direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke Structuur
Plan: Tilburgseweg 153
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0785.BP2010001Brederode-oh01

2.2 Ruimtelijke Structuur

De ruimtelijke structuur van de omgeving van het plangebied wordt in belangrijke mate bepaald door de verkeersstructuur (noordelijke entree van de kern Goirle), de landschappelijke inpassing van de Tilburgseweg als laan in het bosgebied "De Boschkens" en het bebouwingsbeeld met de (half)vrijstaande bebouwingselementen die de weg flankeren.

Verkeersstructuur

De Tilburgseweg vormt de noordelijke entree van de kern Goirle komend vanuit de stad Tilburg. Aan de noordzijde heeft de omgeving een duidelijke visuele begrenzing door de hoger gelegen Rijksweg A58, die over de Tilburgseweg loopt. Aan de zuidzijde vormt de kruising met de Rillaersebaan, ingericht met een rotonde, de overgang van het bosgebied naar het centrum van het dorp. De hoofdweg is ingericht met twee geasfalteerde rijstroken en heeft een lichtgebogen verloop volgens het tracé van de oude zandweg. De weg wordt aan beide zijden over de gehele lengte geflankeerd door ventwegen. Deze ventwegen zijn ingericht als fietspad, waarop bestemmingsverkeer is toegestaan. De hoofdweg en de ventwegen worden gescheiden door een grasberm met daarin laanbeplanting, beukenhagen en een parkeerstrook, uitgevoerd als versterkte grasberm. De overgang naar de aangrenzende kavels is vormgegeven met een trottoir. Twee zijstraten, de Oude Baan en de Dr. Keyzerlaan, lopen vanaf de Tilburgseweg het bosgebied in.

afbeelding "i_NL.IMRO.0785.BP2010001Brederode-oh01_0004.png"

Figuur 4: Verkeersstructuur

Deze straten hebben met name een ontsluitingsfunctie voor de aangrenzende boskavels. Ze zijn ingericht met één rijbaan begeleid met laanbeplanting van oude beuken aan één zijde (Oude Baan) of aan beide zijden (Dr. Keyzerlaan).

Deze straten hebben door hun gebogen verloop en ligging in het bosgebied een besloten, intieme karakteristiek. Door het bosgebied lopen daarnaast diverse langzaamverkeerroutes in de vorm van onverharde of halfverharde bospaden.

Landschappelijk karakter

Het bijzondere landschappelijke karakter van de Tilburgseweg ligt in de combinatie van een licht slingerende laan met verrassende uitkijkjes op villa’s in ruime tuinen. De ruimtelijke vormgeving van het zuidelijke gedeelte van de weg is meer stedelijk en sluit aan bij de kom, terwijl de ruimte in het noorden meer een sfeer van landgoederen uitstraalt. Groen en met name bomenrijen, villatuinen en bos zijn dan ook beeldbepalend voor dit gedeelte van de Tilburgseweg. Vanwege het bosgebied "De Boschkens" heeft de directe omgeving van de Tilburgseweg een natuurlijke en besloten karakteristiek.

Het beeld aan de Tilburgseweg wordt gedomineerd door de laanbeplanting van zomereiken, grotendeels uit de periode 1840-1895 en in de loop der jaren vervangen wanneer nodig, waardoor een mengeling van oude en jonge eiken is ontstaan. Deze zorgen samen met de beukenhagen voor een goede begeleiding van de weg, hetgeen samen met het licht gebogen verloop van de weg zorgt voor een wisselende oriëntatie en een versterking van de natuurlijke uitstraling van het gebied. De aangrenzende kavels zorgen dat deze groene karakteristiek en rijke uitstraling van de Tilburgseweg wordt gecompleteerd. De ruime kavels hebben een landgoedachtig voorkomen met (half)vrijstaande bebouwing. Ze zijn weelderig begroeid met bomenclusters en -rijen van eiken, beuken en berken, bosschages van rododendrons en beukenhagen en lage begroeiing in de vorm van perken en grasvelden.

Naast de begeleidende laanbeplanting langs de Tilburgseweg is haaks op de weg nog een aantal historische lanen en bomenrijen terug te vinden, die als begeleiding van een oude oprijlaan of als kavelbegrenzing in het bosgebied lopen. De bomenrij tussen de huisnummers 171 en 173, tussen 201 en 203 en de smalle bosstrook tussen 189 en 191 zijn voorbeelden van lijnstructuren als kavelbegrenzingen. Voorbeelden van bomenrijen als begeleiding van opritten zijn de rij beuken bij huisnummer 199 en zeer opvallend zijn de rijen kastanjebomen bij nummer 172A, die ver doorlopen naar achter, nog voorbij het huis. In de omgeving van het plangebied zijn daarnaast diverse (restanten) van historische lanen te vinden; bomenrijen die het tracé van (voormalige) wegen accentueren en een duidelijke bijdrage leveren aan het karakter van het gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0785.BP2010001Brederode-oh01_0005.png"

Figuur 5: Groenstructuur

Bebouwing en beeld

Het bebouwingsbeeld in de omgeving van het plangebied verandert van noord naar zuid. Het noordelijk gedeelte laat een zeer gevarieerd bebouwingsbeeld zien met vrijstaande woningen op ruime kavels van verschillende grootte en onregelmatige vorm. De onderlinge afstand tussen de woningen is sterk gevarieerd evenals de soms gedraaide positionering en wisselende, veelal grote, afstand ten opzichte van de weg. Daarbij draagt erfbeplanting bij aan deze variatie, door de woningen onregelmatig geheel of gedeeltelijk aan het zicht te onttrekken.

Richting het zuiden worden de perceelsgrootte en de voortuinen geleidelijk kleiner en regelmatig van vorm. In het zuidelijke deel, vanaf Tilburgseweg 183 tot de kruising Tilburgseweg / Rillaersebaan, is er dan ook sprake van een hogere bebouwingsdichtheid met voornamelijk vrijstaande en twee-onder-één-kap woningen op smalle percelen met een regelmatige rechthoekige vorm. Deze woningen zijn evenwijdig aan de weg gepositioneerd met relatief kleine verspringingen ten opzichte van de rooilijn.

Door het gebruik van verschillende materialen en kleuren wordt de diversiteit tussen de verschillende bebouwing versterkt. Binnen het bebouwingsbeeld is er een aantal elementen die opvallen door afwijkende bouwmassa, vormgeving en/of detaillering. Het voormalige Paterklooster en "De Bocht’ aan de noordzijde wijken voornamelijk af door de grootschaligheid van de complexen. Aan de zuidkant van de Dr. Keyzerlaan zijn in 1998 twee appartementencomplexen gebouwd, die duidelijk afwijken van de overige bebouwing.