direct naar inhoud van Artikel 10 Kantoor
Plan: Woensel West 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80176-0301

Artikel 10 Kantoor

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Kantoor´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van kantoren;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. wegen en paden;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. tuinen, erven en terreinen;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `bouwvlak´ worden gebouwd;
  • b. de maximale goothoogte van een gebouw bedraagt 3 m, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven ;
  • c. de maximale bouwhoogte van een gebouw bedraagt 5 m, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven ;

10.2.2 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij woningen

Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij een woning gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen, aan- en uitbouwen mogen uitsluitend worden gebouwd 3 m achter de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- uit en bijgebouwen mag per woning niet meer bedragen dan 75 m2 met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 65% van de oppervlakte van het bouwperceel';
  • c. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer dan 3,5 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte nooit meer mag bedragen dan de goothoogte van het bijbehorende hoofdgebouw; indien het dak is/wordt uitgevoerd in de vorm van een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen;
  • d. een bijgebouw mag geen zelfstandige woning bevatten;

10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is 2 m, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan 1 m is;
  • b. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 3 m.
10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. sociale veiligheid;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.