direct naar inhoud van 9.3 Inspraak en samenspraak
Plan: Emmasingelkwadrant - Fellenoord 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80173-0301

9.3 Inspraak en samenspraak

Per 1 oktober 2008 is de "Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008" in werking getreden. Het doel hiervan is het betrekken van burgers bij de besluitvorming. Het voorontwerp bestemmingsplan heeft in het kader van samenspraak ter inzage gelegen van 14 februari tot en met 13 maart 2013. De kennisgeving hiervan is op 13 februari gepubliceerd in Groot Eindhoven. Daarnaast zijn in het hele gebied wijkinfo's verspreid.Naar aanleiding van de terinzagelegging zijn vier reacties ontvangen. De reacties worden hieronder samengevat en voorzien van een gemeentelijk standpunt. In verband met de privacy zijn de namen en exacte adresgegevens van particulieren hieronder niet opgenomen.

  • 1. Bewoner van de Lichtstraat, 5611 XC Eindhoven
    (Schriftelijke reactie d.d. 8 maart 2013, ontvangen 12 maart 2013)
    Reclamant merkt op dat in het bestemmingsplan niets is opgenomen ter bescherming van het bestaande openbare groen. Zij verwacht geen groene parken in het centrum van Eindhoven, maar wel een bescherming van het aanwezige groen in de buurt. Verwezen wordt naar onderzoeken van Het Planbureau voor de Leefomgeving en de Universiteit van Utrecht waarin wordt aangetoond dat groen een positieve invloed heeft op de gezondheid en waardering voor de woonomgeving. Om te voorkomen dat het aanwezige groen wordt vervangen door verharding ziet reclamant graag dat het groen positief bestemd wordt en daarbij beshermende regels worden opgenomen. De regels van de groenbestemming zijn daartoe niet toereikend. Binnen deze bestemming zijn verschillende functies toegestaan die niet groen zijn, zoals paden en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Daar zou een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken geen gebouwen zijnde' moeten worden opgenomen voor het verwijderen van beplanting. Verwezen wordt naar het Philipsmuseum aan de Emmasingel waar bomen ondeskundig gesnoeid zijn en vernietigd.

    Gemeentelijk standpunt:
    De bescherming van bomen binnen het grondgebied van Eindhoven is gewaarborgd met het kapvergunningstelsel zoals dat is vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening 2010 (APV). Het verbod om te kappen behoudens vergunning is zeer ruim omschreven waardoor alle ingrepen c.q. activiteiten aan of in de nabijheid van een boom die van invloed zijn op het behoud van de boom worden onderworpen aan voorafgaand toezicht. Hiermee is de bescherming van de bomen in het gebied gewaarborgd.

    De grond bij de woonbebouwing aan de Lichtstraat is in eigendom van de Vereniging van Eigenaren. Een klein deel is mede eigendom van de gemeente Eindhoven. Dit betekent dat de gemeente niet zomaar de ruimte kan herinrichten, daarvoor is medewerking van de Vereniging van Eigenaren voor nodig. Daarmee is het groen bij de woonbebouwing aan de Lichtstraat voldoende beschermd.

    Tot slot is voor het hele gebied de visie Emmasingelkwadrant vastgesteld. Daarin wordt uitgegaan van meer groen in het gebied en het terugbrengen van het riviertje de Gender in het straatbeeld. Gelet op de huidige economische situatie is de uitvoering van de visie getemporiseerd.
  • 2. Breevast B.V., Postbus 75427, 1070 AK Amsterdam
    (Schriftelijke reactie d.d. 11 maart 2013, ontvangen 11 maart 2013)
    Allereerst wordt in de reactie een beschrijving gegeven van de gebruiksregels, de bouwregels en de overgangsbepaling van zowel het vigerende bestemmingsplan als het nieuwe bestemmingsplan. Bekeken is of het nieuwe bestemmingsplan strengere resticties stelt. De volgende opmerkingen worden gegeven. In de rechterlijk kolom is het gemeentelijk standpunt opgenomen.

Reactie Breevast   Gemeentelijk standpunt:  
Vonderweg:    
De afspraken over de Vonderweg zijn goed vewerkt.   De reactie wordt ter kennisname aangenomen.  
De Vonderweg heeft de bestemming "Wonen" gekregen. Gevraagd wordt wat de consequenties zijn als het bouwplan vertraagd. Kan de bestemming Kantoor dan worden voortgezet.   In dat geval is het overgangsrecht van toepassing. Onder 'overige opmerkingen' wordt daar nader op ingegaan.  
Op pagina 59 van de toelichting staat dat de nieuwe Gender onderdeel MOET zijn van elke ruimtelijke ontwikkeling. Dit is te hard omschreven gelet op de onzekerheden t.a.v. de technische en financiele uitvoerbaarheid.   Allereerst is de toelichting van een bestemmingsplan niet bindend. Bouwplannen worden alleen getoetst aan de regels en de verbeelding. Niet aan de tekst van de toelichting.
Op korte termijn is het aan het oppervlak brengen van de Nieuwe Gender niet aan de orde. Dit is wel een streven voor de toekomst. Dat zal dan gebeuren in samenwerking met belanghebbenden en grondeigenaren in het gebied.  
Aanduiding "Wonen - 2" (pag. 99) komt niet overeen met de aanduiding "sw - 1".   De bestemming van het pand aan de Vonderweg komt inderdaad niet overeen met de regels. De verbeelding wordt aangepast.  
Een uitbreiding of aanbouw van 50 m2 per 100m2 is niet meer mogelijk. Bij een kantoor mag een bijgebouw maximaal 40 m2 zijn. Bijgebouw van maximaal 40 m2 is te klein. Beoogde fietsenstalling is bijna 250 m2.   Bijgebouwen mogen maximaal 40m2 zijn, tenzij de bestaande oppervlake groter is. De bestaande oppervlakte is in dat geval de maximaal toegestane oppervlakte. Gelet op de visie voor het gebied is het niet wenselijk om zondermeer een bijgebouw van 250m2 in het gebied toe te staan. Daarvoor dient eerst overeenstemming met de gemeente te zijn over de noodzakelijke oppervlakte en de situering van het bijgebouw.  
Hoe is de maximale bouwhoogte van 20 / 28 m bepaald. Inclusief installatieruimte is de huidige hoogte 21 / 29,5 m.   Voor het bepalen van de maximale bouwhoogte wordt uitgegaan van het hoofdgebouw. Ondergeschikte bouwonderdelen worden daarin niet meegenomen. Voor de duidelijkheid is installatieruimten expliciet genoemd in lid 2.5 van de wijze van meten.  
Is maximale hoogte van 2 m voor bouwwerken geen gebouwen zijnde voldoende? Vigerende bestemmingsplan gaat uit van "passend binnen de bestemming".   De hoogte van 2 meter voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is een standaard hoogte. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat deze hoogte in deze situatie niet voldoende zou zijn.  
Reclamant is het niet eens met de wijzigingsbevoegdheid naar "verkeer- verblijfsgebied". Daarvoor dient eerst overeenstemming te zijn met de eigenaar van de grond.   De wijzigingsbevoegdheid is opgenomen om in de toekomst de verbindingsroute tussen Strijp en de Binnenstad te realiseren. Op het moment dat de gemeente gebruik wil maken van deze wijzigingsbevoegdheid zal eerst overeenstemming met de eigenaar van de grond moeten zijn.  
Uitrit Lichtstraat en uitrit parkeergarage Willemstraat moeten worden voorzien van de bestemming "vekeer".   Wegen, paden, parkeervoorzieningen alsmede erven en terreinen die bij gebouwen horen zijn meegenomen in de betreffende bestemming en in die bestemming positief bestemd. Inritten vallen daar ook onder.  
Welke gegevens zijn gebruikt voor de Kavelgrenzen? Welke rechten heeft reclamant als de werkelijke situatie afwijkt van de kaart van het bestemmingsplan?   De Grootschalige Basiskaart Eindhoven (GBE) wordt gebruikt bij het opstellen van bestemmingsplannen. Dit is de meeste gedetailleerd digitale topografische kaart. Indien de werkelijkheid afwijkt van de verbeelding wordt gebruikt gemaakt van de afwijkingsmogelijkheid zoals opgenomen in artikel 21.  
   
Schimmelt:    
Geconstateerd wordt dat de gronden bestemd zijn als kantoor, maximale bouwhoogte 32 en 4 m, bijgebouwen mogelijk tot 40 m2 en 3,5 m hoog.   De constatering klopt.  
Gronden vallen binnen "Veiligheidszone - groepsrisico". Daarbinnen is nieuwbouw t.b.v. kwetsbare groepen niet mogelijk. Niet duidelijk is waaruit deze beperking volgt.   Deze beperking vloeit voort uit de visie externe veiligheid “Risico's de maat genomen” die in mei 2009 door de raad is vastgesteld. Voor deze beperking is gekozen, omdat deze groepen extra bescherming en zorg behoeven bij een calamiteit.  
Gronden vallen deels binnen "Veiligheidszone - Plasbrandaandachtsgebied". Niet duidelijk is waaruit deze aanduidingen volgen en wat "Plasbrand" en "nieuwe kwetsbare objecten" inhouden.   Deze beperking vloeit voort uit de visie externe veiligheid “Risico's de maat genomen” die in mei 2009 door de raad is vastgesteld. De veiligheidszone plasbrandaandachtgebied hangt samen met het invloedsgebied van brandbare vloeistoffen (ketelwagens met diesel, benzine etc.). Deze zone wordt ook opgenomen en vastgesteld in het Basisnet spoor, welke naar verwachting medio 2013 wordt vastgesteld. Voor deze beperking is gekozen, omdat binnen deze zone objecten met personen grote invloed hebben op de hoogte van het groepsrisico. Verder is zelfredzaamheid binnen deze zone van belang. Grote groepen mensen kunnen minder snel vluchten dan kleinere groepen mensen. Om het groepsrisico zo laag mogelijk te houden en de zelfredzaamheid hoog te houden/krijgen binnen deze zone is er voor gekozen alleen objecten met een lage personendichtheid toe te laten. De definitie van kwetsbare objecten is opgenomen in artikel 1 Begrippen.  
   
Pastoor Petersstraat:    
Geconstateerd wordt dat de gronden bestemd zijn als kantoor, maximale bouwhoogte 36, 28 en 20m, bijgebouwen mogelijk tot 40 m2 / 3,5 m hoog.   Aan de Pastoor Petersstraat liggen meerdere kantoren. De maximum bouwhoogte varieert van 4 m tot 48 m.  
Maximale hoogte hekwerken is 2 m. Huidige situatie is hoger.   Niet duidelijk is waar de hoogte van 2 m wordt overschreden.  
   
Lardinoisstraat:    
Geconstateerd wordt dat de gronden zijn bestemd als Gemengde Doeleinden, maximale bouwhoogte 8 m, bijgebouwen is hier niet relevant.   De constatering klopt.  
   
Overige opmerkingen:    
Pag 89: voor Philips Lighting is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen naar Gemengde Doeleinden. Gevraagd wordt of de herbestemming daarmee onderworpen is aan een lichtere procedure of voorwaarden.   Bij een wijzigingsbevoegdheid geeft de gemeenteraad de bevoegdheid de bestemming te wijzigingen aan B&W. De procedure voor een wijzigingsbevoegdheid is nagenoeg gelijk als de procedure van een bestemmingsplan. In beide gevallen moet eerst een ontwerp ter inzage worden gelegd. Vervolgens wordt het wijzigingsplan vastgesteld door B & W. Een bestemmingsplan wordt vastgesteld door de gemeenteraad.  
Pag 109: de omschrijving dat B&W eisen kan stellen aan het aantal parkeerplaatsen is te vaag. "Conform de pakeernormen" is te vaag. Verwezen moet worden naar een besluit. Dat het bevoegd gezag ook nog eisen kan stellen aan de maatvoering (zonder verdere voorwaarden) is onacceptabel en niet nodig. Hiervoor bestaan al uniforme regels in het bouwbesluit.   De parkeernormen zijn in mei 2012 vastgesteld door de gemeenteraad. Deze zijn uitgangspunt. In bepaalde gevallen kan daarvan afgeweken worden (zie art. 22.3). Hetzelfde geldt voor de maatvoering. Er wordt uitgegaan van een standaardmaatvoering. Er kunnen feitelijke omstandigheden zijn, die noodzaken tot afwijken van deze standaardmaatvoering.  
Pag. 111: t.a.v. het overgangsrecht wordt gevraagd wat wordt bedoeld met "onderbreken van gebruik" en "strijdig gebruik"?   Het overgangsrecht is overgenomen uit paragraaf 3.2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het Bro schrijft voor dat het overgangsrecht op deze manier moet worden opgenomen. Onder strijdig gebruik wordt verstaan, gebruik dat niet in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan. Als dat wel in overeenstemming was met het voorheen geldende bestemmingsplan dan mag dat worden voortgezet. Als het gebruik niet in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan en langer dan een jaar niet als zodanig in gebruik is, dan mag het niet opnieuw worden hervat.  
Gevraagd wordt of de prioriteitennota 2011-2014 genoemd moet worden in het bestemmingsplan (pag. 24) dat beleid voor 10 jaar of meer verankerd.   De toelichting van een bestemmingsplan geeft een verantwoording van de gemaakte keuzes in een bestemmingsplan. Bij het opstellen van onderhavig bestemmingsplan heeft de prioriteittennota een rol gespeeld bij het maken van keuzes voor bepaalde bestemmingen. Daarom is deze nota genoemd in de toelichting. De toelichting is verder niet bindend. Bouwplannen worden getoetst aan de regels en verbeelding van een bestemmingsplan, niet aan de toelichting.  
De ontwikkelingsvisie Emmasingelkwadrant gaat uit van sloop van het pand aan de Vonderweg. Dit zou plaatsmaken voor openbaar gebied, ondergronds parkeren en een nieuwe verbindingsroute. Gevraagd wordt of in het bestemmingsplan niet moet worden ingegaan op de actualiteit en haalbaarheid van de visie.   Gelet op de economische crisis en overprogrammering is de (her)ontwikkeling van het gebied getemporiseerd (prioriteitennota). Het streven is om de visie of delen daarvan op termijn evengoed uit te voeren. Omdat dat op dit moment nog onvoldoende concreet is, is in het bestemmingsplan zoveel mogelijk de bestaande situatie overgenomen.  

  • 3. Bewoner van de Lichtstraat, 5611 XG Eindhoven
    (Schriftelijke reactie d.d. 12 maart 2013, ontvangen 13 maart 2013)
    Reclamant maakt zich zorgen om de hoeveelheid groen in het gebied Emmasingel, Willemstraat, Vonderweg en Mathildelaan. Hij vreest dat het bestemmingsplan ruimte laat voor het creeeren van nog meer parkeerplaatsen ten koste van de plantsoenen en bomen. De toekomstige ontwikkeling van het terrein Philips Lighting is een mooie gelegenheid om groen te creeeren in het gebied. Reclamant ziet graag een duidelijke keuze en borging voor het behouden en uitbreiden van groen in het gebied. Verwezen wordt naar het oude Philips-fabriekje aan de Emmasingel waar bomen gesnoeid zijn en verwijderd.

    Gemeentelijk standpunt:
    Voor het gemeentelijk standpunt wordt verwezen naar de reactie onder 1.

  • 4. Van Till advocaten, namens Piazza Invest B.V. te Varsseveld, Postbus 75731, 1070 AS Amsterdam
    (Schriftelijke reactie d.d. 12 maart 2013, ontvangen 13 maart 2013)
    Cliënte is eigenaar van het perceel Boschdijktunnel 1 te Eindhoven waar momenteel een filiaal van de Media Markt is gevestigd. In het thans vigerende bestemmingsplan "Eindhoven binnen de Ring" heeft het perceel de bestemming "centrumdoeleinden". In het voorontwerp bestemmingsplan is het perceel bestemd als "detailhandel". De bestemming is daarmee aanmerkelijk beperkter dan onder het vigerende bestemmingsplan. Het voorontwerp is daarmee ook in strijd met artikel 21 van het vigerende bestemmingsplan. Hierin is opgenomen dat de bestemming "centrumdoeleinden" nader uitgewerkt dient te worden en dat de uit te werken bestemmingen en de daarbij behorende voorschriften moeten overeenstemmen met de (onder meer) in artikel 10 opgenomen bestemming. Het moge duidelijk zijn dat de thans opgenomen bestemming geenszins overeenstemt met de ruime bestemming "centrumdoeleinden".
    Cliënte kan zich niet verenigen met deze aanmerkelijke beperking. De beperking is bovendien geenszins onderbouwd. Ook lijdt cliënt financiële schade door de beperking. Alhoewel cliënte beseft dat daarvoor een planschadeverzoek kan worden ingediend, is zij van mening dat het college daarmee rekening dient te houden. Verzocht wordt de bestemming "detailhandel" te vervangen door de thans geldende bestemming "centrumdoeleinden".

    Gemeentelijk standpunt:
    Op grond van het vigerende bestemmingsplan "Eindhoven binnen de Ring" is het perceel voorzien van de bestemming "centrumdoeleinden". Binnen deze bestemming zijn diverse functies toegestaan. Voor ontwikkelingen waarbij sprake is van bouwen dient deze bestemming eerst te worden uitgewerkt. Tot op heden is aan de uitwerkingsverplichting geen gevolg gegeven.
    Het bestemmingsplan "Emmasingelkwadrant - Fellenoord 2013" dat thans als voorontwerp in procedure is gebracht, beperkt het gebruik van gronden en opstallen, maar daar staat tegenover dat dit nieuwe bestemmingsplan wel een directe bouwtitel bevat. Wanneer we de maximale bouw- en gebruiksmogelijkheden van beide plannen met elkaar vergelijken dan zijn wij van mening dat de planologische situatie van uw cliënt door deze directe bouwtitel juist wordt verbeterd terwijl qua gebruiksmogelijkheden uw cliënt wordt benadeeld. Wij zijn dan ook de mening toegedaan dat het een het ander opheft en dat daarom niet kan worden geconcludeerd dat als gevolg van het nieuwe bestemmingsplan uw cliënt in planologische zin wordt benadeeld.

    In het nieuwe bestemmingsplan is de bestaande feitelijke situatie als uitgangspunt genomen bij het toekennen van bestemmingen. Het toestaan van heel veel functies in combinatie met een directe bouwtitel zou enerzijds tot ongewenste ontwikkelingen kunnen leiden en anderzijds onvoldoende bescherming bieden aan de belangen en de rechtszekerheid van bewoners, eigenaren en gebruikers van onroerende objecten in de omgeving. Niet overal zijn alle functies gewenst. Daarin is sturing nodig. De bestemmingen zoals opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan sluiten aan bij het vastgestelde beleid ten aanzien van onder andere detailhandel, horeca en kantoren. Deze aspecten hebben wij betrokken in de door ons gemaakte keuze ten aanzien van de bestemming van dit object.