direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Halve Maan 2013 (De Lieven-Drents Dorp)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80182-0301

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Interimstructuurvisie 2009

In december 2009 is de Interimstructuurvisie 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Met de Interimstructuurvisie 2009 geeft de gemeenteraad invulling aan de ambitie om Eindhoven door te ontwikkelen in zijn kwalitatief hoogwaardige combinatie van wonen, werken en groen. De nadruk ligt daarbij ook op leefbaarheid en bereikbaarheid. Als kerngemeente van Brainport Zuidoost Brabant stuurt Eindhoven aan op het bieden van ruimte aan een krachtige ontwikkeling van deze economische kernzone, een hoge kwaliteit van de leefomgeving en aandacht voor sociale betrokkenheid en ondernemend burgerschap tot op buurtniveau. Op deze wijze geeft de raad invulling aan het begrip duurzame ruimtelijke kwaliteit.

De Interimstructuurvisie is het resultaat van de integratie van de ruimtelijk relevante raadsprogramma's die tot medio 2009 zijn vastgesteld. Dit is onder andere verbeeld in een kaart die inzicht biedt in de verdeling van het actuele en gewenste grondgebruik.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80182-0301_0006.png"

Figuur: Gebruik van de ruimte (Interimstructuurvisie Eindhoven, 2009)

Onderhavig plangebied is op de op de kaart 'Gebruik van de ruimte' uit de Interimstructuurvisie aangeduid als 'Wonen'. Deze gronden zijn voornamelijk bedoeld voor wonen, inclusief alle afgeleide wijk- en buurtgerichte functies op het gebied van (middelbaar-/ basis-)onderwijs, zorg, opvang, cultuur, religieuze voorzieningen, ontspanning en vrije tijd, groen (o.a. buurt- en wijkparken, sportfaciliteiten en -velden, buurtontmoetingsruimten), detailhandel en werken (woonwerkcombinaties en kleine bedrijven met milieucategorie 1, 2 en gedeeltelijk 3). Deze functies zijn noodzakelijk voor het functioneren van een gebied als woongebied. Zij vallen dus onder deze definitie en worden niet afzonderlijk in beeld gebracht, mede omdat hun ruimtebeslag relatief beperkt is.

Het plangebied maakt daarnaast deel uit van de in de interimstructuurvisie genoemde strategische investeringszone 'Brainport Avenue'. De investeringen binnen de Brainport Avenue richten zich vooral op de ontwikkeling van Eindhoven als brainport. Voor het plangebied van onderhavig bestemmingsplan heeft dit echter geen gevolgen in de zin van (concrete) investerings- of exploitatieprojecten. Wel kan het gebied meeprofiteren van een deel van het HOV-netwerk, welke in het zuidoosten langs het plangebied loopt, en de groene verbinding tussen Strijp S en het Groene Woud, welke aan de oostkant van het plangebied gerealiseerd zal worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80182-0301_0007.jpg" Figuur: Investeringsprojecten (Interimstructuurvisie Eindhoven, 2009)


Dit bestemmingsplan past binnen de uitgangspunten van de Interimstructuurvisie 2009 van de gemeente Eindhoven.

3.4.2 Masterplan Drents Dorp

Het Masterplan Drents Dorp 2003 is een ruimtelijke en sociale visie op de buurt Drents Dorp. Deze visie resulteert in een globaal maar samenhangend programma in het kader van wijkvernieuwing, wat rond 2003 een belangrijk thema in de buurt was. Immers, door zowel de fysieke verslechtering en veroudering van Drents Dorp als het eenzijdige woonaanbod welke in slechte bouw- en woontechnische staat verkeerde, was wijkvernieuwing absoluut noodzakelijk. Inmiddels zijn de sporen hiervan al duidelijk zichtbaar. Zo is deelgebied B enkele jaren geleden gerenoveerd en gerestaureerd en komt deelgebied C nu aan de beurt. Van de vermeende sloop en nieuwbouw zoals benoemd in het masterplan is dus geen sprake. Tevens is deelgebied A voor een groot gedeelte gesloopt en herbouwd. De komende jaren zal dit deelgebied verder heropgebouwd worden. Daarnaast wordt Strijp R momenteel getransformeerd van een industrieel gebied naar een woongebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80182-0301_0008.jpg"

Figuur: Begrenzing studiegebied Drents Dorp en deelgebieden (Masterplan Drents Dorp, 2003)

Het belangrijkste uitgangspunt van het masterplan is dat Drents Dorp in zijn geheel een woonbuurt blijft en deze functie wordt versterkt, waarbij uitgegaan wordt van bestaande kwaliteiten:

  • Groen: De van oorsprong ruime opzet beter benutten vanuit de tuindorpgedachte, de nabijheid van recreatief groen waarborgen en beter benutten (bijv. Philips van Lenneppark, landgoed de Wielewaal, Philips de Jonghpark);
  • Stedelijke voorzieningen: Bij gebrek aan voorzieningen binnen het plangebied aansturen op het meeprofiteren van de ontwikkeling van stedelijke voorzieningen in de nabijheid, zoals Strijp S. Daarnaast is Drents Dorp goed bereikbaar via OV en het wegennet, waardoor stedelijke voorziening makkelijk bereikbaar zijn;
  • Cultuurhistorische kwaliteiten: De bebouwing, historisch-geografische structuren en stedenbouwkundige opzet van de wijk vormen belangrijke cultuurhistorische kwaliteiten van Drents Dorp.

Ambitie

De ambitie is om Drents Dorp door te ontwikkelen tot een groenstedelijk woonmilieu. Naast het benutten van de hierboven genoemde kwaliteiten is het van belang om beeldbepalende pleinen en gebouwen te waarborgen. Hierbij wordt in het bijzonder gewezen op het behouden en restaureren van het Gelderlandplein en het behoud en eventueel hergebruik van cultuurhistorische waardevolle panden. Deze panden (zoals de kerkgebouwen aan de Venstraat en de Plaggenstraat, het schoolgebouw aan de Kootwijkstraat en de gebouwen van de school en het klooster aan de koenraadlaan, thans in gebruik als zen-/meditatiecentrum) zijn samen met de de karakteristieke woningbouw identiteitsdragers van de buurt. Daarnaast wordt het belangrijk geacht om het huidige stratenpatroon te behouden.

In het masterplan wordt gesproken over de verplaatsing van het sportterrein naar het terrein van de nabijgelegen pallethandel (welke momenteel gesaneerd is), om op die manier plaats te maken voor nieuwbouwwoningen. Hiervoor zijn momenteel echter geen (concrete) plannen. Het sportterrein zal dan ook vooralsnog op de huidige locatie gevestigd blijven. Daarnaast worden in het masterplan twee zoeklocaties genoemd voor het SPIL-centrum. De bouw van dit SPIL-centrum is inmiddels begonnen op de eerste keus zoeklocatie, op de hoek van de Apeldoornstraat en Halvemaanstraat.

Ontsluiting

De Halvemaanstraat en de Koenraadlaan vormen de belangrijkste ontsluitingswegen van Drents Dorp. Vanuit hier wordt het gebied verder ontsloten op de ring, Noord Brabantlaan en de Tilburgseweg. In het masterplan wordt genoemd dat de Elburglaan wellicht verbreed gaat worden om zo als ontsluitingsweg voor Strijp R te gaan dienen. Uitgangspunt is hierbij dat er geen sluipverkeer mag rijden via de Halvemaanstraat en de buurt Lievendaal. Het is dan ook niet uitgesloten dat deze verbindingslus later nog doorgetrokken zal worden tot de Tilburgsweg met een afbuiging naar de Halvemaanstraat. Momenteel vormt de Elburglaan nog een belangrijke stedelijke fietsroute, welke men graag zo wil behouden.

Bouwhoogten

In het masterplan wordt voor de nieuw te ontwikkelen locaties, waaronder met name Strijp R, een en ander gezegd over bouwhoogtes. Ten noorden van de Halvemaanstraat zijn woningen van 1, 2 of 3 bouwlagen gewenst. De bestaande bebouwing die binnen het plangebied van onderhavig bestemmingsplan valt, voldoet aan dit criterium. In deelgebied B zal weinig gaan veranderen, waardoor de bestaande bebouwingshoogte gehandhaafd wordt. Over de hoogte van de bebouwing in deelgebied C wordt niet veel vermeld, behalve dat bij eventuele nieuwbouw opschaling van de bouwhoogte mogelijk is. Op deze manier kan een overgangsgebied gecreëerd worden tussen het laagschalige landgoed de Wielewaal en de hoge schaal van Strijp S.

Randen

Drents Dorp wordt omsloten door vier randen. De rand bij de Tilburgseweg zou in het nieuwbouwplan vormgegeven moeten worden door een hoog gebouw welke als blikvanger en geluidswand fungeert. De rand aan de ring kenmerkt zich momenteel door kantoorbebouwing welke geen relatie heeft met de rest van het gebied. Eventuele nieuwbouw in deelgebied C zou dan ook kansen kunnen bieden om (het karakter van) Drents Dorp ook aan de ring beter zichtbaar te maken. Wanneer nieuwbouw in plangebied C inderdaad doorgang zou vinden, is het volgens het masterplan verstandig om wat hogere bebouwing aan de rand van de Zwaanstraat te creëren. Op deze manier wordt een overgang naar de hogere industriële bebouwing van Strijp T gerealiseerd. Aan de noordelijke rand van het plangebied moet het landgoed de Wielewaal meer het plangebied ingetrokken worden.

Voorzieningen

Momenteel zijn de diverse voorzieningen nog versnipperd over het plangebied te vinden. Het is de bedoeling dat in de toekomst de voorzieningen zoveel mogelijk onder een dak te vinden zijn. Het SPIL-centrum is daarvoor een eerste goede stap. Door de concentratie van voorzieningen kunnen deze voorzieningen elkaar onderling versterken en bovendien wordt hiermee de ontmoetingsfunctie versterkt.

Conclusie

Onderhavig bestemmingsplan is conserverend van aard. Het plan beoogt dan ook geen concrete ontwikkelingen mogelijk te maken. Voor deelgebied A zijn er momenteel geen concrete nieuwbouwplannen, met uitzondering van de ontwikkelingen die al zijn opgenomen in het reeds vastgestelde bestemmingsplan "II De Halve Maan (woningen Drents Dorp)". Ook de vermeende herontwikkelplannen voor deelgebied C zijn onvoldoende concreet. Derhalve is voor beide gebieden, net zoals voor de rest van het plangebied, de bestaande situatie in het bestemmingsplan overgenomen. Dit betekent tevens dat het sportpark op de huidige locatie zal blijven en als zodanig bestemd wordt. Ten slotte zullen de randen en bouwhoogtes van de deelgebieden A en C niet gaan veranderen ten opzichte van de huidige situatie.

3.4.3 Hoogbouwbeleid gemeente Eindhoven

In de notitie 'De derde dimensie van een laagbouwstad, Hoogbouwbeleid gemeente Eindhoven' (Gemeente Eindhoven, 2008) is het hoogbouwbeleid van de gemeente Eindhoven vastgelegd. Het doel van de notitie is het vormen van een afwegingskader voor nieuwe hoogbouwprojecten. Het hoogbouwbeleid levert een bijdrage aan de doelstellingen van het raadsprogramma Ruimtelijke Kwaliteit. Het beleid is bindend voor besluitvorming en visieontwikkeling, maar heeft geen juridische status (dat ligt vast in bestemmingsplannen). Het is allereerst een toetsingskader waarmee de wenselijkheid van hoogbouw kan worden bepaald.

Hoogbouw is een vorm van intensief ruimtegebruik en levert een belangrijke bijdrage aan de manier hoe de stad omgaat met de verstedelijkingsdruk. Eindhoven wil het beste van twee werelden zijn. Aan de ene kant is Eindhoven een dynamische stad, die prikkelt en stimuleert; aan de andere kant is Eindhoven een stad waar het goed en rustig wonen is, met volop groenvoorzieningen.

Het is daarom belangrijk dat gebieden in de stad zich sterk van elkaar onderscheiden om daarmee die diversiteit te waarborgen. Vanuit die visie bezien moeten duidelijke keuzes worden gemaakt over de gebieden waar hoogbouw wel of niet wordt toegestaan. Dit is sterk afhankelijk van externe factoren en de bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer speelt een bepalende rol. Een belangrijke functie wordt toegedicht aan de HOV-lijnen.

In de Hoogbouwnota wordt onderscheid gemaakt tussen hoogbouw in de S-categorie (buurtaccenten tot vijf lagen hoog, de M-categorie (structuurdragende hoogbouw tot 45 meter), de L-categorie (stedelijke oriëntatiepunten tot ongeveer 75 meter), de XL-categorie (regionale landmarks, torengebouwen zichtbaar van buiten de stad tot 105 meter) en de XXL-categorie (gebouwen hoger dan 105 meter).

In het zuidoosten van het plangebied zijn enkele kantoorgebouwen uit de M-categorie te vinden. Deze gebouwen zijn gesitueerd aan de ring van Eindhoven (ter plaatse Beukenlaan), welke verschillende stadsdelen met elkaar verbindt. Vanaf de ring is de diversiteit in structuur per stadsdeel goed te zien. De ring vormt dan ook als het ware een afspiegeling van de stad met haar bestaande hoogtes. Dit moet gekoesterd worden. De ring vormt dan ook op zichzelf geen aanleiding voor hoogbouw.

De rest van het plangebied wordt in de Hoogbouwnota aangeduid als 'laagbouwmilieu'. Dat wil zeggen dat dit gebied weinig potentie heeft voor hoogbouw. De omgeving is namelijk niet gebaat bij hoogbouw, omdat dit de leefbaarheid van de buurten niet bevordert (bijv. vanwege de fysieke inbreuk op de leefomgeving of parkeer- en verkeersoverlast). Wel worden kansen geboden voor de ontwikkeling van buurt- en wijkcentra. Hierbij geldt een maximum van vijf bouwlagen (S-categorie), omdat hierdoor de afstand tussen woning en woonomgeving acceptabel blijft.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80182-0301_0009.jpg"

Figuur: Hoog- en laagbouwstructuren (Hoogbouwbeleid gemeente Eindhoven, 2008)