Plan: | Puttense Dreef oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80193-0301 |
Het gebied tussen Eindhoven en Geldrop is een oud cultuurlandschap met (bolle) akkers, graslanden, houtsingels en loofbossen. In dit landschap ligt het landelijk gehucht Riel met verspreid daaromheen losstaande bebouwing. Langs de bebouwingsrand van Eindhoven is een lijnvormig bos aangeplant dat voor een buffer zorgt tussen de woonwijken van Eindhoven en het aangrenzende landschap
Vanwege de ligging van Putten op de grens van het stedelijk gebied en de aanwezige landschappelijke elementen is gekozen om het nieuwe woongebied een landelijke sfeer te geven. De Puttensedreef begeleidt door bomen en het in te passen pand Puttensedreef 2, de Rielsedijk, de bosstrook aan de oostzijde en de bergingsvijvers vormen de begrenzing van Putten.
Om recht te doen aan de landschappelijke kwaliteiten rondom het beschermd dorpsgezicht Riel is gekozen om Putten een landelijke sfeer te geven. Dit uit zich in de stedenbouwkundige plattegrond, inrichting openbare ruimte en de architectuur.
.
Figuur 2: schets woongebied Putten
Een harde confrontatie van het aangrenzende landschap is voorkomen door:
- het intact laten van de bolle akker
- de aanleg van bosgordels
- het karakter van de landelijke architectuur.
De verkaveling van de woonwijk kent een sterke en heldere structuur en volgt de typologie van de tuinstadgedachte. De drager van het plan wordt gevormd door een open ruimte, gelegen in het hart van de wijk, die tevens fungeert als orienterend element binnen het gebied. Deze open ruimte vangt tevens de verschillende richtingen op, zodat het resterende deel orthogonaal is verkaveld.
De bebouwingstrens is zodanig gelegd dat de hoofdbebouwing minimaal 6 meter van de weg is gelegen en de aanbouwen en bijgebouwen minimaal 12 meter. Aan één zijde van de kavel mag over een breedte van 3,5 meter niet worden gebouwd. Op de verbeelding is aangegeven welke zijde het betreft. Door deze ruime opzet wordt het landelijk karakter van de wijk versterkt. Aan de zijde van de openbare weg moet een kap worden gerealiseerd in de vorm van een gelijkbenig zadeldak met een dakhelling van ten hoogste 45o. Deze eisen zijn in de regels van dit bestemmingsplan opgenomen.
Figuur 3: stedenbouwkundig plan Putten
Verkeersstructuur
Het gebied is voor autoverkeer ontsloten via het kruispunt Herman Kruijderstrast/ Puttensedreef in het zuiden en via de Rielsedijk in het noorden. Tussen beide ontsluitingspunten loopt een centrale ontsluitingsweg. Vanaf beide wegen moet men eerst richting St. Petrus Canisiuslaan alvorens zijn weg te kunnen vervolgen. Een uitzondering vormt het atuoverkeer richting Geldrop. Dit kan via de Puttensedreef en de Geldropseweg rijden.
Ten behoeve van fietsverkeer loopt tussen het kruisplunt Herman Kruijderstraat/ Puttensedreef en het kruispunte Rielsedijk/ Puttensedreef een rijwielpad in tweerichtingen. De Rielsedijk gaat in oostelijke richting over in een fietspad naar Geldrop.
Voor de voetgangers is de centrale verbindingsas aan weerszijden voorzien van een smal voetpad.
Openbare ruimte
In de openbare ruimte is zo weinig mogelijk verharding toegepast. Alle wegen hebben een verblijfskarakter en onderscheiden zich door een eenvoudige en sobere inrichting. Alleen de centrale onstluitingsweg heeft aan weerzijden troittoirs.
De centrale ruimte is het hart van Putten. Deze ruimte dient een pleinfunctie te vervullen, zodat wijkactiviteiten hier kunnen plaatsvinden.