direct naar inhoud van 4.2 Geluid
Plan: Grasrijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80142-0301

4.2 Geluid

4.2.1 Algemeen

De normstelling voor geluid is geregeld in de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en de Wet luchtvaart. Het betreft normen voor industrielawaai, weg- en railverkeerslawaai en luchtvaartlawaai. Er wordt uitgegaan van voorkeursgrenswaarden, waarvan met ontheffing tot een bepaalde maximale hoogte in een aantal gevallen mag worden afgeweken.

De normstelling heeft tot doel nieuwe geluidhindersituaties en daarmee gezondheidsschade te voorkomen. Om dit doel te bereiken worden zones gedefinieerd, waarbinnen plannen met geluidgevoelige bestemmingen moeten worden getoetst aan de normen. Volgens de Wet geluidhinder gelden er voorkeursgrenswaarden en maximale ontheffingswaarden. Bij de voorkeursgrenswaarde mag worden verondersteld dat het percentage gehinderden beperkt is. Wanneer een maximale ontheffingswaarde wordt overschreden dan is er sprake van een locatie die in beginsel niet geschikt is voor de vestiging van een geluidgevoelige bestemming.
Bij plannen met geluidbelastingen in de bandbreedte tussen voorkeursgrenswaarde en maximale ontheffingswaarde moet er een nadere afweging worden gemaakt in hoeverre bron- en/of overdrachtmaatregelen kunnen worden getroffen om de geluidbelastingen te beperken. Voorbeelden van bronmaatregelen zijn een stiller wegdek en een verlaging van de snelheid bij auto's. Geluidschermen en geluidwallen zijn voorbeelden van overdrachtsmaatregelen.

Het voorliggend plan is voor het grootste deel conserverend van aard, maar in een deel van het plan, het deel Hooglanden is nog een nieuwe geluidgevoelige bestemming, te weten een woonbestemming mogelijk gemaakt.

4.2.2 Wegverkeer

Langs elke weg bevindt zich een geluidszone. Een geluidszone is in feite een (geluids)onderzoeksgebied aan weerskanten van de weg. Gedeelten van het plangebied zijn gelegen binnen de geluidzone van de A2. Bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan dat geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op gronden, gelegen binnen een dergelijke geluidszone, zullen de waarden van de Wet geluidhinder (Wgh) in acht genomen dienen te worden voor zover er in deze zone geluidsgevoelige functies aanwezig zijn of worden voorzien.

De geluidsbelasting vanwege een weg mag in eerste instantie de in de Wgh genoemde voorkeursgrenswaarde niet overschrijden. Indien de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeursgrenswaarde dan kan burgemeester en wethouders worden verzocht ontheffing te verlenen, echter nooit hoger dan de maximale ontheffingswaarde. Daarbij moeten maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidsbelasting tot de voorkeursgrenswaarde overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard ontmoeten.

Het plan Hooglanden ligt in de zone van de A2/N2, de Meerhovendreef en de Grasdreef. De A2/N2 is een autosnelweg gelegen in buitenstedelijke gebied met een maximumsnelheid van 80/120 km per uur, bestaande uit 8 rijstroken en een zonebreedte van 600 meter aan weerszijden van de weg gemeten vanaf de as daarvan. De Grasdreef en de Meerhovendreef zijn wijkontsluitingswegen gelegen in stedelijk gebied met een maximumsnelheid van 50 km per uur, bestaande uit 2 of meer rijstroken, en een zonebreedte van 200/350 m.

In het kader van “Duurzaam Veilig” zijn alle overige wegen in en nabij het plangebied 30 km per uur wegen. Deze wegen en woonerven hebben volgens de Wet geluidhinder geen zone, zodat deze verder buiten beschouwing kunnen blijven.

De Wet geluidhinder maakt onderscheid tussen zogenaamde bestaande situaties en nieuwe situaties. Ingevolge hoofdstuk VI, afdeling 3 (“bestaande situaties”) van de Wet geluidhinder behoeft voor de reeds aanwezige geluidgevoelige bebouwing geen nieuw akoestisch onderzoek te worden ingesteld.

Ter plaatse van het plan de Hooglanden wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voor de nieuwe geluidgevoelige woonbestemming overschreden. De maximale ontheffingswaarden van 53 en 63 dB in respectievelijk buitenstedelijk en stedelijk gebied worden niet overschreden.

Op de Meerhovendreef wordt reeds een stil wegdek voorzien. Het treffen van bron- en overdrachtsbeperkende maatregelen, zoals het toepassen van een nog stiller wegdek en geluidschermen, biedt geen reële mogelijkheden om de geluidbelastingen te reduceren tot de voorkeursgrenswaarde.

Wel is het mogelijk dat door middel van een goede situering van de woningen in combinatie met de toepassing van dove gevels de voorkeursgrenswaarde tengevolge van het wegverkeer op de rijksweg niet wordt overschreden..

Reconstructies van wegen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, die leiden tot een toename van de geluidbelasting met 2 dB of meer, worden niet toegestaan.

In het bestemmingsplan van Grasrijk is het gebied De Hooglanden (zie afbeelding hieronder) nog niet ontwikkeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80142-0301_0016.jpg"

De zonegrens van de A2 is echter door de verbreding van de A2 opgeschoven van 400 meter naar 600 meter. Hiermee komt deze zonegrens ver in het gebied De Hooglanden te liggen, waardoor het realiseren van woningbouw hier bemoeilijkt wordt.

In februari 2013 zijn door de SRE Milieudienst wegverkeerslawaaiberekeningen uitgevoerd om uit te rekenen van de geluidbelasting zou kunnen zijn bij de ontwikkeling vna het gebied. (Zie Bijlage 2)

De conclusies van dit onderzoek zijn als volgt:

Geluidbelasting ten gevolge van de Meerhovendreef

Uit de berekeningsresultaten blijkt dat de geluidbelasting ten gevolge van de Meerhovendreef op de grens van het plangebied ten hoogste Lden 52 dB bedraagt op 1,5 m boven plaatselijk maaiveld en Lden 54 dB op 4,5 m boven plaatselijk maaiveld. Deze waarden zijn inclusief aftrek van 5 dB conform art.110g van de Wet geluidhinder.

De ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van de gevel van een woning, vanwege een weg, van Lden 48 dB wordt overschreden. De geluidbelasting is lager dan Lden 58 dB, de hogere waarde die kan worden vastgesteld voor woningen in stedelijk gebied.


Geluidbelasting ten gevolge van de A2/N2

De geluidbelasting ten gevolge van de A2/N2 bedraagt op de grens van het plangebied ten hoogste Lden 49 dB op 1,5 m boven plaatselijk maaiveld en Lden 51 dB op 4,5 m boven plaatselijk maaiveld. Deze waarden zijn inclusief aftrek van 2 dB conform art. 110g van de Wet geluidhinder.

De ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van de gevel van een woning, vanwege een weg, van Lden 48 dB wordt overschreden. De geluidbelasting is lager dan Lden 53 dB, de hogere waarde die kan worden vastgesteld voor woningen in buitenstedelijk gebied.

Voor de overschrijdingen tengevolge van de Meerhovendreef en de A2/N2 zal bij de uitwerking van dit plangedeelte hogere waarden moeten worden vastgesteld.

4.2.3 Railverkeer

Het plangebied is niet gelegen in de zone van een spoorweg.

4.2.4 Industrielawaai

Het plangebied is niet gelegen in een zone van industrie lawaai.

4.2.5 Luchtvaartlawaai

Het plangebied ligt op ruim 3 km afstand van de luchthaven Eindhoven. Dit is een militair vliegveld met medegebruik door de burgerluchtvaart (Eindhoven Airport). Vanaf 1 november 2009 geldt de Wet luchtvaart. Deze wet omvat een nieuw stelsel van besluitvorming en normen voor alle luchthavens, met uitzondering van Schiphol. In de systematiek van deze wet zal voor luchthaven Eindhoven één luchthavenbesluit moeten worden vastgesteld met een militaire geluidsruimte voor militair vliegverkeer en een burgergeluidsruimte voor het commercieel burgermedegebruik. Het luchthavenbesluit moet binnen vijf jaar na inwerkingtreding van de wet worden genomen.

Het in werking treden van de Wet luchtvaart betekent niet dat deze wet en de daarop gebaseerde regelgeving per 1 november 2009 in volle omvang van toepassing zijn op de nu bestaande luchthavens. Het in deze wet opgenomen overgangsrecht voorziet in een gefaseerde invoering van het nieuwe wettelijke regime voor luchthavens. Concreet betekent dit dat het regime van de Wet luchtvaart pas van toepassing zal zijn als eerst de minister van Defensie een luchthavenbesluit heeft genomen. Als voorbereiding voor het vaststellen van het luchthavenbesluit voor de militaire luchthaven Eindhoven wordt een milieueffectrapport (MER) opgesteld. Naar verwachting treedt het Luchthavenbesluit Eindhoven pas eind 2013 in werking.

Op 29 december 2007 is het Besluit tot aanwijzing van het militaire luchtvaartterrein Eindhoven in werking getreden. Met dit aanwijzingsbesluit uit 2007 was de 35 Ke geluidszone rond de luchthaven vastgelegd als grens van de geluidsbelasting van het gezamenlijke militaire en civiele vliegverkeer. Het plangebied ligt niet binnen deze vastgestelde geluidszone (35 Ke-contouren). Deze geluidszone is op 5 augustus 2009 vervangen door een tijdelijke geluidszone na gedeeltelijke vernietiging van het uit 2007 daterend aanwijzingsbesluit door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het plangebied ligt ook niet binnen deze tijdelijke geluidszone. Deze geluidszone werkt daarom niet belemmerend voor onderhavig plangebied.