direct naar inhoud van Regels
Plan: Strijp-S 2017
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80284-0301

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan "Strijp-S 2017" met identificatienummer NL.IMRO.0772.80284-0301 van de gemeente Eindhoven.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aan-huis-verbonden-beroep

een vrij beroep, dat in of bij een woongebouw wordt uitgeoefend, waarbij het woongebouw in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Bijvoorbeeld gastouderopvang; detailhandel via internet zonder opslag en/of verkoop aan huis; of het enkel uitoefenen van een administratie ten behoeve van een bedrijf.

Onder vrije beroepen worden verstaan: (para)medische, juridische, therapeutische, ontwerp-technische, administratieve, sociaal-maatschappelijke, kunstzinnige en daarmee gelijk te stellen beroepen.

1.4 aanbouw

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft..

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.9 bedrijfsvloeroppervlak

de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.10 beperkt kwetsbaar object
  • a. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens, voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting en met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare;
  • b. bedrijfswoningen, voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting;
  • c. kantoorgebouwen, hotels en restaurants, winkels en bedrijfsgebouwen voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object vallen en voor zover zij niet behoren tot een bevi- inrichting;
  • d. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
  • e. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object vallen;
  • f. objecten die met het onder a. tot en met e. genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin meestal aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn;
  • g. objecten met hoge infrastructurele waarde, waaronder in ieder geval telefoon- en elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
1.11 bestaande situatie

bij bouwwerken: legale bouwwerken die aanwezig of in uitvoering zijn op het tijdstip van ter visie legging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel bouwwerken zoals die mogen worden gebouwd krachtens een vergunning;

bij gebruik: legaal gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig tijdens de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

1.12 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.13 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.14 bijgebouw

een op zichzelf staand al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.15 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.16 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.17 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.18 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.19 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.20 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.21 bruto vloeroppervlak (bvo)

de totale oppervlakte van de ruimte ten dienste van functies zoals wonen, maatschappelijke voorzieningen, kantoren, dienstverlening, horecabedrijven en aan-huis-gebonden beroepen of bedrijven, inclusief opslag- en administratieruimten, gebouwde parkeervoorzieningen en dergelijke;

1.22 buitenschoolse opvang (BSO)

het in georganiseerd verband opvangen van meer dan 6 kinderen in de leeftijdscategorie 4 tot 13 jaar voor en na schooltijd, in de middagpauze en tijdens schoolvakanties.

1.23 café

horeca, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.24 cafetaria/snackbar/afhaalservice

een bedrijf gericht op het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak-alcoholische en niet-alcoholische dranken.

1.25 coffeeshop

een bedrijf gericht op het verstrekken van niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid, en van verdovende en/of hallucinerende stoffen.

1.26 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of gebied.

1.27 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.28 daklandschappen

Voorzieningen zoals een daktuin voor bewoners en/of voor een openbare functie (bijvoorbeeld voor een café-restaurant of een sport- of recreatievoorziening).

1.29 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt ook begrepen internetwinkel/webwinkel en afhaalpunten. Onder detailhandel wordt in dit plangebied niet begrepen grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum, supermarkt en versmarkt.

1.30 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder zijn begrepen kapperszaken, belwinkels, internetcafé, schoonheidsinstituten, fotostudio´s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.

1.31 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.

1.32 discotheek of dancing

een bedrijf hoofdzakelijk gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, feesten en daarmee vergelijkbare evenementen.

1.33 erotisch getinte vermaaksfunctie

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.

1.34 evenement

een evenement zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).

1.35 evenementen- en beursruimte

grootschalige (al dan niet overdekte) ruimte(n) ten behoeve van tentoonstellingen, beurzen, exposities, manifestaties en soortgelijke (bedrijfs)activiteiten;

1.36 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.37 gebruiken

het gebruiken, in gebruik geven of laten gebruiken.

1.38 geluidgevoelige functies

bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.39 geluidgevoelige gebouwen

gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.40 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.

1.41 gevaarlijke stoffen

gevaarlijke stoffen zijn stoffen waarvan het gebruik, het transport of de opslag (overslag e.d.), risico's met zich meebrengt. Het kan gaan om explosiegevaar, brand, giftigheid of radioactiviteit.

1.42 hogere grenswaarde

een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.43 hoofdgebouw

een gebouw dat, op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.

1.44 horeca

een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.45 hotel

een bedrijf hoofdzakelijk gericht op het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.

1.46 internetwinkel

Internetwinkels worden in het kader van dit bestemmingsplan aangemerkt als een specifieke vorm van detailhandel waarbij:

  • de transactie via internet of andere media tot stand komt, en;
  • de goederen ter plaatse kunnen worden afgehaald; en/of
  • de goederen ter plaatse kunnen worden afgerekend; en/of
  • de goederen ter plaatse kunnen worden bekeken of geprobeerd.
1.47 kantoor

een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat dient voor het bestuurlijk/ambtelijk of bedrijfsmatig uitoefenen van juridische, financiële, administratieve en naar de aard daarmee gelijk te stellen werkzaamheden.

1.48 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend (niet zijnde prostitutie).

1.49 koffie-/theehuis

een bedrijf gericht op het verstrekken van zwak-alcoholische en niet-alcoholische dranken, met als nevenactiviteit het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren.

1.50 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten.

1.51 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.

1.52 kwetsbaar object
  • a. woningen, niet zijnde:
    • 1. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens, voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting en met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare;
    • 2. bedrijfswoningen;
  • b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, waartoe in ieder geval behoren:
    • 1. (psychiatrische) ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    • 2. scholen;
    • 3. sociale werkplaatsen, of;
    • 4. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  • c. gebouwen waarin meestal grote aantallen personen (> 50 pers.) gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
    • 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object, voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting of;
    • 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m² bedraagt, voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting, en winkels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd en voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting;
  • d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen, voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting.
1.53 lunchroom

een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren en niet-alcoholische dranken.

1.54 maatschappelijke voorzieningen

educatieve, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie, wooneenheden voor beschermd en/of verzorgd wonen en daarbij behorende voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en openbaar bestuur. Onder maatschappelijke voorzieningen zijn tevens begrepen kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang.

1.55 manifestatie

publieke vertoningen en evenementen.

1.56 Nota Parkeernormen 2016

parkeernormen vastgesteld op 17 mei 2016, gepubliceerd en in werking getreden op 10 juni 2016.

1.57 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van algemeen nut in ruime zin zoals: voorzieningen / installaties ten behoeve van gas, water en elektriciteit, signaalverdeling, telecommunicatieverkeer, waterzuivering, waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, compostering, wijkverwarming, milieuvoorzieningen e.d.

1.58 peil

0.30 m' boven de kruin van de weg.

1.59 plasbrandaandachtsgebied

het gebied tot 30 meter van de weg of spoor waarin, bij de realisering van kwetsbare objecten, rekening dient te worden gehouden met de effecten van een plasbrand.

1.60 prostitutiebedrijf

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin tegen vergoeding seksuele handelingen worden verricht.

1.61 recreatieve markten

het geheel van samenhangende activiteiten welke worden gekenmerkt door verkoop en aanbod van goederen, diensten en vermaak in hoofdzakelijk marktvorm waarbij het karakter in sterke mate is gericht op toerisme, recreatie, samenlevingscultuur en educatie, een en ander al dan niet op commerciële basis.

1.62 recreatieve voorzieningen

Activiteiten die in hoofdzaak gericht zijn op het bedrijfsmatig vermaken van personen ten behoeve van vrijetijdsbesteding c.q. ontspanning op het gebied van amusement, sport en spel, educatie, cultuur, historie of een daarmee gelijk te stellen gebied.

1.63 restaurant

een bedrijf uitsluitend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.

1.64 risicovolle inrichting
  • 1. inrichtingen zoals genoemd in artikel 2 van het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen) respectievelijk artikel 1b van de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi);
  • 2. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage I van de regeling provinciale risicokaart of onder het Registratiebesluit Externe Veiligheid;
  • 3. inrichtingen met toxische gassen;
  • 4. inrichtingen waar een brandbaar tot vloeistof verdicht gas met een inhoud van meer dan 1m3 wordt gebezigd of opgeslagen.
1.65 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.66 tuincentrum

een kwekerij en/of een verkoopplaats waar artikelen voor verwerking/gebruik in tuin en huis, daaronder ook begrepen dierbenodigdheden voor huisdieren, direct aan particulieren ter verkoop worden aangeboden, van welke verkoopplaats een koffiehoek deel kan uitmaken ter ondersteuning van de tuincentrumfunctie.

1.67 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.68 verkoopvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van ruimten welke rechtstreeks ten dienste staan van de detailhandelsactiviteiten en voor publiek toegankelijk zijn; kantoren, magazijnen en overige dienstruimten worden hieronder niet begrepen.

1.69 verminderd zelfredzame functies

functies voor verminderd zelfredzame personen, zoals kinderdagverblijf, gastouderopvang, basisschool, bejaardenhuis, verpleeghuis, ziekenhuis.

1.70 verminderd zelfredzame personen

personen die in het algemeen alleen met individuele begeleiding een onveilige zone kunnen verlaten.

1.71 versmarkt

verzameling van verschillende verkoopkramen waar koop en verkoop van verse voedings- en genotmiddelen plaatsvindt.

1.72 voorkeursgrenswaarde

de toelaatbare waarde voor geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.73 water

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.

1.74 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit (zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, sloten, greppels en vijvers, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen etc.).

1.75 Wet geluidhinder

Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99) houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidde op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

1.76 winkel

een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.

1.77 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Een woonwagen wordt niet tot een woning gerekend.

1.78 woongebouw

een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.

1.79 woonwagen

een voor bewoning bestemd gebouw, niet zijnde een woning, dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bebouwingspercentage

een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

2.2 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, ventilatiekanalen, antennes, liftopbouwen, installatieruimten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 ondergeschikte bouwdelen

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen wordt de overschrijding van de bouw- en/of bestemmingsgrens door ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, gevelisolatie, reclameaanduidingen, luifels, erkers, balkons en overstekende daken en dergelijke buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- en/of bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan:

  • a. 3 m voor balkons en erkers;
  • b. 5 m voor luifels dienende als windschermen nabij hoge gebouwen en als markering van entrees van gebouwen;
  • c. 1 meter in overige gevallen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Gemengd - 1´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen met een maximum bruto-vloeroppervlak van 68.500 m²;
  • b. werken, waaronder in ieder geval begrepen:
    • 1. kantoren;
    • 2. dienstverlening;
    • 3. (werk)ateliers;
    • 4. bedrijfsactiviteiten genoemd in Bijlage 1, behorende tot de categorieën A t/m C, alsmede bedrijfsactiviteiten die niet zijn genoemd in Bijlage 1 en die een hindercontour hebben die vergelijkbaar is met de in Bijlage 1 opgenomen bedrijfsactiviteiten;

met een maximum bruto-vloeroppervlak van 9.000 m²;

  • c. publieksgerichte functies, waaronder in ieder geval begrepen:
    • 1. maatschappelijke voorzieningen;
    • 2. detailhandel;
    • 3. cultuur en ontspanning;
    • 4. horecabedrijven genoemd in Bijlage 3;

met een maximum bruto-vloeroppervlak van 25.000 m²;

  • d. parkeergarages, al dan niet ondergronds;

met de daarbij behorende:

  • e. geluidwerende voorzieningen;
  • f. erven en terreinen;
  • g. wegen en paden;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. tuinen en daklandschappen;
  • k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • l. voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • m. gebouwen, bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Met dien verstande dat:

  • n. bij een woning de vloeroppervlakte van een aan-huis-verbonden beroep niet meer dan 50 m² mag bedragen;
  • o. bedrijfsactiviteiten, behorende tot categorie C als bedoeld onder sub b, in verband met het geluidaspect uitsluitend zijn toegestaan indien deze direct ontsluiten aan wegen/straten;
  • p. de gronden als bedoeld onder f, g, h, en i tevens zijn bestemd voor het houden van niet-permanente manifestaties en markten als bedoeld in de (geldende) Algemene Plaatselijke Verordening;
  • q. niet geluidgevoelige functies slechts mogen worden gewijzigd in geluidsgevoelige functies indien en voor zover de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder niet wordt overschreden, dan wel nadat door bevoegd gezag een hogere grenswaarde is verleend en tevens onherroepelijk is.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de maximum bouwhoogte bedraagt maximaal de hoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' geldt dat de goot- en bouwhoogte, kapvorm, dakhelling en nokrichting van het hoofdgebouw dient te worden uitgevoerd conform de bestaande situatie;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 16' dient een onbebouwde doorgang met een hoogte van minimaal 3 m in acht genomen te worden, met dien verstande dat (ondergeschikte) voorzieningen, zoals pilaren, wel zijn toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 13' is een overkapping toegestaan conform de bestaande situatie;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 15' mag in afwijking van het gestelde onder b. de maximum bouwhoogte vergroot worden tot een maximum van 20 m, met dien verstande dat de afwijking niet meer dan 25% van de gevellengte van ieder bouwblok mag bedragen.
  • g. in afwijking van het bepaalde onder sub a, mogen (vlucht)trappen behorende bij het hoofdgebouw buiten het bouwvlak worden gerealiseerd;
  • h. in afwijking van het gestelde onder b, mag de maximum bouwhoogte met 2 m worden overschreden ten behoeve van een entreeportaal, erfafscheidingen en/of balustrades voor dakterrassen en met 4 m ten behoeve van het verhogen van de gevel van een gebouw met de daarbij behorende bouwconstructie.
  • i. in afwijking van het bepaalde onder sub b mag ter plaatse van de in onderstaande tabel vermelde aanduidingen voor een maximum oppervlak (footprint) worden afgeweken van de maximum bouwhoogte:
  Maximum bouwhoogte   Maximum oppervlak (footprint)  
Specifieke bouwaanduiding - 1   56 m   650 m2  

  • j. voor zover de bestaande situatie hoger is dan het bepaalde onder b, gelden die maten als maximum.

3.2.2 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij hoofdgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen bij een hoofdgebouw geldt dat deze bouwwerken uitsluitend ter plaatse van de aanduiding bouwvlak mogen worden gebouwd.

3.2.3 Voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:
a. de maximum bouwhoogte is 3 m;
b. de maximum oppervlakte is 15 m².

3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximum bouwhoogte is 10 m;
  • b. voor zover de bestaande situatie hoger is dan het bepaalde onder a, gelden die maten als maximum.

3.3 Geluid

Bij het realiseren van geluidgevoelige gebouwen of delen van gebouwen waarin geluidgevoelige functies worden gerealiseerd, dan wel bij het wijzigen van gebruik van een niet-geluidgevoelige functie in een geluidgevoelige functie, geldt dat een aanvaardbare geluidsituatie dient te bestaan. Ten behoeve van de toets of hieraan wordt voldaan, dient het volgende in acht te worden genomen:

  • a. de maximale geluidbelasting op de gevel mag niet meer bedragen dan de wettelijk vastgestelde voorkeursgrenswaarde, dan wel de voor die gevel ingevolge de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder vastgestelde of nog vast te stellen hogere grenswaarde;
  • b. voldaan dient te worden aan het gemeentelijk geluidbeleid;
  • c. indien de geluidbelasting op de gevel hoger is dan de voorkeursgrenswaarde zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder, is een besluit hogere grenswaarde noodzakelijk bij vergunningverlening;
  • d. het bepaalde onder a t/m c is niet van toepassing indien de geluidbelaste gevel als dove gevel wordt uitgevoerd.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • b. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van perifere detailhandel en een tuincentrum;
  • d. bij functiewijziging van een niet geluidgevoelige functie in een geluidvgevoelige functie, het gebruik van gronden en bouwwerken indien en voor zover de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder wordt overschreden en door bevoegd gezag geen hogere grenswaarde is verleend.

3.4.2 Aan huis verbonden beroep en kleinschalige bedrijvigheid bij woningen

Het gebruik van een gedeelte van de woning voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m² en/of voor een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van meer dan 50 m² met een maximum van 75 m², is toegestaan mits:

  • a. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m² bedraagt;
  • b. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden;
  • c. het niet betreft detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten;
  • d. het niet betreft vervaardiging van voedsel;
  • e. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig is in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één persoon, die tevens in het pand woonachtig is, mag worden uitgeoefend;
  • f. de bedrijfsactiviteiten vallen onder de in Bijlage 2 opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten bij wonen behorende tot de categorie 1, alsmede bedrijfsactiviteiten die niet in deze lijst zijn opgenomen, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in categorie 1 van deze lijst;
  • g. het een dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling betreft die niet valt onder de sub f genoemde lijst, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder sub f.
3.4.3 Geluidhinder als gevolg van horeca

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de functie horeca als bedoeld in lid 3.1 sub c waarbij de geluidproductie van de inrichting tot gevolg heeft dat de in de onderstaande tabel aangegeven waarden worden overschreden, met dien verstande dat deze grenswaarden op de gevels van de gevoelige gebouwen niet middels een maatwerkvoorschrift mag worden verhoogd.

Tabel grenswaarden uit het Activiteitenbesluit, in dB(A)

Plaats   07.00 - 19.00 uur   19.00 – 23.00 uur   23.00 – 07.00 uur  
  LAr,LT   LAmax   LAr,LT   LAmax   LAr,LT   LAmax  
Op de gevel van een geluidgevoelig gebouw   50   70   45   65   40   60  
In een geluidgevoelige ruimte van een in- of aanpandig geluidgevoelig gebouw   35   55   30   50   25   45  

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.1 sub p en tevens bedrijven toestaan, genoemd in categorie C in Bijlage 1, welke niet direct ontsluiten aan wegen/straten maar die naar de aard en de invloed op de omgeving (gelet op de verkeersaantrekkende werking) gelijk te stellen zijn aan de bedrijfsactiviteiten genoemd in categorie A en B in Bijlage 1, mits het geen geluidzoneringsplichtige inrichting en/of risicovolle inrichting betreft.
  • b. het bepaalde in lid 3.1 sub b en bedrijfsactiviteiten toestaan die een grotere hindercontour hebben indien maatregelen worden getroffen die de hinder beperken tot een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
  • c. het bepaalde in lid 3.1 sub c onder 4 en horecabedrijven toestaan die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de horecabedrijven genoemd in Bijlage 3 en in overeenstemming is met het gemeentelijk horecabeleid.

Artikel 4 Gemengd - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Gemengd - 2´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen met een maximum bruto-vloeroppervlak van respectievelijk 116.500 m²;
  • b. werken, waaronder in ieder geval begrepen:
    • 1. kantoren;
    • 2. dienstverlening;
    • 3. (werk)ateliers;
    • 4. bedrijfsactiviteiten genoemd in Bijlage 1 behorende tot de categorieën A t/m C , alsmede bedrijfsactiviteiten die niet zijn genoemd in Bijlage 1 en die een hindercontour hebben die vergelijkbaar is met de in Bijlage 1 opgenomen bedrijfsactiviteiten;

met een maximum bruto-vloeroppervlak van 16.000 m²;

  • c. Publiekgerichte functies, waaronder in ieder geval begrepen:
    • 1. maatschappelijke voorzieningen;
    • 2. detailhandel;
    • 3. cultuur en ontspanning;
    • 4. horecabedrijven genoemd in Bijlage 3;
    • 5. ter plaatse van de aanduiding 'markt' zijn tevens toegestaan:
      • een recreatieve markt;
      • maximaal één supermarkt met een maximum bruto vloeroppervlak van 1.100 m²;
      • maximaal één overdekte versmarkt;

met dien verstande dat deze uitsluitend begane grond zijn toegestaan;

met een maximum bruto-vloeroppervlak van 15.500 m²;

  • d. voorzieningen, te weten evenementen- en beursruimten en recreatieve voorzieningen, met een maximum bruto-vloeroppervlak van 2.500 m²;
  • e. parkeergarages, al dan niet ondergronds;

met de daarbij behorende:

  • f. erven en terreinen;
  • g. wegen en paden;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. geluidwerende voorzieningen;
  • k. tuinen en daklandschappen;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • m. voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • n. gebouwen, bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Met dien verstande dat:

  • o. bij een woning de vloeroppervlakte van een aan-huis-verbonden beroep niet meer dan 50 m² mag bedragen;
  • p. bedrijfsactiviteiten, behorende tot categorie C als bedoeld onder sub b, in verband met het geluidaspect uitsluitend zijn toegestaan indien deze direct ontsluiten aan wegen/straten;
  • q. de gronden als bedoeld onder h, i, j en k tevens zijn bestemd voor het houden van niet-permanente manifestaties en markten als bedoeld in de (geldende) Algemene Plaatselijke Verordening;
  • r. niet geluidgevoelige functies slechts mogen worden gewijzigd in geluidsgevoelige functies indien en voor zover de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder niet wordt overschreden, dan wel nadat door bevoegd gezag een hogere grenswaarde is verleend en tevens onherroepelijk is.
  • s.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de maximum bouwhoogte bedraagt maximaal de hoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)';
  • c. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - monument' en 'karakteristiek' geldt dat de goot- en bouwhoogte, kapvorm, dakhelling en nokrichting van het hoofdgebouw dient te worden uitgevoerd conform de bestaande situatie;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m²)' mag het maximum bebouwd oppervlak niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder sub a, mogen (vlucht)trappen behorende bij het hoofdgebouw buiten het bouwvlak worden gerealiseerd;
  • f. in afwijking van het gestelde onder b, mag de maximum bouwhoogte met 2 m worden overschreden ten behoeve van een entreeportaal, erfafscheidingen en/of balustrades voor dakterrassen en met 4 m ten behoeve van het verhogen van de gevel van een gebouw met de daarbij behorende bouwconstructie;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder sub b mag ter plaatse van de in onderstaande tabel vermelde aanduidingen voor een maximum oppervlak (footprint) worden afgeweken van de maximum bouwhoogte:

  Maximum bouwhoogte   Maximum oppervlak (footprint)  
Specifieke bouwaanduiding - 2   79 m   900 m2  
Specifieke bouwaanduiding - 3   97 m   700 m2   
  36 m   200 m2  
Specifieke bouwaanduiding - 4   103 m   1.100 m2  
Specifieke bouwaanduiding - 5   70 m   600 m2  


4.2.2 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij hoofdgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen bij een hoofdgebouw geldt dat deze bouwwerken uitsluitend ter plaatse van de aanduiding bouwvlak mogen worden gebouwd.

4.2.3 Voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:
a. de maximum bouwhoogte is 3 m;
b. de maximum oppervlakte is 15 m².

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximum bouwhoogte is 10 m;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt ter plaats van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 6' een maximum bouwhoogte van 13 m;
  • c. voor zover de bestaande situatie hoger is dan het bepaalde onder a, gelden die maten als maximum.

4.3 Geluid

Bij het realiseren van geluidgevoelige gebouwen of delen van gebouwen waarin geluidgevoelige functies worden gerealiseerd, dan wel bij het wijzigen van gebruik van een niet-geluidgevoelige functie in een geluidgevoelige functie, geldt dat een aanvaardbare geluidsituatie dient te bestaan. Ten behoeve van de toets of hieraan wordt voldaan, dient het volgende in acht te worden genomen:

  • a. de maximale geluidbelasting op de gevel mag niet meer bedragen dan de wettelijk vastgestelde voorkeursgrenswaarde, dan wel de voor die gevel ingevolge de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder vastgestelde of nog vast te stellen hogere grenswaarde;
  • b. voldaan dient te worden aan het gemeentelijk geluidbeleid;
  • c. indien de geluidbelasting op de gevel hoger is dan de voorkeursgrenswaarde zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder, is een besluit hogere grenswaarde noodzakelijk bij vergunningverlening;
  • d. het bepaalde onder a t/m c is niet van toepassing indien de geluidbelaste gevel als dove gevel wordt uitgevoerd.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • b. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van perifere detailhandel en een tuincentrum;
  • d. bij functiewijziging van een niet geluidgevoelige functie in een geluidvgevoelige functie, het gebruik van gronden en bouwwerken indien en voor zover de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder wordt overschreden en door bevoegd gezag geen hogere grenswaarde is verleend.

4.4.2 Aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijvigheid bij woningen

Het gebruik van een gedeelte van de woning voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m² en/of voor een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van meer dan 50 m² met een maximum van 75 m², is toegestaan mits:

  • a. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m² bedraagt;
  • b. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden;
  • c. het niet betreft detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten;
  • d. het niet betreft vervaardiging van voedsel;
  • e. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig is in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één persoon, die tevens in het pand woonachtig is, mag worden uitgeoefend;
  • f. de bedrijfsactiviteiten vallen onder de in Bijlage 2 opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten bij wonen behorende tot de categorie 1, alsmede bedrijfsactiviteiten die niet in deze lijst zijn opgenomen, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in categorie 1 van deze lijst;
  • g. het een dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling betreft die niet valt onder de sub f genoemde lijst, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder sub f.

4.4.3 Geluidhinder als gevolg van horeca

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de functie horeca als bedoeld in lid 4.1 sub c waarbij de geluidproductie van de inrichting tot gevolg heeft dat de in de onderstaande tabel aangegeven waarden worden overschreden, met dien verstande dat deze grenswaarden op de gevels van de gevoelige gebouwen niet middels een maatwerkvoorschrift mag worden verhoogd.

Tabel grenswaarden uit het Activiteitenbesluit, in dB(A)

Plaats   0.700 - 19.00 uur   19.00 – 23.00 uur   23.00 – 07.00 uur  
  LAr,LT   LAmax   LAr,LT   LAmax   LAr,LT   LAmax  
Op de gevel van een geluidgevoelig gebouw   50   70   45   65   40   60  
In een geluidgevoelige ruimte van een in- of aanpandig geluidgevoelig gebouw   35   55   30   50   25   45  

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van

  • a. het bepaalde in lid 4.1 sub r en tevens bedrijven toestaan, genoemd in categorie C in Bijlage 1, welke niet direct ontsluiten aan wegen/straten maar die naar de aard en de invloed op de omgeving (gelet op de verkeersaantrekkende werking) gelijk te stellen zijn aan de bedrijfsactiviteiten genoemd in categorie A en B in Bijlage 1,mits het geen geluidzoneringsplichtige inrichting en/of risicovolle inrichting betreft.
  • b. het bepaalde in lid 4.1 sub b en bedrijfsactiviteiten toestaan die een grotere hindercontour hebben indien maatregelen worden getroffen die de hinder beperken tot een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
  • c. het bepaalde in lid 4.1 sub c onder 4 en horecabedrijven toestaan die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de horecabedrijven genoemd in Bijlage 3 en in overeenstemming is met het gemeentelijk horecabeleid.

4.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerken
4.6.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.

4.6.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in lid 4.6.1 is niet van toepassing op:

  • a. sloopwerkzaamheden ingevolge een aanschrijving van burgemeester en wethouders;
  • b. sloopwerkzaamheden als gevolg van het normale onderhoud en beheer;
  • c. sloopwerkzaamheden waarvoor ten tijde van het van kracht worden van dit plan reeds een omgevingsvergunning voor de activiteit slopen was verleend;
  • d. sloopwerkzaamheden die op het moment van kracht worden van dit plan reeds in uitvoering zijn.

4.6.3 Toelaatbaarheid

De in lid 4.6.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend als door die sloopwerkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden ontstaan of kunnen ontstaan.

Artikel 5 Gemengd - 3

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, met een maximum bruto-vloeroppervlak van respectievelijk 66.000 m²;
  • b. werken, waaronder in ieder geval begrepen:
    • 1. kantoren;
    • 2. dienstverlening;
    • 3. (werk)ateliers;
    • 4. bedrijfsactiviteiten genoemd in Bijlage 1, behorende tot de categorieën A t/m C , alsmede bedrijfsactiviteiten die niet zijn genoemd in Bijlage 1 en die een hindercontour hebben die vergelijkbaar is met de in Bijlage 1 opgenomen bedrijfsactiviteiten;

met een maximum bruto-vloeroppervlak van 37.000 m²;

  • c. publieksgerichte functies, waaronder in ieder geval begrepen:
    • 1. maatschappelijke voorzieningen;
    • 2. detailhandel;
    • 3. cultuur en ontspanning;
    • 4. horecabedrijven genoemd in Bijlage 3;

met een maximum bruto-vloeroppervlak van 7.000 m²;

  • d. voorzieningen, te weten evenementen- en beursruimten en recreatieve voorzieningen, met een maximum bruto-vloeroppervlak van 10.000 m²;
  • e. parkeergarages, al dan niet ondergronds;

met de daarbij behorende:

  • f. erven en terreinen;
  • g. wegen en paden;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. geluidwerende voorzieningen;
  • k. tuinen en daklandschappen;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • m. voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • n. gebouwen, bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Met dien verstande dat:

  • o. bij een woning de vloeroppervlakte van een aan-huis-verbonden beroep niet meer dan 50 m² mag bedragen;
  • p. bedrijfsactiviteiten, behorende tot categorie C als bedoeld onder sub b, in verband met het geluidaspect uitsluitend zijn toegestaan indien deze direct ontsluiten aan wegen/straten;
  • q. de gronden als bedoeld onder f, g, h en i tevens zijn bestemd voor het houden van niet-permanente manifestaties en markten als bedoeld in de (geldende) Algemene Plaatselijke Verordening;
  • r. niet geluidgevoelige functies slechts mogen worden gewijzigd in geluidsgevoelige functies indien en voor zover de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder niet wordt overschreden, dan wel nadat door bevoegd gezag een hogere grenswaarde is verleend en tevens onherroepelijk is.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de maximum bouwhoogte bedraagt maximaal de hoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' geldt dat de goot- en bouwhoogte, kapvorm, dakhelling en nokrichting van het hoofdgebouw dient te worden uitgevoerd conform de bestaande situatie;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder sub a, mogen (vlucht)trappen behorende bij het hoofdgebouw buiten het bouwvlak worden gerealiseerd;
  • e. in afwijking van het gestelde onder b, mag de maximum bouwhoogte met 2 m worden overschreden ten behoeve van een entreeportaal, erfafscheidingen en/of balustrades voor dakterrassen en met 4 m ten behoeve van het verhogen van de gevel van een gebouw met de daarbij behorende bouwconstructie;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder b mag ter plaatse van de in onderstaande tabel vermelde aanduidingen voor een maximum oppervlak (footprint) worden afgeweken van de maximum bouwhoogte:

  Maximum bouwhoogte   Maximum oppervlak (footprint)  
Specifieke bouwaanduiding - 7   66 m   1.500 m2  
Specifieke bouwaanduiding - 8   58 m   620 m2  
  38 m   350 m2  
Specifieke bouwaanduiding - 9   60 m   720 m2  
  34 m   150 m2  
Specifieke bouwaanduiding - 10   73 m   350 m2  
  52 m   350 m2  

5.2.2 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij hoofdgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen bij een hoofdgebouw geldt dat deze bouwwerken uitsluitend ter plaatse van de aanduiding bouwvlak mogen worden gebouwd.

5.2.3 Voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:
a. de maximum bouwhoogte is 3 m;
b. de maximum oppervlakte is 15 m².

5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximum bouwhoogte is 10 m;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt voor geluidwerende voorzieningen een maximum bouwhoogte van 15 m;
  • c. voor zover de bestaande situatie hoger is dan het bepaalde onder a, gelden die maten als maximum.
5.3 Geluid

Bij het realiseren van geluidgevoelige gebouwen of delen van gebouwen waarin geluidgevoelige functies worden gerealiseerd, dan wel bij het wijzigen van gebruik van een niet-geluidgevoelige functie in een geluidgevoelige functie, geldt dat een aanvaardbare geluidsituatie dient te bestaan. Ten behoeve van de toets of hieraan wordt voldaan, dient het volgende in acht te worden genomen:

  • a. de maximale geluidbelasting op de gevel mag niet meer bedragen dan de wettelijk vastgestelde voorkeursgrenswaarde, dan wel de voor die gevel ingevolge de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder vastgestelde of nog vast te stellen hogere grenswaarde;
  • b. voldaan dient te worden aan het gemeentelijk geluidbeleid;
  • c. indien de geluidbelasting op de gevel hoger is dan de voorkeursgrenswaarde zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder, is een besluit hogere grenswaarde noodzakelijk bij vergunningverlening;
  • d. het bepaalde onder a t/m c is niet van toepassing indien de geluidbelaste gevel als dove gevel wordt uitgevoerd.

5.4 Externe veiligheid

Bij het realiseren van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten geldt dat er geen onevenredige veiligheidsrisico's optreden. Er is geen sprake van onevenredige veiligheidsrisico's als voldaan wordt aan het volgende:

  • a. de gevel(s) van de gebouwen aan de spoorzijde dienen minimaal 30 minuten brandwerend te zijn;
  • b. de gebouwen mogen pas in gebruik worden genomen als de voorzieningen als bedoeld onder a zijn gerealiseerd en als zodanig in stand worden gehouden.
  • c. voor zover de voorzieningen als bedoeld onder a reeds zijn gerealiseerd en het een bestaande situatie betreft, geldt dat deze voorzieningen als zodanig in stand gehouden moeten worden.
  • d. het bepaalde onder a t/m c is niet van toepassing voor het gebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • b. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van perifere detailhandel en een tuincentrum;
  • d. het gebruik van bouwwerken ten behoeve van beperkt kwetsbare objecten en kwetsbare objecten als er geen voorzieningen als bedoeld in lid 5.4 sub a zijn getroffen, dan wel deze voorzieningen zijn verwijderd. Vorenstaande is niet van toepassing op het gebruik van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.
  • e. bij functiewijziging van een niet geluidgevoelige functie in een geluidvgevoelige functie, het gebruik van gronden en bouwwerken indien en voor zover de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder wordt overschreden en door bevoegd gezag geen hogere grenswaarde is verleend.
5.5.2 Aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijvigheid bij woningen

Het gebruik van een gedeelte van de woning voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m² en/of voor een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van meer dan 50 m² met een maximum van 75 m², is toegestaan mits:

  • a. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m² bedraagt;
  • b. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden;
  • c. het niet betreft detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten;
  • d. het niet betreft vervaardiging van voedsel;
  • e. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig is in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één persoon, die tevens in het pand woonachtig is, mag worden uitgeoefend;
  • f. de bedrijfsactiviteiten vallen onder de in Bijlage 2 opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten bij wonen behorende tot de categorie 1, alsmede bedrijfsactiviteiten die niet in deze lijst zijn opgenomen, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in categorie 1 van deze lijst;
  • g. het een dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling betreft die niet valt onder de sub f genoemde lijst, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder sub f.

5.5.3 Geluidhinder als gevolg van horeca

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de functie horeca als bedoeld in lid 5.1 sub c waarbij de geluidproductie van de inrichting tot gevolg heeft dat de in de onderstaande tabel aangegeven waarden worden overschreden, met dien verstande dat deze grenswaarden op de gevels van de gevoelige gebouwen niet middels een maatwerkvoorschrift mag worden verhoogd.


Tabel grenswaarden uit het Activiteitenbesluit, in dB(A)

Plaats   0.700 - 19.00 uur   19.00 – 23.00 uur   23.00 – 07.00 uur  
  LAr,LT   LAmax   LAr,LT   LAmax   LAr,LT   LAmax  
Op de gevel van een geluidgevoelig gebouw   50   70   45   65   40   60  
In een geluidgevoelige ruimte van een in- of aanpandig geluidgevoelig gebouw   35   55   30   50   25   45  

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.1 sub p en tevens bedrijven toestaan, genoemd in categorie C in Bijlage 1, welke niet direct ontsluiten aan wegen/straten maar die naar de aard en de invloed op de omgeving (gelet op de verkeersaantrekkende werking) gelijk te stellen zijn aan de bedrijfsactiviteiten genoemd in categorie A en B in Bijlage 1,mits het geen geluidzoneringsplichtige inrichting en/of risicovolle inrichting betreft.
  • b. het bepaalde in lid 5.1 sub b en bedrijfsactiviteiten toestaan die een grotere hindercontour hebben indien maatregelen worden getroffen die de hinder beperken tot een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
  • c. het bepaalde in lid 5.1 sub c onder 4 en horecabedrijven toestaan die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de horecabedrijven genoemd in Bijlage 3 en in overeenstemming is met het gemeentelijk horecabeleid.

Artikel 6 Gemengd - Uit te werken

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd - Uit te werken aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen met een maximum bruto-vloeroppervlak van 75.500 m²;
  • b. werken, waaronder in ieder geval begrepen:
    • 1. kantoren;
    • 2. dienstverlening;
    • 3. (werk)ateliers;
    • 4. bedrijfsactiviteiten genoemd in Bijlage 1, behorende tot de categorieën A t/m C , alsmede bedrijfsactiviteiten die niet zijn genoemd in Bijlage 1 en die een hindercontour hebben die vergelijkbaar is met de in Bijlage 1 opgenomen bedrijfsactiviteiten;

met een maximum bruto-vloeroppervlak van 40.000 m²;

  • c. publieksgerichte functies, waaronder in ieder geval begrepen:
    • 1. maatschappelijke voorzieningen;
    • 2. detailhandel;
    • 3. cultuur en ontspanning;
    • 4. horecabedrijven genoemd in Bijlage 3;

met een maximum bruto-vloeroppervlak van 3.500 m²;

  • d. voorzieningen, te weten evenementen- en beursruimten en recreatieve voorzieningen, met een maximum bruto-vloeroppervlak van 3.500 m²;
  • e. parkeergarages, al dan niet ondergronds;

met de daarbij behorende:

  • f. erven en terreinen;
  • g. wegen en paden;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. geluidwerende voorzieningen;
  • k. tuinen en daklandschappen;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • m. voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • n. gebouwen, bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Met dien verstande dat:

  • o. het maximum bruto vloeroppervlak van de functies genoemd onder a of b mag worden overschreden, indien op het moment van uitwerking onderbouwd kan worden dat er meer behoefte bestaat aan de functie wonen of werken en mits het totale bruto vloeroppervlak van de functies tezamen niet meer dan 115.500 m2 bedraagt;
  • p. de gronden als bedoeld onder f, g, h en i tevens zijn bestemd voor het houden van niet-permanente manifestaties en markten als bedoeld in de (geldende) Algemene Plaatselijke Verordening;
  • q. bedrijfsactiviteiten, behorende tot categorie C als bedoeld onder sub b, in verband met het geluidaspect uitsluitend zijn toegestaan indien deze direct ontsluiten aan wegen/straten.

6.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in artikel 6.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de hierna gestelde regels.

6.3 Bouwregels
6.3.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de maximum bouwhoogte bedraagt maximaal de hoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 14' mag de gemiddelde hoogte van de hoofdgebouwen niet meer bedragen dan 14 m, waarbij in afwijking van het gestelde onder b. de maximum bouwhoogte wel vergroot mag worden tot een maximum van 20 m, met dien verstande dat de afwijking niet meer dan 25% van de gevellengte van ieder bouwblok mag bedragen;
  • d. het bepaalde onder c. is niet van toepassing op binnenterreinen, die worden bebouwd met bergingen, parkeergarages en daarmee naar de aard vergelijkbare ondergeschikte bouwwerken;
  • e. indien het gebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 19' wordt gesloopt, mag uitsluitend een gebouw met een maximum oppervlak van 400 m² en een maximum bouwhoogte van 50 m gebouwd worden;
  • f. ter plaatse van de figuur 'relatie' is sprake van een koppeling van bouwaanduidingsvlakken voor het bepaalde onder c. waarbij de gekoppelde bouwaanduidingsvlakken gezien moeten worden als één bouwaanduidingsvlak;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder sub a, mogen (vlucht)trappen behorende bij het hoofdgebouw buiten het bouwvlak worden gerealiseerd;
  • h. in afwijking van het gestelde onder b, mag de maximum bouwhoogte met 2 m worden overschreden ten behoeve van een entreeportaal, erfafscheidingen en/of balustrades voor dakterrassen en met 4 m ten behoeve van het verhogen van de gevel van een gebouw met de daarbij behorende bouwconstructie;
  • i. in afwijking van het bepaalde onder sub b mag ter plaatse van de in onderstaande tabel vermelde aanduidingen voor een maximum oppervlak (footprint) worden afgeweken van de maximum bouwhoogte:

  Maximum bouwhoogte   Maximum oppervlak (footprint)  
Specifieke bouwaanduiding - 11   52 m   700 m2  
Specifieke bouwaanduiding - 12   74 m   750 m2  
Specifieke bouwaanduiding - 18   56 m   600 m2  

6.3.2 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij woningen

Voor het bouwen van bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen bij een hoofdgebouw geldt dat deze bouwwerken uitsluitend ter plaatse van de aanduiding bouwvlak mogen worden gebouwd.

6.3.3 Voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:

  • a. de maximum bouwhoogte is 3 m;
  • b. de maximum oppervlakte is 15 m².
6.3.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de maximum bouwhoogte 10 m is.

6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • b. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van perifere detailhandel en een tuincentrum;
  • d. bij functiewijziging van een niet geluidgevoelige functie in een geluidgevoelige functie, het gebruik van gronden en bouwwerken indien en voor zover de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder wordt overschreden en door bevoegd gezag geen hogere grenswaarde is verleend.
6.4.2 Aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijvigheid bij woningen

Het gebruik van een gedeelte van de woning voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m² en/of voor een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van meer dan 50 m² met een maximum van 75 m², is toegestaan mits:

  • a. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m² bedraagt;
  • b. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden;
  • c. het niet betreft detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten;
  • d. het niet betreft vervaardiging van voedsel;
  • e. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig is in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één persoon, die tevens in het pand woonachtig is, mag worden uitgeoefend;
  • f. de bedrijfsactiviteiten vallen onder de in Bijlage 2 opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten bij wonen behorende tot de categorie 1, alsmede bedrijfsactiviteiten die niet in deze lijst zijn opgenomen, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in categorie 1 van deze lijst;
  • g. het een dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling betreft die niet valt onder de sub f genoemde lijst, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder sub f.

6.4.3 Geluidhinder als gevolg van horeca

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de functie horeca als bedoeld in lid 6.1 sub c waarbij de geluidproductie van de inrichting tot gevolg heeft dat de in de onderstaande tabel aangegeven waarden worden overschreden, met dien verstande dat deze grenswaarden op de gevels van de gevoelige gebouwen niet middels een maatwerkvoorschrift mag worden verhoogd.

Tabel grenswaarden uit het Activiteitenbesluit, in dB(A)

Plaats   0.700 - 19.00 uur   19.00 – 23.00 uur   23.00 – 07.00 uur  
  LAr,LT   LAmax   LAr,LT   LAmax   LAr,LT   LAmax  
Op de gevel van een geluidgevoelig gebouw   50   70   45   65   40   60  
In een geluidgevoelige ruimte van een in- of aanpandig geluidgevoelig gebouw   35   55   30   50   25   45  

6.5 Voorlopig bouwverbod

Voor zover de in lid 6.2 bedoelde uitwerking niet van kracht is, mogen bouwwerken niet worden gebouwd.

6.6 Afwijken van bouwverbod met een omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.5 op voorwaarde dat het bouwplan en het gebruik in overeenstemming is met het ontwerpuitwerkingsplan en tegen het ontwerpuitwerkingsplan geen zienswijzen zijn ingediend.

6.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerken
6.7.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.

6.7.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in lid 6.7.1 is niet van toepassing op:

  • a. sloopwerkzaamheden die betrekking hebben op de delen van het gebouw die zijn gelegen tussen het maaiveld en 15 meter hoogte, gemeten vanaf maaiveld, alsmede de delen van het gebouw die onder maaiveld zijn gelegen;
  • b. sloopwerkzaamheden ingevolge een aanschrijving van burgemeester en wethouders;
  • c. sloopwerkzaamheden als gevolg van het normale onderhoud en beheer;
  • d. sloopwerkzaamheden waarvoor ten tijde van het van kracht worden van dit plan reeds een omgevingsvergunning voor de activiteit slopen was verleend;
  • e. sloopwerkzaamheden die op het moment van kracht worden van dit plan reeds in uitvoering zijn.

6.7.3 Toelaatbaarheid

De in lid 6.7.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend als door die sloopwerkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden ontstaan of kunnen ontstaan.

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Groen´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplanting;
  • c. paden, waaronder paden voor nood- en hulpdiensten en bevoorrading;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. beheer en/of zuivering van oppervlakte- en rioolwater;
  • g. kunstobjecten;
  • h. geluidwerende voorzieningen;
  • i. ondergrondse parkeervoorzieningen;
  • j. het houden van niet-permanente manifestaties en markten als bedoeld in de (geldende) Algemene Plaatselijke Verordening;
  • k. muziektent dan wel gebouwen ten behoeve van recreatieve voorzieningen, zoals kiosken;

met daarbij behorende:

  • l. verhardingen;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd een muziektent, gebouwen ten behoeve van recreatieve voorzieningen en ondergrondse parkeervoorzieningen met de daarbij behorende entreeportalen;
  • b. de maximum oppervlakte van de muziektent 250 m² is en de maximum bouwhoogte 15m;
  • c. de maximum oppervlakte van de gebouwen ten behoeve van recreatieve voorzieningen 50 m² is per gebouw en de maximum bouwhoogte 6 m.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximum bouwhoogte is 10 m;
  • b. voor zover de bestaande situatie hoger is dan het bepaalde onder a, gelden die maten als maximum.

Artikel 8 Verkeer - Verblijfsgebied

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Verkeer - Verblijfsgebied´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, waaronder busbanen;
  • b. woonstraten;
  • c. pleinen;
  • d. voet- en fietspaden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. geluidwerende voorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. ondergrondse parkeervoorzieningen;
  • j. het houden van niet-permanente manifestaties en markten als bedoeld in de (geldende) Algemene Plaatselijke Verordening;

met daarbij behorende:

  • k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als gebouwen zijn uitsluitend ondergrondse parkeervoorzieningen met de daarbij behorende entreeportalen toegestaan;
  • b. in aanvulling op het bepaalde onder a is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 17' een schoorsteen toegestaan waarbij de maximum bouwhoogte de bestaande situatie betreft.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, gelden de volgende regels:

  • a. de maximum bouwhoogte 10 m;
  • b. voor zover de bestaande situatie hoger is dan het bepaalde onder a , gelden die maten als maximum.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene gebruiksregels

10.1 Gebruik overeenkomstig de bestemming

Al dan niet in afwijking van het bepaalde in de bestemmingsregels van Hoofdstuk 2 wordt ter plaatse van een functie-aanduiding het gebruik van gronden en opstallen in overeenstemming met die functie-aanduiding aangemerkt als gebruik overeenkomstig die bestemming.

Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

11.1 geluidzone - industrie
  • a. Op de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' zijn woningen en/of verblijfsruimten van andere geluidsgevoelige gebouwen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder alleen toegestaan indien:
    • 1. de maximale geluidbelasting op de geluidbelaste gevel(s) voldoet aan de wettelijk vastgelegde voorkeursgrenswaarde, dan wel
    • 2. bij vergunningverlening een hogere grenswaarde wordt verleend en de maximale geluidbelasting op de geluidbelaste gevel(s) daaraan voldoet en tevens voldaan wordt aan het gemeentelijk geluidbeleid.
  • b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing als:
    • 1. de geluidzone is ingetrokken;
    • 2. de geluidzone is gewijzigd en zodanig aangepast dat de in sub a genoemde gebouwen dan wel delen van gebouwen buiten de nieuwe aangepaste zone vallen;
    • 3. de gevels onder de sub a bedoelde (verblijfsruimten van) gebouwen als dove gevel worden uitgevoerd.
11.2 veiligheidszone - Plasbrand aandachtsgebied

Binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - Plasbrand aandachtsgebied' zijn geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan.

11.3 veiligheidszone - groepsrisico

Binnen de aanduiding 'veiligheidszone - groepsrisico' mogen de gronden en/of gebouwen niet worden gebruikt voor verminderd zelfredzame functies.

11.4 veiligheidszone - opslag gevaarlijke stoffen

Binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - opslag gevaarlijke stoffen' zijn geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan.

11.5 Wijzigingsbevoegdheid
11.5.1 geluidzone - industrie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de aanduiding 'geluidzone - industrie' aan te passen dan wel te verwijderen in het geval dat de geluidzone is gewijzigd dan wel ingetrokken.

11.5.2 wetgevingzone - wijzigingsgebied - 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding ‘Wetgevingzone – wijzigingsgebied -1’ ten behoeve van het oprichten van een paviljoen met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het maximum bvo van het paviljoen 600 m2 is;
  • b. de maximum bouwhoogte is 21 m;
  • c. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet worden aangetoond, zo nodig door middel van onderzoek, in die zin dat:
    1. bodemsanering niet noodzakelijk is, dan wel alsnog zal plaatsvinden;
    2. geen onaanvaardbare aantasting van beschermde plant- en diersoorten, als bedoeld in de Wet natuurbescherming, plaatsvindt;
    3. voldaan wordt aan de parkeernormen zoals bedoeld in artikel 13.1;
    4. de financiële haalbaarheid is gewaarborgd;
    5. er geen bezwaren mogen zijn uit oogpunt van de waterhuishouding.

11.5.3 wetgevingzone - wijzigingsgebied - 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding ‘Wetgevingzone – wijzigingsgebied - 2’ ten behoeve van het oprichten van een paviljoen met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het gebouw ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd – 2’ niet is gerealiseerd;
  • b. de bestemming ‘gemengd – 2’ ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd – 2’ komt te vervallen dan wel wordt gewijzigd ten behoeve van het oprichten van een paviljoen;
  • c. het maximum bvo van het paviljoen 600 m2 is;
  • d. de maximum bouwhoogte is 21 m;
  • e. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet worden aangetoond, zo nodig door middel van onderzoek, in die zin dat:
    1. bodemsanering niet noodzakelijk is, dan wel alsnog zal plaatsvinden;
    2. geen onaanvaardbare aantasting van beschermde plant- en diersoorten, als bedoeld in de Wet natuurbescherming, plaatsvindt;
    3. voldaan wordt aan de parkeernormen zoals bedoeld in artikel 13.1;
    4. de financiële haalbaarheid is gewaarborgd;
    5. er geen bezwaren mogen zijn uit oogpunt van de waterhuishouding.

Artikel 12 Algemene afwijkingsregels

12.1 Binnenplans afwijken

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10 % van die maten, afmetingen en percentages;
  • b. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de maximum hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot 10 m, met dien verstande dat de maximum bouwhoogte van erfafscheidingen 2 m is;
  • c. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de maximum bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken en van zend-, ontvang- en/of sirenemasten 20 m is.
  • d. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de aanduiding 'bouwvlak' wordt overschreden met maximaal 20 cm ten behoeve van gevelisolatie om energie te besparen;
  • e. de regels ten aanzien van de realisatie van gebouwen ten behoeve van het opwekken van duurzame energie en toestaan dat de maximum oppervlakte wordt vergroot tot maximaal 100 m².

Artikel 13 Overige regels

13.1 Parkeereis
  • a. Bij de afgifte van een omgevingsvergunning wordt het aantal te realiseren parkeerplaatsen bepaald conform de Nota Parkeernormen 2016;
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a, mag getoetst worden aan nieuwe dan wel gewijzigde parkeernormen, als deze in werking zijn getreden en leiden tot een lagere parkeernorm;
  • c. In afwijking van het bepaalde onder a, en indien van toepassing onder b, mag het aantal te realiseren parkeerplaatsen worden bepaald aan de hand van de feitelijke behoefte. De feitelijke behoefte dient te worden aangetoond door monitoring van de parkeerbehoefte in het plangebied.

13.2 Afwijken van parkeereis

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1 indien:

  • a. uit een parkeeronderzoek blijkt dat meer of minder parkeerplaatsen noodzakelijk zijn;
  • b. het voldoen aan de in lid 13.1 genoemde parkeernormen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit of voor zover op andere wijze in de nodige parkeerplaatsen wordt voorzien.

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten aanzien van de maatvoering van de parkeervoorzieningen, zoals bedoeld in lid 13.1 indien dit, gelet op de feitelijke omstandigheden, noodzakelijk is.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 14 Overgangsrecht

14.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

14.2 Afwijken

burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 14.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 14.1 met maximaal 10%.

14.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 14.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

14.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

14.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 14.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

14.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 14.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

14.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 14.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 15 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan "Strijp-S 2017".