand woongebouw, die bedoeld is als een overdekte stallingsruimte voor personenauto's, die geen eigen wanden of deuren heeft en waarvan de begrenzing wordt gevormd door de woning of daarbij behorende bijgebouwen en/of ondersteuningen van de overkapping, die niet wordt aangemerkt als gebouw.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde een supermarkt.
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overigen).
publieke gebeurtenissen, met name op het gebied van kunst, sport en cultuur, waaronder in ieder geval een kermis wordt verstaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
het gebruiken, doen en laten gebruiken.
het geheel van voorzieningen en activiteiten ten behoeve van groenaanleg waaronder in ieder geval moeten verstaan parken met bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, waterpartijen, waterberging, watergangen en sloten, speelplaatsen, speel- en trapveldjes waaronder Cruijf-courts, bruggen en andere kunstwerken, straatmeubilair, en dergelijke , alsmede voorzieningen ter ondersteuning van de verkeersregulering en de verkeersveiligheid.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn ligging, constructie, afmetingen en/of functie dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met een dakhelling.
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van administratieve aard.
verschillende mogelijkheden om kinderen in een georganiseerd verband een ontwikkelingsgericht aanbod te bieden op het moment dat de ouders werken, studeren of als kinderen een taal- of ontwikkelingsachterstand hebben. Met kinderopvang worden de formele vormen van kinderopvangmogelijkheden aangeduid waarop de Kinderopvangtoeslag van kracht is. De informele vormen (gratis opvang door opa en oma, of buurvrouw) vallen er buiten. Voorbeelden van formele kinderopvang zijn een gastouder, een kinderdagverblijf (of crèche) of voor-, na- en buitenschoolse opvang.
educatieve, sociaal-maatschappelijke, sociaal-medische, (para)medische, levensbeschouwelijke en overheidsvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en daarmee gelijk te stellen sectoren, met ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen.
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, openbare sanitaire voorzieningen, transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, waterhuishoudkundige voorzieningen, collectieve energievoorzieningen (onder andere warmte- en koudeopslag), telefooncellen, abri's, apparatuur voor telecommunicatie, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, en dergelijke.
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wabo.
bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten de hoofdmassa van het gebouw uitsteken, zoals lichtmasten, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, licht-, antenne- en vlaggenmasten, windvanen, vlaggenmasten, wolfseinden, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, balkon- en terrashekken, liftschachten, dakkapellen en andere ondergeschikte dakopbouwen.
het in verband met een andere hoofdactiviteit op een perceel verstrekken van eten en/of drinken tegen betaling voor gebruik ter plaatse in die mate dat duidelijk herkenbaar is dat die hoofdactiviteit de kernactiviteit is die op het perceel plaatsvindt en het verstrekken van dat eten en/of drinken alleen plaatsvindt als beperkt en ondergeschikt onderdeel van en voortvloeiend uit de hoofdactiviteit.
beneden het peil.
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder c juncto artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1, van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo.
een schoolachtige opvang waar kleine kinderen van twee of drie jaar enige uren per week kunnen verblijven onder leiding van één of twee volwassen. De filosofie achter een peuterspeelzaal is kinderen aan de school te laten wennen.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortbedrijf.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, een privéhuis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en installaties.
de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeerstekens, wegafbakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, (ondergrondse) afvalcontainers, brandkranen, informatie- en reclameconstructies, rijwielstandaarden, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's en andere hiermee gelijk te stellen bouwwerken.
het uitvoeren, doen uitvoeren en laten uitvoeren .
de totale oppervlakte, buitenwerks gemeten, van alle ruimten op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de aangebouwde bijgebouwen.
de naar het verkeers- of verblijfsgebied gekeerde (deel van de) bouwgrens.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie, dan wel gelet op de uitstraling ervan, als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van vaststelling van het plan, tenzij anders bepaald.
een (gedeelte van een) gebouw, dat bestaat uit een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden:
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
wijziging als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub a, van de Wet ruimtelijke ordening.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en enig punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de voorgevel en de achtergevel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf het peil tot het laagste punt van het bouwwerk, fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de buitenste verticale projecties van bouwdelen en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, boven peil
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten de hoofdmassa van het gebouw uitsteken, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, licht-, antenne- en vlaggenmasten, windvanen, wolfeinden, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, balkon- en terrashekken en dergelijke, dakkapellen, andere ondergeschikte dakopbouwen, liftschachten, en overige overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor 'Bedrijf - Nutvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen.
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 3.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden naast het bepaalde in lid 3.2.1de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt naast het bepaalde in lid 3.2.1 dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3, voor het toestaan van een hogere bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een maximum van 4 meter.
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 4.1 mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden naast het bepaalde in lid 4.2.1 de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder b, voor het toestaan van een hogere bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een maximum van 3 meter.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden het volgende werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het behoud van het bos en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 is niet vereist voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden die:
De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 5.1 zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 6.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden naast het bepaalde in lid 6.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden naast het bepaalde in lid 6.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van een muur geldt naast het bepaalde in lid 6.2.1 de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.4 onder b, voor het toestaan van een lagere minimale bouwhoogte, mits dit aantoonbaar niet ten koste gaat van de geluidafschermende functie van de muur.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in de lid 6.1 bedoelde gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - boom' en 'specifieke vorm van groen - rododendron' het volgende werk, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het boskarakter van het gebied.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.5.1 is niet vereist voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, die:
De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 7.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden naast het bepaalde in lid 7.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden naast het bepaalde in lid 7.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden naast het bepaalde in lid 7.2.1 de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.4, onder a, voor het toestaan van erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal 2 meter vóór de naar de weg gekeerde gevel, mits:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2, onder b:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1, onder c, indien vast komt te staan dat de te realiseren vergroting van het bouwwerk passend is in het ruimtelijke beeld van de directe omgeving.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een bouwwerk geheel of gedeeltelijk te slopen.
De in lid 7.5.1 bedoelde omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd indien door het geheel of gedeeltelijk slopen dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijven onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het bouwwerk en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Alvorens te besluiten omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.5.1 wint het bevoegd gezag daarvoor een schriftelijk advies in bij de gemeentelijke monumentencommissie.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.5.1 is niet vereist voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden die:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in de lid 7.1 bedoelde gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - boom' het volgende werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.6.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het boskarakter van het gebied.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.6.1 is niet vereist voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, die:
De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 8.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden naast het bepaalde in lid 8.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden naast het bepaalde in lid 8.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van een muur geldt naast het bepaalde in lid 8.2.1 de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.4 onder b, voor het toestaan van een lagere minimale bouwhoogte, mits dit aantoonbaar niet ten koste gaat van de geluidafschermende functie van de muur.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.3 onder a, voor het toestaan van erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal 2 meter vóór de naar de weg gekeerde gevel, mits:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 9.1 zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt naast het bepaalde in
lid 9.2.1 dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 2 meter.
De aanleg van (fiets) paden is toegestaan, indien de aldaar voorkomende ecologische- en
milieuwaarden behouden blijven.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in de in lid 9.1 bedoelde gronden het volgende werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 9.4.1 bedoelde omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren vanhet werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijven onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het behoud van de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel omschreven waarden en belangen van de gronden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.4.1 is niet vereist voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden die:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 10.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden naast het bepaalde in lid 10.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden naast het bepaalde in lid 10.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van een muur geldt naast het bepaalde in lid 10.2.1 de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.4 onder b, voor het toestaan van een lagere minimale bouwhoogte, mits dit aantoonbaar niet ten koste gaat van de geluidafschermende functie van de muur.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor de inrichting van opslag-, tap- of verkooppunten voor motorbrandstoffen of LPG.
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 11.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van het hoofdgebouw, zijnde de woning, gelden naast het bepaalde in lid 11.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden naast het bepaalde in lid 11.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt naast het bepaalde in lid 11.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van een muur geldt naast het bepaalde in lid 11.2.1 de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.5 onder b, voor het toestaan van een lagere minimale bouwhoogte, mits dit aantoonbaar niet ten koste gaat van de geluidafschermende functie van de muur.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.4 onder d, voor het toestaan van een bijgebouw ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding overkapping', mits in parkeren van auto's op eigen terrein in voldoende mate word voorzien.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.4 onder a, voor het toestaan van erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal 2 meter vóór de naar de weg gekeerde gevel, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt in ieder geval gerekend het gebruik van vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 12.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van het hoofdgebouw, zijnde de woning, gelden naast het bepaalde in lid 12.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden naast het bepaalde in lid 12.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt naast het bepaalde in lid 12.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van een muur geldt naast het bepaalde in lid 12.2.1 de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.3 onder f, voor het toestaan van een bouwhoogte tot maximaal 5 meter, mits:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.5 onder b, voor het toestaan van een lagere minimale bouwhoogte, mits dit aantoonbaar niet ten koste gaat van de geluidafschermende functie van de muur.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.4 onder a, voor het toestaan van erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal 2 meter vóór de naar de weg gekeerde gevel, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt in ieder geval gerekend het gebruik van vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in de in lid 12.1 bedoelde gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - boom ' het volgende werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden het volgende uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.6.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het groenkarakter van het gebied.
Het in lid 12.6.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden, welke uit een oogpunt van te beschermen belangen van ondergeschikte betekenis zijn.
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 13.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van het hoofdgebouw, zijnde de woning, gelden naast het bepaalde in lid 13.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden naast het bepaalde in lid 13.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt naast het bepaalde in lid 13.2.1 de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt in ieder geval gerekend het gebruik van vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 14.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van het hoofdgebouw, zijnde de woning, gelden naast het bepaalde in lid 14.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden naast het bepaalde in lid 14.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt naast het bepaalde in lid 14.2.1 de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.4 onder a, voor het toestaan van erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal 2 meter vóór de naar de weg gekeerde gevel, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt in ieder geval gerekend het gebruik van vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in de in lid 14.1 bedoelde gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - boom', 'specifieke vorm van groen - lage beukenhaag' en 'specifieke vorm van groen - hoge beukenhaag' het volgende werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 14.6.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het boskarakter van het gebied.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 14.6.1 is niet vereist voor het uitvoeren van het volgende werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden die:
De voor 'Wonen - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 15.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van het hoofdgebouw, zijnde de woning, gelden naast het bepaalde in lid 15.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden naast het bepaalde in lid 15.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt naast het bepaalde in lid 15.2.1 de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt in ieder geval gerekend het gebruik van vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Het gaat hierbij om de gebieden met een hoge of middelhoge archeologische verwachting.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden met een diepte groter dan 30 centimeter uit te voeren:
Het in lid 16.3.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen waaronder in ieder geval moet worden verstaan ploegen, eggen, het uitbaggeren van sloten en greppels, of werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, worden overschreden ten behoeve van tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), liftkokers en -schachten, galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits:
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, tweede lid, van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, wordt in ieder geval gerekend:
Bij een gebouw moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's in de juiste mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder dat gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 19.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
Bij het nemen van een besluit omtrent een nadere eis overeenkomstig een in het plan opgenomen regel over nadere eisen nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van :
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, om de aanduiding 'aaneengebouwd', 'gestapeld', 'specifieke bouwaanduiding - bijzondere bouwvorm', 'specifieke bouwaanduiding - patiowoning', 'twee-aaneen' of 'vrijstaand' te wijzigen in een van deze aanduidingen, waarbij burgemeester en wethouders eisen kunnen stellen aan het aantal woningen binnen de bebouwing en waarbij de volgende aspecten in ogenschouw moeten worden genomen:
Wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, worden toegepast zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan, tenzij expliciet anders is geregeld.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Boschkens-Oost".
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 13 mei 2014.
De voorzitter, De griffier,