direct naar inhoud van 4.5 Bodem
Plan: XI Eindhoven binnen de Ring (Iristuinen)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80180-0301

4.5 Bodem

Bodem

Ten behoeve van de herontwikkeling van de projectlocatie is het noodzakelijk om, middels een steekproef, de actuele bodemkwaliteit ter plaatse vast te stellen. Door Tritium Advies bv is derhalve in april 2007 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is in opdracht van de toenmalige eigenaar gedaan in verband met de voorgenomen verkoop van het projectgebied. Er is bij dit onderzoek op de locatie van de voormalige ondergrondse tank een sterke verontreiniging met zware metalen, PAK en minerale olie aangetroffen, in die mate dat nader onderzoek naar de aard en de omvang hiervan noodzakelijk werd geacht. Het onderzoek is als bijlage toegevoegd.


Door Tritium Advies bv is vervolgens in mei 2007 een nader bodemonderzoek uitgevoerd voor het plangebied. De conclusie van dit onderzoek is dat er bij het toekomstige gebruik van de locatie sprake is van onaanvaardbare risico's. Dit betekent dat er voor het toekomstige gebruik er rekening moet worden gehouden dat binnen een jaar na afgifte van de beschikking er met spoed gestart moet worden met saneren. Voor de aanpak van de verontreiniging op de locatie dient een deelsaneringsplan te worden opgesteld dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag inzake de Wet bodembescherming i.c. de Milieudienst regio Eindhoven. Voor de toekomstige situatie is er geen risico voor het ecosysteem meer aanwezig indien er 350 m² van het verontreinigde terreindeel bebouwd is. Het deelsaneringsplan is op 10 mei 2007 door Tritium Advies bv gepubliceerd.


Daarnaast is op 8 juni 2007 door Tritium Advies bv een saneringsplan voor het plangebied opgesteld. De conclusie van het saneringsonderzoek is dat de immobiele verontreinigingen op de locatie volledig dienen te worden verwijderd door ontgraven. De in het kader van de grondsanering uitgevoerde werkzaamheden en de saneringsresultaten zijn vastgelegd in een evaluatierapport dat ter goedkeuring werd voorgelegd aan de Milieudienst regio Eindhoven. Het evaluatierapport werd opgesteld conform VKB Protocol 6001 voor milieukundige begeleiding van landbodemsanering met conventionele methoden. Uit dit onderzoek blijkt dat de locatie op dit moment voor 75% is gesaneerd. Het saneren van de verontreinigde grond ter plaatse van de bomenrij langs de woningen had ten tijde van dit onderzoek nog niet plaatsgevonden.


De bomenrij is inmiddels in het kader van de herontwikkeling gerooid, waarna de bodem aldaar tevens geheel gesaneerd is. Het gehele terrein is inmiddels gesaneerd; hiervan is verslag gedaan bij VROM in het kader van de regeling uniforme saneringen. In januari 2008 zijn door de Milieudienst regio Eindhoven en in juli 2008 door de gemeente Eindhoven beschikkingen afgegeven ingevolge de Wet bodembescherming. De meldingen en verslagen zijn toegevoegd in de bijlagen van dit bestemmingsplan. Geconcludeerd kan worden dat het aspect bodem geen belemmering meer vormt voor de onderhavige ontwikkeling.


Grondwater

Tijdens de grondwatermonstername zijn in het veld zuurgraad (pH) en elektrische geleidbaarheid (Ec) van het grondwater bepaald. De aangetroffen waarden zijn normaal voor het gebied waar de onderzoekslocatie zich bevindt. Het grondwater bevond zich op een diepte variërend van 1,65 tot 2,30 m-mv. Bij de monstername van het grondwater zijn zintuiglijk geen afwijkingen waargenomen. Uit de uitgevoerde analyses van het grondwater komt het volgende naar voren. Het grondwater op de onderzoekslocatie is licht verontreinigd met chroom en zink. Dergelijke verontreinigingen worden echter veelvuldig aangetroffen in de regio zonder dat hiervoor een eenduidige bron aan te wijzen is (verhoogde achtergrondconcentraties). Derhalve wordt nader onderzoek hiernaar niet noodzakelijk geacht.


Geconcludeerd kan worden dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor de voorgenomen ontwikkeling.