direct naar inhoud van 4.1 Bedrijven en milieuzonering
Plan: II De Bergen (Bergstraat)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80185-0301

4.1 Bedrijven en milieuzonering

Op basis van milieuzonering wordt bepaald welke categorieen bedrijfsvestigingen en/of inrichtingen mogelijk kunnen worden gemaakt. Dit houdt in dat er een voldoende ruimtelijke scheiding aanwezig dient te zijn tussen milieubelastende bedrijven en/of inrichtingen en woongebieden. Hoe zwaarder de toegestane milieucategorie, hoe groter de afstand.
Bij het bepalen van deze afstand wordt gebruik gemaakt van de VNG - brochure 'Bedrijven en milieuzonering', editie 2009.
In deze brochure worden onder meer richtafastanden aangegeven tot de omgevingstypen rustige woonwijk en gemengd gebied.
Bij een gemengd gebied geldt een kortere afstand dan bij een rustige woonwijk.
Een rustige woonwijk is als volgt gedefinieerd: Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies voor.
Een gemengd gebied is als volgt geformuleerd: Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren tot gemengd gebied.

4.1.1 Inwaartse en uitwaartse zonering

Inwaartse zonering

Ten aanzien van de inwaartse zonering kan het volgende worden gesteld:

Onderhavig plan betreft een gemengde bestemming welke het mogelijk maakt om woonfuncties te combineren met detailhandel en dienstverlenende bedrijven. Op basis van deze diversiteit aan functies kan worden gesteld er sprake is van activiteiten die vallen onder een functiemening. Voor de toelaatbaarheid van deze activiteiten moet voldaan worden aan de volgende randvoorwaarden:

1. het gaat om kleinschalige, meest ambachtelijke bedrijvigheid;

2. productie en/of laad- en loswerkzaamheden vinden alleen in de dagperiode plaats;

3. de activiteiten (inclusief opslag) geschieden hoofdzakelijk inpandig.

Gezien het feit dat productiegebonden detailhandel, perifere detailhandel en supermarkten uitgesloten zijn en er sprake is van een grondoppervlak van iets minder dan 200 m² kan worden gesteld dat het in onderhavig geval gaat om kleinschalige detailhandel. Tevens zal het laden en lossen in de dagperiode plaats vinden. Op basis hiervan wordt dus voldaan aan de eerste twee voorwaarden. Gezien de beperkte omvang van de functies kan onderhavig plan voldoen aan de derde voorwaarde. Dit heeft tot gevolg dat de categorie-indeling van de toegestane bedrijfsmatige activiteiten uit bijlage 4 van de VNG uitgave ‘Bedrijven en milieuzonering’ kan worden aangehouden. Hierbij wordt onderscheidt gemaakt tussen drie verschillende categorieën (A, B en C).

Detailhandel (niet zijnde warenhuizen en supermarkten) en zakelijke dienstverlening vallen onder categorie A.

“Categorie A”

Activiteiten die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn, dat deze aanpandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd. De eisen uit het Bouwbesluit voor scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend”.

Op basis van de bovenstaande categorie-indeling kan worden geconcludeerd dat de functies binnen onderhavig plangebied goed te combineren zijn zonder dat deze een belemmering vormen voor elkaars functioneren. In het kader van de omgevingsvergunning voor het bouwen zal één en ander nader worden uitgewerkt, zodat de functies bouwkundig van elkaar gescheiden kunnen worden en daar waar nodig de nodige technische maatregelen getroffen kunnen worden.

Uitwaartse zonering

Ten aanzien van de uitwaartse zonering is het noemenswaardig dat de gronden reeds bestemd zijn voor gemende doeleinden en in een omgeving gelegen is waarbij grotendeels eveneens sprake is een bestemming 'Gemengd' en overige centrumbestemmingen. Op basis hiervan kan worden gesteld dat onderhavig plangebied gelegen is in een gemengd gebied.


In de VNG brochure wordt aangegeven dat dit gebieden betreft met een matige tot sterkte functiemening. In dergelijke omgevingen zijn andere functies direct gelegen naast woonfuncties. Een menging van diverse stedelijke functies is derhalve toegestaan in deze gebieden. Dit wordt in de VNG brochure vertaald in het feit dat in gemengde gebieden de hindercontouren met één afstandsstap gereduceerd mogen worden. In onderhavig geval heeft dit tot gevolg dat de hindercontour van 10 meter voor de functies detailhandel en kantoren terug gebracht mag worden naar 0 meter. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat onderhavig plan geen nadelige invloed heeft op de omliggende gevoelige functies.