Plan: | Emmasingelkwadrant - Fellenoord 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80173-0301 |
Per 1 oktober 2008 is de "Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008" in werking getreden. Het doel hiervan is het betrekken van burgers bij de besluitvorming. Het voorontwerp bestemmingsplan heeft in het kader van samenspraak ter inzage gelegen van 14 februari tot en met 13 maart 2013. De kennisgeving hiervan is op 13 februari gepubliceerd in Groot Eindhoven. Daarnaast zijn in het hele gebied wijkinfo's verspreid.Naar aanleiding van de terinzagelegging zijn vier reacties ontvangen. De reacties worden hieronder samengevat en voorzien van een gemeentelijk standpunt. In verband met de privacy zijn de namen en exacte adresgegevens van particulieren hieronder niet opgenomen.
Reactie Breevast | Gemeentelijk standpunt: |
Vonderweg: | |
De afspraken over de Vonderweg zijn goed vewerkt. | De reactie wordt ter kennisname aangenomen. |
De Vonderweg heeft de bestemming "Wonen" gekregen. Gevraagd wordt wat de consequenties zijn als het bouwplan vertraagd. Kan de bestemming Kantoor dan worden voortgezet. | In dat geval is het overgangsrecht van toepassing. Onder 'overige opmerkingen' wordt daar nader op ingegaan. |
Op pagina 59 van de toelichting staat dat de nieuwe Gender onderdeel MOET zijn van elke ruimtelijke ontwikkeling. Dit is te hard omschreven gelet op de onzekerheden t.a.v. de technische en financiele uitvoerbaarheid. | Allereerst is de toelichting van een bestemmingsplan niet bindend. Bouwplannen worden alleen getoetst aan de regels en de verbeelding. Niet aan de tekst van de toelichting. Op korte termijn is het aan het oppervlak brengen van de Nieuwe Gender niet aan de orde. Dit is wel een streven voor de toekomst. Dat zal dan gebeuren in samenwerking met belanghebbenden en grondeigenaren in het gebied. |
Aanduiding "Wonen - 2" (pag. 99) komt niet overeen met de aanduiding "sw - 1". | De bestemming van het pand aan de Vonderweg komt inderdaad niet overeen met de regels. De verbeelding wordt aangepast. |
Een uitbreiding of aanbouw van 50 m2 per 100m2 is niet meer mogelijk. Bij een kantoor mag een bijgebouw maximaal 40 m2 zijn. Bijgebouw van maximaal 40 m2 is te klein. Beoogde fietsenstalling is bijna 250 m2. | Bijgebouwen mogen maximaal 40m2 zijn, tenzij de bestaande oppervlake groter is. De bestaande oppervlakte is in dat geval de maximaal toegestane oppervlakte. Gelet op de visie voor het gebied is het niet wenselijk om zondermeer een bijgebouw van 250m2 in het gebied toe te staan. Daarvoor dient eerst overeenstemming met de gemeente te zijn over de noodzakelijke oppervlakte en de situering van het bijgebouw. |
Hoe is de maximale bouwhoogte van 20 / 28 m bepaald. Inclusief installatieruimte is de huidige hoogte 21 / 29,5 m. | Voor het bepalen van de maximale bouwhoogte wordt uitgegaan van het hoofdgebouw. Ondergeschikte bouwonderdelen worden daarin niet meegenomen. Voor de duidelijkheid is installatieruimten expliciet genoemd in lid 2.5 van de wijze van meten. |
Is maximale hoogte van 2 m voor bouwwerken geen gebouwen zijnde voldoende? Vigerende bestemmingsplan gaat uit van "passend binnen de bestemming". | De hoogte van 2 meter voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is een standaard hoogte. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat deze hoogte in deze situatie niet voldoende zou zijn. |
Reclamant is het niet eens met de wijzigingsbevoegdheid naar "verkeer- verblijfsgebied". Daarvoor dient eerst overeenstemming te zijn met de eigenaar van de grond. | De wijzigingsbevoegdheid is opgenomen om in de toekomst de verbindingsroute tussen Strijp en de Binnenstad te realiseren. Op het moment dat de gemeente gebruik wil maken van deze wijzigingsbevoegdheid zal eerst overeenstemming met de eigenaar van de grond moeten zijn. |
Uitrit Lichtstraat en uitrit parkeergarage Willemstraat moeten worden voorzien van de bestemming "vekeer". | Wegen, paden, parkeervoorzieningen alsmede erven en terreinen die bij gebouwen horen zijn meegenomen in de betreffende bestemming en in die bestemming positief bestemd. Inritten vallen daar ook onder. |
Welke gegevens zijn gebruikt voor de Kavelgrenzen? Welke rechten heeft reclamant als de werkelijke situatie afwijkt van de kaart van het bestemmingsplan? | De Grootschalige Basiskaart Eindhoven (GBE) wordt gebruikt bij het opstellen van bestemmingsplannen. Dit is de meeste gedetailleerd digitale topografische kaart. Indien de werkelijkheid afwijkt van de verbeelding wordt gebruikt gemaakt van de afwijkingsmogelijkheid zoals opgenomen in artikel 21. |
Schimmelt: | |
Geconstateerd wordt dat de gronden bestemd zijn als kantoor, maximale bouwhoogte 32 en 4 m, bijgebouwen mogelijk tot 40 m2 en 3,5 m hoog. | De constatering klopt. |
Gronden vallen binnen "Veiligheidszone - groepsrisico". Daarbinnen is nieuwbouw t.b.v. kwetsbare groepen niet mogelijk. Niet duidelijk is waaruit deze beperking volgt. | Deze beperking vloeit voort uit de visie externe veiligheid “Risico's de maat genomen” die in mei 2009 door de raad is vastgesteld. Voor deze beperking is gekozen, omdat deze groepen extra bescherming en zorg behoeven bij een calamiteit. |
Gronden vallen deels binnen "Veiligheidszone - Plasbrandaandachtsgebied". Niet duidelijk is waaruit deze aanduidingen volgen en wat "Plasbrand" en "nieuwe kwetsbare objecten" inhouden. | Deze beperking vloeit voort uit de visie externe veiligheid “Risico's de maat genomen” die in mei 2009 door de raad is vastgesteld. De veiligheidszone plasbrandaandachtgebied hangt samen met het invloedsgebied van brandbare vloeistoffen (ketelwagens met diesel, benzine etc.). Deze zone wordt ook opgenomen en vastgesteld in het Basisnet spoor, welke naar verwachting medio 2013 wordt vastgesteld. Voor deze beperking is gekozen, omdat binnen deze zone objecten met personen grote invloed hebben op de hoogte van het groepsrisico. Verder is zelfredzaamheid binnen deze zone van belang. Grote groepen mensen kunnen minder snel vluchten dan kleinere groepen mensen. Om het groepsrisico zo laag mogelijk te houden en de zelfredzaamheid hoog te houden/krijgen binnen deze zone is er voor gekozen alleen objecten met een lage personendichtheid toe te laten. De definitie van kwetsbare objecten is opgenomen in artikel 1 Begrippen. |
Pastoor Petersstraat: | |
Geconstateerd wordt dat de gronden bestemd zijn als kantoor, maximale bouwhoogte 36, 28 en 20m, bijgebouwen mogelijk tot 40 m2 / 3,5 m hoog. | Aan de Pastoor Petersstraat liggen meerdere kantoren. De maximum bouwhoogte varieert van 4 m tot 48 m. |
Maximale hoogte hekwerken is 2 m. Huidige situatie is hoger. | Niet duidelijk is waar de hoogte van 2 m wordt overschreden. |
Lardinoisstraat: | |
Geconstateerd wordt dat de gronden zijn bestemd als Gemengde Doeleinden, maximale bouwhoogte 8 m, bijgebouwen is hier niet relevant. | De constatering klopt. |
Overige opmerkingen: | |
Pag 89: voor Philips Lighting is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen naar Gemengde Doeleinden. Gevraagd wordt of de herbestemming daarmee onderworpen is aan een lichtere procedure of voorwaarden. | Bij een wijzigingsbevoegdheid geeft de gemeenteraad de bevoegdheid de bestemming te wijzigingen aan B&W. De procedure voor een wijzigingsbevoegdheid is nagenoeg gelijk als de procedure van een bestemmingsplan. In beide gevallen moet eerst een ontwerp ter inzage worden gelegd. Vervolgens wordt het wijzigingsplan vastgesteld door B & W. Een bestemmingsplan wordt vastgesteld door de gemeenteraad. |
Pag 109: de omschrijving dat B&W eisen kan stellen aan het aantal parkeerplaatsen is te vaag. "Conform de pakeernormen" is te vaag. Verwezen moet worden naar een besluit. Dat het bevoegd gezag ook nog eisen kan stellen aan de maatvoering (zonder verdere voorwaarden) is onacceptabel en niet nodig. Hiervoor bestaan al uniforme regels in het bouwbesluit. | De parkeernormen zijn in mei 2012 vastgesteld door de gemeenteraad. Deze zijn uitgangspunt. In bepaalde gevallen kan daarvan afgeweken worden (zie art. 22.3). Hetzelfde geldt voor de maatvoering. Er wordt uitgegaan van een standaardmaatvoering. Er kunnen feitelijke omstandigheden zijn, die noodzaken tot afwijken van deze standaardmaatvoering. |
Pag. 111: t.a.v. het overgangsrecht wordt gevraagd wat wordt bedoeld met "onderbreken van gebruik" en "strijdig gebruik"? | Het overgangsrecht is overgenomen uit paragraaf 3.2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het Bro schrijft voor dat het overgangsrecht op deze manier moet worden opgenomen. Onder strijdig gebruik wordt verstaan, gebruik dat niet in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan. Als dat wel in overeenstemming was met het voorheen geldende bestemmingsplan dan mag dat worden voortgezet. Als het gebruik niet in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan en langer dan een jaar niet als zodanig in gebruik is, dan mag het niet opnieuw worden hervat. |
Gevraagd wordt of de prioriteitennota 2011-2014 genoemd moet worden in het bestemmingsplan (pag. 24) dat beleid voor 10 jaar of meer verankerd. | De toelichting van een bestemmingsplan geeft een verantwoording van de gemaakte keuzes in een bestemmingsplan. Bij het opstellen van onderhavig bestemmingsplan heeft de prioriteittennota een rol gespeeld bij het maken van keuzes voor bepaalde bestemmingen. Daarom is deze nota genoemd in de toelichting. De toelichting is verder niet bindend. Bouwplannen worden getoetst aan de regels en verbeelding van een bestemmingsplan, niet aan de toelichting. |
De ontwikkelingsvisie Emmasingelkwadrant gaat uit van sloop van het pand aan de Vonderweg. Dit zou plaatsmaken voor openbaar gebied, ondergronds parkeren en een nieuwe verbindingsroute. Gevraagd wordt of in het bestemmingsplan niet moet worden ingegaan op de actualiteit en haalbaarheid van de visie. | Gelet op de economische crisis en overprogrammering is de (her)ontwikkeling van het gebied getemporiseerd (prioriteitennota). Het streven is om de visie of delen daarvan op termijn evengoed uit te voeren. Omdat dat op dit moment nog onvoldoende concreet is, is in het bestemmingsplan zoveel mogelijk de bestaande situatie overgenomen. |