Toelichting
Inhoudsopgave Hoofdstuk 2 Huidige situatie en nieuwe ontwikkeling Hoofdstuk 4 Milieu en duurzaamheid 4.3 Waterhuishoudkundige aspecten 4.9 Besluit milieueffectrapportage Hoofdstuk 5 Beschrijving van het plan 5.2 Toelichting op de bestemmingen Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid Hoofdstuk 7 Maatschappelijke toetsing en overleg Hoofdstuk 8 Overzicht van wijzigingen Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het plangebied 'de Streek' waren gronden gereserveerd voor de ontwikkeling van maximaal 10 'ruimte voor ruimte' kavels. Dit is een initiatief van de provincie Noord-Brabant. Op haar verzoek is deze ruimte gereserveerd. 'Ruimte voor ruimte' kavels zijn grote kavels voor de bouw van vrijstaande woningen. Een deel van de opbrengsten gebruikt de provincie voor de sanering van intensieve veehouderijen in Noord-Brabant. Dit project in de Streek gaat echter niet door. Een deel van de locatie is al verkocht voor de bouw van 10 vrijstaande woningen. De daarbij behorende kavels zijn verkleind. Hiermede zijn ook de maximale bouwmogelijkheden voor de totale voormalige 'ruimte voor ruimte' locatie benut. Voor de resterende gronden is een nieuwe verkaveling opgesteld voor 10 particuliere bouwkavels voor vrijstaande woningen. Deze nieuwe verkaveling past niet in het geldend bestemmingsplan 'de Streek, 2012'. Het bestemmingsplan moet hiervoor gewijzigd worden. Dit heeft geresulteerd in het bestemmingsplan 'Streek - Baroniestraat'. 1.2 Plangebied Het plangebied heeft betrekking op de gronden gelegen tussen de achterzijde Baroniestraat 18 en 20, de weg Streek, het Markiezaathof en de Baroniestraat . Hieronder is de ligging van het plangebied weergegeven. 1.3 Geldende bestemmingsplan Ter plaatse geldt het bestemmingsplan 'de Streek, 2012', vastgesteld door de gemeenteraad op 25 februari 2013, in werking getreden op 19 april 2013 en onherroepelijk geworden op 21 augustus 2013. 1.4 Opzet van de toelichting In deze toelichting worden de uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan ‘Streek-Baroniestraat' weergegeven. De bestaande situatie en de nieuwe ontwikkeling worden beschreven in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de actuele en relevante beleidskaders, doelstellingen en wet- en regelgeving van het rijk, de provincie en de gemeente. Diverse mogelijke randvoorwaarden zoals bijvoorbeeld archeologie, geluidhinder, bodemverontreiniging en water, komen aan bod in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 wordt een toelichting gegeven op het juridische deel van het bestemmingsplan, de planregels en planverbeelding. Hoofdstukken 6 en 7 hebben betrekking op de economische uitvoerbaarheid respectievelijk de maatschappelijke toetsing en het overleg zoals bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening. In de fase van vaststelling van het bestemmingsplan wordt hoofdstuk 8 ingevuld. Hoofdstuk 2 Huidige situatie en nieuwe ontwikkeling Voor het opstellen van het bestemmingsplan is het van belang dat de bestaande situatie en de nieuwe ontwikkeling in beeld worden gebracht. Hieronder wordt de bestaande situatie weergegeven. Daarnaast wordt ingegaan op de nieuwe ontwikkeling. 2.1 Bestaande situatie De gronden in het plangebied 'Streek - Baroniestraat' waren tot enkele jaren geleden in gebruik voor agrarische doeleinden. Het gebied maakt onderdeel uit van de nieuwe woonwijk 'de Streek'. Deze wijk is al in ontwikkeling genomen. Het gebied is bouwrijp. De woningbouw is gestart. Het plangebied 'Streek-Baroniestraat' is nu een braakliggend terrein. 2.2 Nieuwe ontwikkeling Het is de bedoeling dat in het plangebied 10 vrijstaande woningen worden gebouwd. De kavels worden via particuliere gronduitgifte verkocht. Bij deze verkaveling is aansluiting gezocht bij de bestaande en toekomstige omgeving. De Baroniestraat grenzend aan het plangebied bestaat uit vrijstaande woningen. Het is de bedoeling dat aan het Markiezaathof twee-onder-een kapwoningen worden gebouwd. Hieronder is de verkaveling voor het plangebied 'Streek-Baroniestraat' weergegeven. Verkaveling (indicatief) Elke woning heeft 1 parkeerplaats op eigen terrein. Daarnaast wordt bij het woonrijp maken 1 parkeerplaats per woning in het openbaar gebied aangelegd. De ontsluitingswegen worden rechtstreeks aangesloten op het westelijk deel van de weg de Streek richting de Grauwe Polder. De 10 woningen maken onderdeel uit van de nieuwe woonwijk 'de Streek'. In deze woonwijk worden ongeveer 400 woningen gebouwd. Dit is inclusief de bebouwing op de voormalige 'ruimte voor ruimte' kavel en de reeds bestaande woningen aan de Baroniestraat. Aan de zuidzijde zijn sportvelden en een volkstuinencomplex aanwezig. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor deze nieuwe woonwijk 'de Streek' is ook de verkeersafwikkeling bepaald. Deze is als volgt. Er zijn drie hoofdontsluitingen namelijk: - via de weg Streek naar de Grauwe Polder (westkant) - via de weg Streek naar de Zundertseweg (oostkant) - via de zuidkant van de Zundertseweg Zowel de ontsluitingswegen als de wegen in de nieuwe woonwijk zijn 30 km-wegen. De inrichting van de wegen wordt hierop afgestemd. Daarbij worden de landelijke richtlijnen gevolgd die door CROW (het nationaal kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) zijn ontwikkeld. Dit betekent dat de wegen een breedte hebben van ongeveer 5,5 meter en verhoogde kruisingsvlakken (duurzaam veilige inrichting). Fietsers en auto's maken gebruik van dezelfde rijbaan. In het algemeen is binnen een 30 km-gebied een intensiteit van 5000 a 6000 motorvoertuigen per etmaal acceptabel. Dit gegeven is eveneens gebaseerd op de landelijke richtlijnen. Daarom worden deze aantallen als algemeen maatschappelijk aanvaardbaar beschouwd. Er is voor de woonwijk de Streek geen aanleiding om hiervan af te wijken. Bij 400 woningen wordt deze verkeersintensiteit niet gehaald. Op grond van de landelijke richtlijnen (CROW, ASVV 2012, aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom) wordt bij de duurste categorie woningen (koop;vrijstaand) uitgegaan van 8,6 verkeersbewegingen per woning. In de woonwijk ‘de Streek’ wordt niet uitsluitend deze categorie woningen gebouwd. Daarnaast zijn er drie hoofdontsluitingen. Het verkeer verdeelt zich over de wijk richting de hoofdontsluitingen. De bestaande verkeersintensiteiten op de wegen Streek en Zundertseweg zijn laag namelijk tussen de 400 en 600 motorvoertuigen per etmaal. De (toekomstige) verkeersintensiteiten binnen de woonwijk en op de genoemde ontsluitingswegen liggen dus ruimschoots onder deze landelijke richtlijnen. Het feit dat de voormalige 'ruimte voor ruimte' kavel intensiever wordt bebouwd met 10 woningen, verandert hier niets aan. De toevoeging van 10 extra woningen gerelateerd aan de omvang van de woonwijk heeft geen (ingrijpende) gevolgen voor de verkeersafwikkeling. Met andere woorden de ontwikkeling waarin het bestemmingsplan 'Streek-Baroniestraat' voorziet, heeft niet tot gevolg dat de verkeersstructuur vanuit de nieuwe woonwijk 'de Streek' gewijzigd moet worden. Daarom wordt geconcludeerd dat de verkeersafwikkeling van en naar de woonwijk 'de Streek' vanuit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar blijft. Hoofdstuk 3 Beleidskader In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de beleidsdoelstelling van rijk, provincie en gemeente die van belang zijn voor het bestemmingsplan 'Streek - Baroniestraat'. 3.1 Rijksbeleid Wet ruimtelijke ordening Een van de uitgangspunten van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is een centrale rol voor actuele bestemmingsplannen voor het hele grondgebied van een gemeente. De rijksoverheid hecht grote waarde aan de digitalisering van bestemmingsplannen. Wijziging, uitwisseling, vergelijking, monitoring en toetsing van digitale bestemmingsplannen is technisch vele malen eenvoudiger dan van bestemmingsplannen in papieren vorm. Digitaal uitwisselbare bestemmingsplannen ondersteunen de doelstelling van de nieuwe Wro met betrekking tot de actualisering. Het wijzigen van gedigitaliseerde bestemmingsplannen is technisch gemakkelijk hetgeen de actualiteit van bestemmingsplannen bevordert. Het bestemmingsplan 'Streek-Baroniestraat' is opgesteld conform de Wro. Dit betekent dat de planverbeelding en de planregels zijn opgesteld volgens de Standaard voor Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. Daarnaast wordt er voldaan aan de verplichting om een digitaal gecodeerd plan aan te leveren conform het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening 2012 (IMRO 2012). Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) Op 13 maart 2012 heeft de Minister van Infrastructuur en Ruimte de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) ‘Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig’ vastgesteld. De SVIR vormt de nieuwe rijksstructuurvisie voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2028, met een doorkijk naar 2040. Het rijksbeleid richt zich op het versterken van de internationale positie van Nederland en het behartigen van de nationale belangen, zoals de hoofdnetwerken voor personen en goederenvervoer, energie, natuur, waterveiligheid, milieukwaliteit en bescherming van het werelderfgoed. Het beleid met betrekking tot verstedelijking, groene ruimte en landschap laat het Rijk, onder het motto ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’, over aan provincies en gemeenten. Eerdere afspraken over verstedelijking zoals binnenstedelijk bouwen laat het Rijk los. Er is enkel nog sprake van een ‘ladder’ voor duurzame verstedelijking (gebaseerd op de ‘SER-ladder’) die is vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening. Daarbij is het uitgangspunt dat toenemende ruimtebehoefte in beginsel wordt opgevangen in het bestaand stedelijk gebied. Op deze manier kan verder ruimtebeslag elders zo veel mogelijk worden voorkomen. Ten aanzien van de 'ladder' voor duurzame verstedelijking is het volgende overwogen. Het bestemmingsplan 'Streek-Baroniestraat' maakt het mogelijk om 10 vrijstaande woningen te bouwen. Het zijn particuliere bouwkavels. In het woningmarktonderzoek Etten-Leur 2014 wordt aanbevolen aan aanzienlijk deel vrije kavels in de plancapaciteit op te nemen. Afhankelijk van het economisch herstel kan dan ingespeeld worden op de vraag naar vrijstaande woningen in de vorm van particuliere bouw. Het economisch herstel is waarneembaar. De praktijk leert dat er een toenemende vraag (behoefte) naar particuliere bouwkavels is. De 30 particuliere bouwkavels in het plangebied 'de Streek' zijn verkocht. Deze kavels zijn vanaf november 2015 in de verkoop gegaan. Buiten het plangebied 'de Streek' heeft de gemeente geen particuliere bouwkavels meer in de verkoop. Derden hebben nog enkele kavels in de verkoop. Het aantal woningen uit het bestemmingsplan ‘Streek-Baroniestraat’ past in de op regionaal niveau gemaakte afspraken over woningbouw. Een verdere afstemming tussen de gemeenten Breda, Oosterhout en Etten-Leur heeft geen knelpunten in de programmering opgeleverd. De locatie 'Streek-Baroniestraat' is bestaand stedelijk gebied. Er wordt voldaan aan de 'ladder' van duurzame verstedelijking. 3.2 Provinciaal beleid Structuurvisie ruimtelijke ordening 2014 provincie Noord-Brabant Op 19 maart 2014 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening 2014 Noord-Brabant in werking getreden. Provinciale Staten hebben deze op 7 februari 2014 vastgesteld. De Structuurvisie geeft de samenhang weer tussen het beleid op het gebied van milieu, verkeer en vervoer en water. Daarnaast houdt de Structuurvisie ruimtelijke ordening rekening met provinciaal beleid op economisch, sociaal-cultureel en ecologisch vlak. De provincie geeft in de Structuurvisie de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De provincie kiest voor een duurzame ontwikkeling waarin de kwaliteiten van de provincie sturend zijn bij de ruimtelijke keuzes die de komende jaren op de provincie afkomen. Nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan de kracht en identiteit van Noord-Brabant. De provincie streeft naar een complete kennis- en innovatieregio. Daarnaast zijn een aantrekkelijke woon- en leefomgeving, natuur- en landschapsontwikkeling, een robuust verkeer- en vervoersysteem en een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven van cruciaal belang. Duurzaam en zorgvuldig omgaan met de schaarse ruimte staat daarbij centraal. Het plangebied 'Streek-Baroniestraat' is op de visiekaart behorende bij de Structuurvisie aangewezen als 'stedelijk concentratiegebied'. Verordening Ruimte 2014 Noord-Brabant De Verordening Ruimte 2014 is door Provinciale Staten op 10 juli 2015 vastgesteld en op 15 juli 2015 in werking getreden. De Verordening Ruimte is een uitvoeringsinstrument voor de provincie om haar doelen te realiseren. In de verordening vertaalt de provincie de kaderstellende elementen uit het provinciaal beleid in regels die van toepassing zijn op (gemeentelijke) bestemmingsplannen. De onderwerpen die in de Verordening Ruimte staan, komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. De verordening is daarbij een van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen. De provincie wil de ruimtelijke kwaliteit van Brabant bevorderen. Dat betekent dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen een bijdrage dienen te leveren aan de kernkwaliteiten van Brabant en dat gemeenten bij ruimtelijke afwegingen het principe van zorgvuldig ruimtegebruik moeten toepassen. Hiermee wordt beoogd de groei en de spreiding van het stedelijk ruimtebeslag op het buitengebied af te remmen. Het provinciale beleid is al jaren gericht op het bundelen van de verstedelijking. Dit betekent dat de realisering van woningbouw, bedrijventerreinen, overige stedelijke voorzieningen en bijbehorende infrastructuur moet plaatsvinden in de stedelijke concentratiegebieden (bestaand stedelijk gebied van de grotere kernen). Nieuw ruimtebeslag buiten deze gebieden kan slechts als inbreiding of herstructurering in bestaand stedelijk gebied niet tot de mogelijkheden behoren. In de Verordening Ruimte wordt aandacht gevraagd voor de toepassing van de ladder voor duurzame verstedelijking zoals deze is opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening. Daarnaast zijn in relatie tot het principe 'meer aandacht voor de onderste lagen' ook water en archeologie van belang. In hoofdstuk 4 wordt aan deze aspecten aandacht besteed. Regionale afspraken woningbouw De gemeente Etten-Leur heeft met de regiogemeenten van West-Brabant en de provincie Noord-Brabant als onderdeel van de regionale agenda wonen 2017, afspraken gemaakt over het aantal te bouwen woningen. Op grond van deze afspraken mogen in de periode 2016 tot en met 2025 in de gemeente Etten-Leur 1375 nieuwe woningen netto worden toegevoegd aan de woningvoorraad. Het bestemmingsplan 'Streek- Baroniestraat' voorziet in de bouw van 10 woningen. Dit aantal past in de gemaakte afspraken. 3.3 Gemeentelijk beleid Structuurvisie Plus, Etten-Leur in Bloei 2020 Op 23 mei 2005 heeft de gemeenteraad de StructuurvisiePlus vastgesteld. In de visie is voor de woningbouw bepaald dat een deel binnenstedelijk moet worden gerealiseerd door het benutten van binnenstedelijke bouwlocaties. Een meerlaags grondgebruik moet, voor zover stedenbouwkundig verantwoord, worden bevorderd. Woningmarktonderzoek november 2014 In 2014 is in opdracht van de gemeente Etten-Leur en de Woonstichting Etten-Leur een woningmarktonderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn opgenomen in het rapport woningmarktonderzoek Etten-Leur 2014 van 21 november 2014 (Atrivé; nr. 1400251). In dit onderzoek wordt onder andere aanbevolen om een aanzienlijk deel vrije kavels (particuliere bouwkavels) in de plancapaciteit op te nemen. Er kan dan ingespeeld worden op de vraag naar vrijstaande woningen in de vorm van particuliere bouw. Beleidsvisie externe veiligheid Op 15 december 2008 heeft de gemeenteraad de beleidsvisie externe veiligheid vastgesteld. Deze visie bevat voor verschillende gebiedstypen de ambities en keuzes met betrekking tot het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Bij de opstelling van bestemmingsplannen wordt rekening gehouden met deze ambities en uitgangspunten. Beleidsnotitie “Huisvesting mantelzorg gemeente Etten-Leur” Op 14 juli 2009 heeft de gemeenteraad de beleidsnotitie ‘huisvesting mantelzorg gemeente Etten-Leur’ vastgesteld. Deze notitie is bedoeld om ruimtelijke mogelijkheden te bieden om huisvesting voor mantelzorg bij woningen mogelijk te maken. Naast huisvesting in permanente aan-, uit- of bijgebouwen biedt de notitie ook de mogelijkheid tot het plaatsen van een tijdelijke woonunit. Aan deze afwijking hangt de voorwaarde dat indien de mantelzorg ten einde is een en ander weer terug gebracht moet worden conform het bestemmingsplan. In deze notitie zijn voorbeeldregelingen opgenomen. Deze regelingen zijn verwerkt in dit bestemmingsplan. Beleidsregel aan huis gebonden beroepen en bedrijven Bestemmingsplannen kennen al een (ruime) regeling voor aan-huis-gebonden beroepen en bedrijven. Uit de praktijk blijkt dat er soms onduidelijkheid bestaat over welke beroepen of bedrijven nu rechtstreeks toestaan zijn. Om discussies te voorkomen, hebben burgemeester en wethouders op 16 maart 2010 de beleidsregel 'aan-huis-gebonden beroepen en bedrijven' vastgesteld. Deze beleidsregel is op 22 maart 2010 in werking getreden. Deze beleidsregel is integraal als bijlage bij de toelichting opgenomen. 3.4 Conclusie Het bestemmingsplan 'Streek-Baroniestraat' is opgesteld conform de landelijke standaarden voor digitaal raadpleegbare bestemmingsplannen. Er kan geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan past binnen het landelijk, provinciaal en gemeentelijk beleid. Hoofdstuk 4 Milieu en duurzaamheid In dit hoofdstuk komen de onderwerpen met betrekking tot de kwaliteit van de leefomgeving aan de orde die van belang zijn voor het plangebied 'Streek-Baroniestraat'. 4.1 Archeologie In Europees verband is het zogenaamde Verdrag van Malta tot stand gekomen. Uitgangspunt van dit verdrag is het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te behouden. Bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid moet het archeologisch belang vanaf het begin meewegen in de besluitvorming. Om dit te laten plaatsvinden wordt naast de in ontwikkeling zijnde regelgeving en beleid een economische factor toegevoegd. De kosten voor het zorgvuldig omgaan met het bodemarchief, dus de kosten voor inventarisatie, (voor)onderzoeken, bodemonderzoek en documentatie, worden door de initiatiefnemer betaald. Archeologie wordt een vast onderdeel van de planvoorbereiding van ingrepen in en om de bodem. Plannen worden getoetst aan het belang van het behoud van het archeologisch erfgoed en de consequenties voor het archeologisch bodemarchief worden nagegaan. Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht geworden. Hiermee worden de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De eigen rol van de overheden is daarmee officieel. Gemeenten moeten rekening houden met archeologie bij nieuwe bestemmingsplannen. Op 11 oktober 2010 heeft de gemeenteraad een actualisatie van het archeologiebeleid, de archeologische beleidskaart en de erfgoedverordening vastgesteld. De beleidskaart is gebaseerd op de laatste archeologische stand van zaken en de actuele inzichten over dit onderwerp. De beleidskaart is leidend voor lokale projecten. Het plangebied 'Streek - Baroniestraat' maakt onderdeel uit van het grotere gebied 'de Streek'. In 2006 en 2007 zijn in het gebied 'de Streek' meerdere archeologische bureau- en booronderzoeken uitgevoerd. In november/december 2010 is een aanvullend archeologisch onderzoek in de vorm van een proefsleuven- onderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn vastgelegd in het archeologische rapport d.d. 16 februari 2011 (projectnr. 232715). Aan de hand hiervan is geconcludeerd dat er in het gebied 'de Streek' geen vervolg- onderzoeken meer nodig zijn. Het gebied is vrijgegeven voor graaf- en bouwwerkzaamheden. Dit betreft dus ook het plangebied 'Streek-Baroniestraat'. 4.2 Bodem De bodemkwaliteit vormt een belangrijk aspect bij nieuwbouwplannen. Wettelijk is bepaald dat een vergunningsplichtig bouwwerk niet mag worden gebouwd op zodanig verontreinigd terrein dat er schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers. Indien een bodemonderzoek uitwijst dat er in de bodem wezenlijke verontreinigingen aanwezig zijn, dienen deze gesaneerd te worden voordat het gebied daadwerkelijk in ontwikkeling kan worden genomen. Voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is het dus van belang om inzicht te hebben in de bodemkwaliteit van het plangebied. Daarom is er een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd door Moerdijk Bodemsanering. De resultaten zijn verwoord in het rapport d.d. 11 juli 2016 (kenmerk 262.32.162r1). Uit het onderzoek blijkt dat de bodem milieuhygienisch geschikt is voor alle functies, dus ook voor woningbouw. Een nader onderzoek is niet nodig. 4.3 Waterhuishoudkundige aspecten Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die effect hebben op het watersysteem dient rekening gehouden te worden met de belangen van het waterbeheer. Het waterschap 'Brabantse Delta' voert hiertoe de zogenaamde watertoets uit. De watertoets is wettelijk verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening. Het Besluit verplicht om in de toelichting van een bestemmingsplan een beschrijving op te nemen van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding. Het waterschap 'Brabantse Delta' hanteert bij nieuwe ontwikkelingen het principe van waterneutraal bouwen waarbij gestreefd wordt naar het behoud of herstel van de 'natuurlijke' waterhuishoudkundige situatie. Vanwege dit principe wordt bij uitbreiding van verhard oppervlak voor de omgang met hemelwater uitgegaan van de voorkeursvolgorde infiltreren, bergen, afvoeren. De technische eisen en uitgangspunten voor het ontwerp van watersystemen zijn opgenomen in de 'Hydrologische uitgangspunten bij de Keurregels voor afvoeren van hemelwater, Brabantse waterschappen, 2015'. Het bestemmingsplan 'Streek-Baroniestraat' voorziet in de realisering van maximaal 10 woningen. De locatie maakt onderdeel uit van de voormalige 'ruimte voor ruimte' kavel gelegen in de nieuwe woonwijk de Streek. Langs de noordgrens van het plangebied bevindt zich een categorie B-oppervlaktewaterlichaam (leggercode OWL38461). Voor de ontwikkeling van deze woonwijk is op 25 februari 2013 het bestemmingsplan 'de Streek, 2012' vastgesteld. In de toelichting van dit bestemmingsplan is een watertoets opgenomen. Op 17 april 2012 heeft het waterschap 'Brabantse Delta' een positief wateradvies gegeven. Over de verdere uitwerking van de waterhuishouding in deze nieuwe woonwijk heeft nog overleg plaatsgevonden. De watertoets zoals opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan 'de Streek, 2012' is gebaseerd op de toen geldende regels en beleid van het waterschap 'Brabantse Delta'. Deze regels zijn in 2015 gewijzigd. Hieronder is voor de locatie 'Streek-Baroniestraat' een vergelijking gemaakt van de wateropgave 2012 met de wateropgave 2016. WATEROPGAVE Plan 2012 Plan 2016 Bruto oppervlak m2 6.140 6.140 Verhard oppervlak Straten m2 435 980 Oppervlak percelen (50% van opp. verhard) m2 m2 5705 2855 5160 2580 Totaal verhard oppervlak m2 3290 3560 Compensatie 78 mm/m2 60 mm/m2 Totale wateropgave m3 257 214 Verschil m3 -43 Uit de vergelijking blijkt dat de wateropgave voor het plan 2016 lager is dan voor het plan 2012. De waterhuishouding ontworpen voor het plan 2012 blijft echter ongewijzigd. Op grond van het beleid van het waterschap is het dus niet nodig om nu extra retentievoorzieningen aan te leggen. In het gebied komt een gescheiden rioolstelsel. De woningen worden hierop aangesloten. Het vuilwater en het hemelwater worden gescheiden. De afvoer van het vuilwater gaat naar het rioolgemaal aan de Kempenerrandweg. De afvoer van het hemelwater gaat naar de retentievijver in het gebied 'de Streek'. Conform het beleid van het waterschap wordt bij de ontwikkelende partij aandacht gevraagd voor het gebruik van milieuvriendelijke materialen en het achterwege laten van uitlogende materialen zoals lood, koper, zink en zacht PVC. Dit kan echter niet afgedwongen worden. De toe te passen bouwmaterialen moeten namelijk getoetst worden aan het Bouwbesluit. Dit is een landelijke regeling. De wetgever biedt geen mogelijkheden om vanwege de mogelijke uitloging van materialen, aanvullende eisen te stellen ter bescherming van bv. het milieu. Het waterschap 'Brabantse Delta' heeft op 20 oktober 2016 een positief wateradvies uitgebracht. De daarbij gemaakte opmerkingen zijn verwerkt. 4.4 Flora en fauna Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming in werking getreden. Op grond van deze wet zijn de Natura 2000-gebieden beschermd. Daarnaast regelt de Wet natuurbescherming ook de bescherming van planten- en dierensoorten. In deze wet zijn de EU-richtlijnen voor de bescherming van soorten opgenomen (Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn). Nationaal beschermde soorten vallen ook onder deze wet. De doelstelling is de bescherming en behoud van in het wild levende planten en dieren. Het uitgangspunt van de wet is 'nee, tenzij'. Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten zonder ontheffing verboden zijn. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dienen vooraf de effecten op Natura 2000-gebieden onderzocht te worden. Ook dient vooraf onderzocht te worden of en welke beschermde dier- en plantensoorten voorkomen, wat hun beschermingsstatus is en wat de effecten zijn van de ingreep op het voortbestaan van de gevonden soorten. Hierover wordt ten aanzien van het plangebied 'Streek-Baroniestraat' het volgende gemeld. Natura 2000-gebieden In deze situatie zijn de dichtstbijzijnde gebieden het Hollands Diep en het Ulvenhoutse bos. Bij woningbouw in het plangebied 'Streek-Baroniestraat' is de uitstoot van stikstof op Natura 2000-gebieden van belang. Het Hollands Diep is een niet voor stikstofdepositie gevoelig gebied. Daarom is het niet nodig om voor dit gebied de effecten van stikstofuitstoot in beeld te brengen.Het plangebied 'Streek-Baroniestraat' ligt op een afstand van ongeveer 11 kilometer tot het Ulvenhoutse bos. De wijze van verwarming en de isolatie van een woning zijn de meest bepalende factoren voor de uitstoot van stikstof. In het plangebied worden 10 nieuwe woningen gebouwd. Er wordt uitgegaan van goed geïsoleerde woningen. Bij een CV-verwarmingsinstallatie is de stikstofuitstoot dan zeer gering. Bij de toepassing van een warmtepomp is er geen sprake meer van stikstofuitstoot. Mede gelet op de afstand is de depositie op het Ulvenhoutse bos nihil. Met andere woorden de bouw van 10 woningen in het plangebied 'Streek-Baroniestraat' kan geen significante gevolgen hebben voor het Ulvenhoutse bos. Dit blijkt ook uit de Aerius Calculator van 9 maart 2017 en het bijbehorende advies van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (projectnummer 17021929). De Aerius Calculator is een methode om emissie te berekenen van stikstof als gevolg van economische activiteiten en de depositie op Natura 2000-gebieden. Bij deze berekening is uitgegaan van ongunstige omstandigheden. Dit betekent dat als uitgangspunt is genomen dat de woningen een CV-verwarmingsinstallatie krijgen. Daarnaast is uitgegaan van 10 verkeersbewegingen per woning per dag waarvan 20% middelzwaar vrachtverkeer en 80% personenauto’s. De conclusie is dat de stikstofdepositie op een Natura2000 gebied nihil is. Het bestemmingsplan ‘Streek-Baroniestraat’ heeft dus geen significante negatieve effecten op een Natura 2000-gebied. De aanwezigheid van de hiervoor genoemde Natura 2000-gebieden is dus geen belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan 'Streek-Baroniestraat'. Soortenbescherming Bij de vaststelling van het bestemmingsplan'de Streek, 2012' is geconcludeerd dat er op grond van de Flora-en Faunawet (voorloper Wet natuurbescherming) geen ontheffing nodig is voor de realisering van de woonwijk 'de Streek'. Daarbij is het volgende overwogen. In het plangebied zijn uitsluitend foeragerende vleermuizen aangetroffen. Daarvoor is het belangrijk dat de bomenrijen zoals bijvoorbeeld op de geluidswal en langs de weg de Streek grotendeels behouden blijven. Hierdoor wordt aantasting van het foerageergebied voorkomen. Negatieve effecten voor vleermuizen zijn dan uitgesloten. Daarnaast is er één vogelsoort met een vaste nestplaats aangetroffen namelijk de grote bonte specht. Deze komt voor in de omgeving van de begraafplaats. De opgaande groenstructuur in en rondom de begraafplaats wordt gespaard. De vaste nestplaats wordt niet weggenomen. Wel dient er bij de uitvoering van de werkzaamheden altijd rekening gehouden te worden met de algemene zorgplicht uit de Wet natuurbescherming. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het niet verstoren van broedende vogels. Met in achtname van het vorenstaande is de nieuwe woonwijk 'de Streek' bouwrijp gemaakt. Daarbij zijn ook de gronden die liggen in het bestemmingsplan 'Streek-Baroniestraat' betrokken. Het plangebied 'Streek-Baroniestraat' is nu een braakliggend terrein (zandvlakte) zonder bebouwing, bomen of beplanting. Mede gelet op de resultaten van de eerdere onderzoeken is geconcludeerd dat er in het plangebied 'Streek-Baroniestraat' geen beschermde planten- en/of dierensoorten aanwezig zijn. Dit blijkt ook uit de quickscan ‘de Streek-Baroniestaat’ d.d. 10 maart 2017 van het ecologisch adviesbureau Ecodat (rapportnummer 2017_130103-01_010.). De conclusie van deze quickscan is dat met de realisering van het bestemmingsplan ‘Streek-Baroniestraat’ geen negatieve effecten te verwachten zijn voor flora en/of fauna. Er is geen bebouwing aanwezig. Daarom zijn er geen vaste verblijfplaatsen voor vleermuizen. Er wordt ook geen schade toegebracht aan de foerageermogelijkheden in het plangebied voor vleermuizen. De staat van instandhouding van de populatie van diverse vleermuissoorten wordt niet in gevaar gebracht door de geplande ingrepen. Er zijn geen broedgelegenheden voor beschermde broedvogels aanwezig. Ook zijn er geen beschermde soorten planten aanwezig. Aanvullend onderzoek kan achterwege blijven. De conclusie is dat op grond van de Wet natuurbescherming geen belemmeringen zijn voor de uitvoering van het bestemmingsplan 'Streek-Baroniestraat'. 4.5 Milieuzonering Vanuit het oogpunt van goede ruimtelijke ordening dient er een goede ruimtelijke scheiding te zijn tussen milieugevoelige bestemmingen (bijvoorbeeld woningbouw) en milieubelastende activiteiten. Uitgangspunt daarbij is dat bij woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en dat bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt. Afstemming van bestaande en nieuwe functies dient te gebeuren door voldoende afstand in acht te houden. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de VNG-uitgave: Bedrijven en milieuzonering 2009. Hierin wordt een handreiking gegeven voor een goede ruimtelijke scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende bestemmingen. Er worden richtafstanden gegeven voor de aan te houden afstanden tussen dergelijke bestemmingen. In de directe omgeving van het plangebied 'Streek-Baroniestraat' zijn geen bedrijven aanwezig. Het veldsportcomplex 'de Streek' ligt op een ruime afstand (minimaal 250 meter). Er zijn dus geen mileubelastende activiteiten aanwezig waarmee rekening gehouden moet worden bij de invulling van de locatie 'Streek-Baroniestraat'. 4.6 Geluidhinder Wegverkeerslawaai Ingevolge artikel 74 Wet geluidhinder (Wgh) zijn in principe alle wegen gezoneerd. Uitzondering op deze regel zijn wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 kilometer per uur geldt en woonerven. Als een geluidzone geheel of gedeeltelijk binnen het plangebied valt, moet bij de voorbereiding van een bestemmingsplan akoestisch onderzoek worden verricht naar de gevelbelasting op nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen waaronder woningen. De voorkeursgrenswaarde bedraagt 48 dB. Er kunnen hogere waarden (ontheffing) worden vastgesteld. Het bestemmingsplan 'Streek - Baroniestraat' heeft betrekking op de realisering van nieuwe woningen. In de directe omgeving ligt de 50 km-weg Grauwe Polder en de rijksweg A58. Daarnaast grenst het plangebied aan de weg de Streek. De Grauwe Polder heeft een geluidzone van 200 meter. De rijksweg heeft een geluidzone van 400 meter. Deze zones vallen in het plangebied 'Streek - Baroniestraat. Daarom is met betrekking tot het wegverkeerslawaai een akoestisch onderzoek verplicht. Voor een 30 km-weg geldt er geen onderzoeksplicht naar de akoestische gevolgen. Vanuit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening is het echter wel gewenst om een onderzoek in te stellen naar de gevolgen vanwege wegverkeerslawaai. Daarom is de weg Streek ook in het akoestisch onderzoek betrokken. Conform de bepalingen uit de Wet geluidhinder is er een akoestisch onderzoek verricht. De resultaten zijn verwoord in het rapport akoestisch onderzoek herziening bestemmingsplan 'de Streek' d.d. 9 december 2016 (Omgevingsdienst Midden - en West Brabant; rapportnummer 16011649). Aan de hand van de verkaveling is de gevelbelasting bij de te bouwen woningen berekend. De rekenresultaten van de Grauwe Polder, rijksweg A58 en de weg Streek zijn daarbij weergegeven per waarneemhoogte van 1,5 meter, 4,5 meter en 7,5 meter (begane grond, eerste verdieping en tweede verdieping). Gezoneerde wegen (Grauwe Polder en rijksweg A58) Uit de berekeningen blijkt dat de gevelbelasting vanwege de Grauwe Polder voor alle waarneemhoogtes voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Vanwege de A58 vindt alleen overschrijding van de voorkeursgrenswaarde plaats op de berekeningshoogte van 7,5 meter (zolderverdieping). De berekende gevelbelasting bedraagt maximaal 53 dB. De maximaal wettelijk toegestane ontheffingswaarde waarde van 53 dB wordt niet overschreden. Daarom is beoordeeld of voor de derde bouwlaag (zolderverdieping) hogere waarden vastgesteld kunnen worden. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het vaststellen van hogere waarden. In het kader hiervan hebben zij op 2 december 2008 de beleidsregels hogere waarden Wet geluidhinder vastgesteld. Er wordt voldaan aan één van de ontheffingscriteria namelijk bij woningen van minimaal 3 bouwlagen is alleen op de hoogste verdieping sprake van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde. Voordat hogere waarden worden vastgesteld dient nagegaan te worden of door het nemen van maatregelen aan de bron of het overgangsgebied de gevelbelasting naar 48 dB gebracht kan worden. De A58 is voorzien van stil asfalt, een verdiepte ligging en een geluidswal met scherm waardoor verdere maatregelen aan de bron of in het overgangsgebied redelijkerwijs niet meer aan de orde zijn.Het terugdringen van de voertuigintensiteiten op een rijksweg als maatregel aan de bron is geen optie vanwege de ontsluitingsfunctie van rijkswegen op regionaal en landelijk niveau. Burgemeester en wethouders kunnen in deze situatie hogere waarden vaststellen van 53 dB voor de derde bouwlaag. Zij hebben op 9 mei 2017 hiertoe besloten. 30 km-weg (Streek) De gevelbelasting op de woningen vanwege de weg Streek bedraagt maximaal 49 dB. Het betreft hier de gevelbelasting op de verdiepingen van de zijgevel van de woningen die direct aan deze weg grenzen. Deze woningen hebben een geluidluwe voor- en achterzijde. Daaraan is ook de buitenruimte gesitueerd. Daarom is een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd 4.7 Luchtkwaliteit In de Wet milieubeheer (Wm) zijn in hoofdstuk 5 (titel 5.2 luchtkwaliteitseisen) bepalingen opgenomen over luchtkwaliteit. Artikel 5.16 eerste lid van de Wm bepaalt in hoofdlijnen dat het bevoegd gezag er op toeziet dat een voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot een overschrijding van luchtkwaliteitgrenswaarden zoals die zijn aangegeven in bijlage 2 van de Wm. Bijlage 2 van de Wm bevat voor diverse luchtverontreinigende stoffen in de buitenlucht grenswaarden en plandrempels. Bestemmingsplannen worden aan deze normen getoetst. Bronnen van luchtverontreiniging zijn enerzijds de achtergrondwaarde en anderzijds industriële bronnen en verkeer. Artikel 5.15 eerste lid onder c van de Wet milieubeheer geeft aan dat projecten die niet in betekende mate (NIBM) bijdragen aan de concentratie van luchtverontreinigende stoffen in de buitenlucht niet getoetst behoeven te worden aan de grenswaarden. Om het de overheden gemakkelijker te maken heeft de minister in de regeling niet in betekende mate (luchtkwaliteitseisen; NIBM), categorieën van gevallen aangewezen waarvoor vaststaat dat deze niet in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Zo worden woningbouwlocaties met niet meer dan 500 woningen en één ontsluitingsweg nog als NIBM aangemerkt. De bouw van de 10 woningen waarin het bestemmingsplan 'Streek - Baroniestraat' voorziet, voldoet aan deze criteria. Daarom valt dit bestemmingsplan binnen de NIBM-regeling en behoeft er niet afzonderlijk getoetst te worden aan de luchtkwaliteitsnormen (grenswaarden). 4.8 Externe veiligheid Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege handelingen met gevaarlijke stoffen. De handelingen kunnen zowel betrekking hebben op het gebruik, de opslag en de produktie als op het transport van gevaarlijke stoffen. Centraal staat de vraag hoe groot het risico is dat een individu of een groep individuen hierbij loopt. Bij het bepalen van het risico worden twee soorten risico’s onderscheiden, te weten het Plaatsgebonden Risico (PR) en het Groepsrisico (GR). Over het plangebied 'Streek-Baroniestraat' liggen geen invloedsgebieden van BEVI-bedrijven of buisleidingen. Het plangebied ligt wel binnen de invloedsgebied van de rijksweg A58 (200 meter). Het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) is van toepassing. Op grond van dit besluit moet bij de vaststelling van een bestemmingsplan de basisnetafstand (komt overeen met PR-contour) in acht worden genomen. Binnen deze afstand mag er niet gebouwd worden. Deze bedraagt ter hoogte van het plangebied 0 meter. Dit betekent concreet dat er geen veiligheidszone is waarmee rekening moet worden gehouden bij de invulling van het plangebied 'Streek - Baroniestraat'. Ook dient op grond van het Bevt het groepsrisico verantwoord te worden. Hiervoor is een groepsrisico- berekening met RBMII uitgevoerd. Dit is een rekenmethode ontwikkeld voor de berekening van het groepsrisico langs infrastructuur waaronder rijkswegen. De resultaten zijn verwoord in het rapport van de Omgevingsdienst Midden en West-Brabant van 18 november 2015. Hieruit blijkt dat het groepsrisico door het vervoer van gevaarlijke stoffen voor het totale gebied 'de Streek' ruim onder de oriënterende waarde blijft. Het zijn nieuwe woningen die voldoen aan het Bouwbesluit. Door het uitzetten van de mechanische ventilatie of het sluiten van ramen en deuren (in het geval niet wordt gekozen voor mechanische ventilatie ) kan in de woning voor enige uren een voldoende veilig binnenklimaat worden geborgd.Tevens blijkt dat de toename van het aantal woningen door een herverkaveling van de voormalige 'ruimte voor ruimte' kavel geen effect op de omvang van het groepsrisico. De ontsluitingen van het gebied 'de Streek' zijn via de Streek richting Zundertseweg of Grauwe Polder of rechtstreeks via de Zundertseweg. Er is dus sprake van ontsluitingen die het vluchten vanaf de risicobron (A58) mogelijk maken. Ook de bereikbaarheid door de hulpdiensten is daarom goed. Het bestemmingsplan 'Streek-Baroniestraat' voorziet in de bouw van 10 eengezinswoningen. Er is geen sprake van bijzondere kwetsbare objecten. De zelfredzaamheid van de toekomstige bewoners is goed. De Brandweer Midden- en West-Brabant is in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen. Op 27 september 2016 deelt de brandweer mede dat bij de verantwoording van het groepsrisico gebruik kan worden gemaakt van het standaardadvies. Dit standaardadvies is verwoord in een brief van 18 december 2015. De verantwoording zoals hiervoor is verwoord, voldoet aan dit standaardadvies. 4.9 Besluit milieueffectrapportage Op grond van het Besluit milieueffectraportage (Besluit mer) dient bij de bepaling of er voor een bepaalde activiteit een milieueffectbeoordeling en/of rapportage moet worden gemaakt de omvang van de activiteit, de ruimtelijke context en de cumulatie met de omgeving beoordeeld te worden. Het bestemmingsplan 'Streek - Baroniestraat' maakt het mogelijk om 10 woningen te bouwen. Er is hier sprake van een activiteit die genoemd is op de D-lijst van het Besluit mer. Op deze lijst is namelijk de aanleg van een stedelijk ontwikkelingsproject genoemd. De omvang van de nieuwe stedelijke ontwikkeling (woningbouw) blijft ruimschoots onder de drempelwaarden van 2000 woningen. Hoewel de drempelwaarden niet worden overschreden, dient er nagegaan te worden of de activiteiten toch geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Het gaat dan met name om de kenmerken en de plaats van het project en de potentiële effecten. In deze situatie ligt het aantal te realiseren woningen ruimschoots onder de drempelwaarden van 2000 woningen. Er is geen sprake van een bijzonder gevoelig of kwetsbaar gebied. Ook uit milieuonderzoeken is hiervan niet gebleken. Geconcludeerd kan worden dat er geen sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Daarom is een mer-beoordeling niet noodzakelijk. Er wordt dan ook geen milieueffectrapportage opgesteld. Er kan volstaan worden met de al uitgevoerde onderzoeken. 4.10 Conclusie De nieuwe ontwikkeling waarin het bestemmingsplan 'Streek-Baroniestraat' voorziet, namelijk 10 woningen, past binnen de geldende regelgeving en beleid met betrekking tot milieu en duurzaamheid. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat er in het plangebied situaties voorkomen die van uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening niet aanvaardbaar zijn. Hoofdstuk 5 Beschrijving van het plan 5.1 Planvorm Dit bestemmingsplan bevat het planologisch-juridisch instrumentarium voor de ontwikkeling van de locatie 'Streek-Baroniestraat'. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk om op deze locatie 10 vrijstaande woningen te bouwen. De planopzet kent een beperkt aantal bestemmingen en een gedetailleerde planverbeelding. Het bestemmingsplan is opgesteld conform de Standaard voor Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012. Het juridisch gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit de planverbeelding met planregels. Bij ieder plan hoort een toelichting. Deze heeft als zodanig geen rechtskracht. De planregels zijn opgebouwd uit inleidende regels (hoofdstuk 1), bestemmingsregels ( hoofdstuk 2), algemene regels (hoofdstuk 3) en overgangs- en slotregels (hoofdstuk 4). 5.2 Toelichting op de bestemmingen Algemeen. Alvorens per artikel een toelichting wordt gegeven, is het van belang om in te gaan op de regeling voor aan-huis-gebonden beroepen en de regeling om huisvesting voor mantelzorg mogelijk te maken. Aan- huis-gebonden beroepen. Bij de woonbestemmingen is bepaald dat het gebruik van een deel van de woning inclusief de aan- of uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen of een vrijstaande praktijkruimte voor een aan-huis-gebonden beroep onder voorwaarden niet strijdig is met de woonbestemming. Gezien de technologische en maatschappelijke ontwikkelingen zal dit gebruik in de toekomst alleen maar toenemen. In bijlage 1 bij deze toelichting is uiteengezet welke beroepen/bedrijven passend zijn in een woonomgeving. Hiermee worden eventuele onduidelijkheden voorkomen. Mantelzorg. Bij de woonbestemmingen zijn regels opgenomen om huisvesting voor mantelzorg mogelijk te maken. Dit kan rechtstreeks via inwoning of met een afwijking van de planregels voor de plaatsing van een tijdelijke woonunit of voor het geschikt maken van een vrijstaand bijgebouw als afhankelijke woonruimte. Inleidende regels. Begrippen (artikel 1). In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende woorden toegekende betekenis. Wijze van meten (artikel 2). In dit artikel wordt aangegeven hoe de in de regels gehanteerde maten gemeten moeten worden. Bestemmingsregels. Tuin (artikel 3). Deze bestemming geldt voor de voortuinen. Binnen deze bestemming mag bebouwing worden gerealiseerd in de vorm van een erker, tochtportaal of entreepartij. Het deel van de voortuin dat is gelegen vóór de woning mag niet gebruikt worden voor parkeren. Een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping maakt geen onderdeel uit van de woning. Verkeer - Verblijf (artikel 4). De openbare ruimte is bestemd voor 'Verkeer - Verblijf'. Deze gronden zijn bedoeld voor wegen met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie en parkeervoorzieningen. Binnen de bestemming zijn naast de verkeersfuncties ook andere voorzieningen toegestaan. Daarbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en nutsvoorzieningen. Wonen - Vrijstaand (artikel 5). De in het plangebied opgenomen vrijstaande woningen hebben de bestemming 'Wonen - Vrijstaand' gekregen. Op de planverbeelding is door middel van een bouwvlak de plaats van het hoofdgebouw aangegeven. In de planregels is opgenomen dat de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrenzen aan beide zijden minimaal 3 meter dient te zijn. Binnen het bouwvlak mogen ook aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gebouwd worden. Tevens bevat de planverbeelding aanduidingen over de maximale toegestane goot- en bouwhoogten. De gronden buiten het bouwvlak mogen aangewend worden voor de realisering van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen. Hiervoor zijn maatvoeringseisen opgenomen in de planregels. Er zijn afwijkingsmogelijkheden opgenomen voor de realisering van een praktijkruimte en/of het bieden van mantelzorg in een tijdelijke woonunit of vrijstaand bijgebouw . De voorwaarden waaronder gebruik gemaakt kan worden van deze afwijkingsmogelijkheden zijn in de planregels opgenomen. Algemene regels. Anti-dubbeltelregel (artikel 6). Het is een wettelijke verplichting om dit artikel in het bestemmingsplan op te nemen. Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden die al eens als berekeningsgrondslag voor een omgevingsvergunning hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen. Doel van deze regels is dat wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. Algemene bouwregels (artikel 7). In dit artikel zijn regels opgenomen voor ondergronds bouwen. Algemene gebruiksregels (artikel 8). In dit artikel is een algemeen gebruiksverbod opgenomen voor het gebruik van gronden, gebouwen en bouwwerken in strijd met de bestemming. Algemene afwijkingsregels (artikel 9). In dit artikel is de mogelijkheid opgenomen om in geringe mate af te wijken van de maatvoeringen en bestemmings- en/of bouwgrenzen. Algemene wijzigingsregels (artikel 10). In dit artikel zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen voor het onder voorwaarden verschuiven en/of overschrijden van de bestemmingsgrenzen, bestemmingsvlakken, bouwpercelen of bouwvlakken. Overgangs- en slotregels. Overgangsrecht (artikel 11). Het is een wettelijke verplichting om dit artikel in het bestemmingsplan op te nemen. In lid 1 zijn de overgangsregels ten aanzien van het bouwen opgenomen. Bouwwerken, die op het moment dat het plan inwerking is getreden, bestaan of (kunnen) worden gebouwd op grond van een verleende omgevingsvergunning en die afwijken van het bestemmingsplan mogen gedeeltelijk worden veranderd of vernieuwd mits de bestaande afwijkingen naar aard en omvang niet worden vergroot. Is het bouwwerk verloren gegaan door een calamiteit dan mag het bouwwerk volledig worden vernieuwd of veranderd mits de aanvraag om omgevingsvergunning binnen 2 jaar na de calamiteit wordt ingediend. Lid 2 betreft het overgangsrecht voor het gebruik van gronden en bouwwerken dat afwijkt van het plan op het moment dat dit plan inwerking is getreden. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan indien de afwijking hierdoor niet wordt vergroot. Het overgangsrecht geldt niet voor bouwwerken die zonder omgevingsvergunning zijn gebouwd in strijd met het toen geldend plan en voor illegaal gebruik van bouwwerken en gronden. Slotregel (artikel 12). Deze regel verwijst naar de naam van het bestemmingsplan. Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid Het gebied 'Streek-Baroniestraat' maakt onderdeel uit van het totale gebied 'de Streek'. Voor de economische uitvoerbaarheid is een afzonderlijke exploitatieopzet gemaakt. Aan de hand van reeds gemaakte kosten en ervaringscijfers voor het woonrijp maken is een raming gemaakt van de investeringen. Er is een stelpost opgenomen voor planschadeclaims. De (herziene) exploitatieopzet 2016 sluit met een positief eindresultaat. Hiermee is de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan 'Streek - Baroniestraat' aangetoond. Hoofdstuk 7 Maatschappelijke toetsing en overleg 7.1 Maatschappelijke toetsing Inspraak Het voorontwerp bestemmingsplan 'Streek - Baroniestraat' heeft gedurende de periode 6 oktober 2016 tot en met 16 november 2016 voor inspraak ter inzage gelegen in het stadskantoor. Daarnaast was het voorontwerp bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar op de gemeentelijke internetpagina en de landelijke internetpagina www.ruimtelijkeplannen.nl. De bekendmaking hierover heeft op 5 oktober 2016 plaatsgevonden in het week- blad 'Etten-Leurse Bode", de gemeentelijke en landelijke internetpagina en het gemeentelijk publicatie bord. Omwonenden en de wijkvereniging 'Grauwe Polder' zijn persoonlijk in kennis gesteld.Gedurende de periode van ter inzage ligging kon iedereen mondeling of schriftelijk een reactie indienen bij burgemeester en wethouders. Er is 1 reactie ingediend. Voor de inhoud en de beantwoording van de reactie wordt verwezen naar het eindverslag inspraak. Dit eindverslag is als bijlage 3 bij deze toelichting gevoegd. Vaststellingsprocedure Het ontwerp-bestemmingsplan ‘Streek-Baroniestraat heeft gedurende de periode 26 januari 2017 tot en met 8 maart 2017 ter inzage gelegen in het stadskantoor. Daarnaast was het ontwerp digitaal raadpleegbaar op de gemeentelijke internetpagina en de landelijke internetpagina www.ruimtelijkeplannen.nl De bekendmaking hierover heeft op 25 januari 2017 plaatsgevonden in het weekblad ‘Etten-Leurse Bode, de Staatscourant, de gemeentelijke en landelijke internetpagina en het gemeentelijk publicatiebord. Omwonenden en de wijkvereniging ‘Grauwe Polder’ zijn persoonlijk in kennis gesteld. Gedurende de periode van ter inzage ligging kon iedereen mondeling of schriftelijk een zienswijze indienen bij de gemeenteraad. Er is 1 zienswijze ingediend. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan ‘Streek-Baroniestraat’ heeft de gemeenteraad besloten dat deze zienswijze geen aanleiding geeft om wijzigingen aan te brengen ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan 'Streek-Baroniestraat'. 7.2 Overleg In het kader van het wettelijk voorgeschreven vooroverleg ex. artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening zijn de volgende instanties op 4 oktober 2016 digitaal geïnformeerd over het voor-ontwerp bestemmingsplan 'Streek-Baroniestraat'. Provincie Noord-Brabant. Waterschap Brabantse Delta. De betreffende instanties zijn tot en met 16 november 2016 in de gelegenheid gesteld een reactie in te dienen. De provincie Noord-Brabant heeft op 4 oktober 2016 gemeld dat er geen aanleiding is tot het maken van opmerkingen. Het waterschap 'Brabantse Delta' heeft op 20 oktober 2016 een positief wateradvies uitgebracht. De daarbij gemaakte opmerkingen zijn in de toelichting verwerkt. De resultaten van het vooroverleg zijn als bijlage 2 bij deze toelichting gevoegd. Hoofdstuk 8 Overzicht van wijzigingen Bij de vaststelling van het bestemmingsplan ‘Streek-Baroniestraat’ zijn geen wijzigingen aangebracht ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan ‘Streek-Baroniestraat’.