direct naar inhoud van Regels

Sportpark Verhoven

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0784.BPSportprkVerhoven-VG01

Artikel 4 Natuur

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bos en natuurgebieden;

  2. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;

  3. recreatief medegebruik;

 

met daaraan ondergeschikt:

  1. de productie van hout.

 

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van deze bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.

 

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

4.3.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  1. het verzetten van grond, zoals afgraven, ophogen, vergraven, egaliseren, ontginnen en grondwerkzaamheden dieper dan 40 cm (zoals diepploegen), een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet;

  2. het graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten en ander oppervlaktewater, aanleggen van drainage, uitgezonderd het vervangen van drainage;

  3. het verwijderen, vellen of rooien van bos en andere houtopstanden;

  4. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten;

  5. het aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

 

4.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. het normale onderhoud en beheer betreffen dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming (zoals kap van bomen in het kader van de houtproductie);

  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan;

  3. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;

  4. passen binnen de bestemmingsomschrijving van deze bestemming.

 

4.3.3 Toelaatbaarheid

De in lid 4.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden.