direct naar inhoud van Artikel 6 Maatschappelijk
Plan: Withofcomplex en omgeving
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0777.0010WITHOFCOMPLEX-4001

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijk;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij', tevens voor een kinderboerderij;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', tevens voor de stalling van auto's en tuinmaterialen;

met de daarbij behorende:

  • d. wegen en paden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen, waarbij de volgende minimale parkeernorm van toepassing is:
  • 1. kinderdagverblijf: 1 parkeerplaats per arbeidsplaats maximaal gelijktijdig aanwezig;
  • 2. overige functies: 2 parkeerplaatsen per 100 m² bvo;
  • g. bouwwerken en voorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op of in deze gronden mag, uitsluitend ten dienste van de in 6.1 bedoelde bestemmingsomschrijving worden gebouwd.

6.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, met inachtneming van het aangegeven bebouwingspercentage;
  • b. ten behoeve van de aanduiding 'kinderboerderij' is maximaal 1 gebouw toegestaan met een maximale oppervlakte van 100 m², een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale bouwhoogte van 7 meter;
  • c. ten behoeve van de aanduiding 'bijgebouwen' is bebouwing toegestaan met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 200 m² en een maximale bouwhoogte van 3,5 meter;
  • d. ten aanzien van de maximale goothoogte van gebouwen gelden de aanduidingen;
  • e. ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen gelden de aanduidingen.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak bedraagt 2 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak bedraagt 1 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 2 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte van lichtmasten bedraagt 8 meter;
  • e. de maximale bouwhoogte van (vlucht)trappen bedraagt 12 meter.

6.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de minimale parkeernorm;
  • b. De in lid a bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de parkeerdruk in het openbaar gebied onevenredig toeneemt.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. seksinrichtingen;
  • b. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • c. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  • d. het opslaan van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
  • e. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.