direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Centrumgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0785.BP2011004Centrum-vg01

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel op de begane grondlaag van de gebouwen;
  • b. dienstverlenende bedrijven met een baliefunctie op de begane grondlaag van de gebouwen;
  • c. horeca uit categorie E van de Staat van horeca-activiteiten op de begane grondlaag van de gebouwen met een maximum van drie horecabedrijven;
  • d. sociaal-maatschappelijke, (para)medische, overheids en/of educatieve doeleinden tot ten hoogste drie vestigingen en uitsluitend op de begane grondlaag van de gebouwen;
  • e. woningen op de verdieping(en);
  • f. een parkeerkelder ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeerkelder';
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. speel-, groen- en parkeervoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede kunstwerken ten behoeve van waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. in-, uitritten,voet- en rijwielpaden;
  • k. evenementen;

met dien verstande dat:

  • l. een supermarkt op de begane grondlaag van de gebouwen uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt'.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 3.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:

  • a. toegestaan zijn:
    • 1. gebouwen;
    • 2. parkeerkelders;
    • 3. kelders als bergruimte/magazijn ten dienste van bovengelegen functies;
    • 4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. buiten het bouwvlak mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  • c. ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, tot een verticale diepte van maximaal 5 meter, behoudens parkeerkelders.
3.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden naast het bepaalde in lid 3.2.1 de volgende regels:

  • a. een bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de goothoogte respectievelijk de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan in het bouwvlak is aangegeven.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt naast het bepaalde in lid 3.2.1 de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van antenne-, licht- en vlaggenmasten mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van beeldende kunst of kunstuitingen en gedenktekens mag niet meer dan 10 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 1,5 meter bedragen.

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Erf- en terreinafscheidingen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.3, onder a, voor het toestaan van erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal 2 meter vóór de naar de weg gekeerde gevel, mits:

  • a. dit past binnen het straat- en bebouwingsbeeld van de omgeving;
  • b. dit mogelijk is uit oogpunt van een veilige verkeerssituatie.