direct naar inhoud van Artikel 10 Wonen - 1
Plan: Grasrijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80142-0301

Artikel 10 Wonen - 1

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Wonen - 1´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. vrijstaande woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • c. bedrijf aan huis waarbij doeleinden van handel en bedrijf in de vorm van ambachtelijke, dienstverlenende, productie- en handelsbedrijven zijn toegestaan enkel ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', niet zijnde detailhandel, zelfstandige kantoren, als dan niet met publiekgerichte baliefunctie, en praktijkruimten;

met de daarbij behorende:

  • d. tuinen en erven;
  • e. parkeervoorzieningen, paden e.d ;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • g. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met dien verstande dat

  • i. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep niet meer dan 50 m2 mag bedragen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die voorkomen in de categorie 1 van de Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' is bedrijf aan huis enkel is toegestaan op de begane grond;

10.2 Bouwregels
10.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woongebouwen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `bouwvlak´ worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag maximaal 9 meter te bedragen tenzij anders aangegeven op de verbeelding;
  • d. de goothoogte mag maximaal 6 meter bedragen;
  • e. de maximale bouwhoogte ter plaatste van de aanduiding 'bedrijf' mag ten hoogstens 4 meter bedragen ten behoeve van een bedrijf aan huis zoals omschreven in artikel 10.1
  • f. het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' mag 100% bedragen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4'gelden tevens de volgende voorwaarden (zie Bijlage 4):
    • 1. het hoofdgebouw dient als rechthoekig volume gebouwd te worden;
    • 2. de diepte van het hoofdgebouw mag maximaal 12 meter bedragen;
    • 3. de nokrichting van het dak dient haaks op de straat te worden gerealiseerd.
    • 4. parkeervoorzieningen dienen te worden gerealiseerd op eigen terrein met dien verstande dat eventueel te realiseren opstelplaatsen vo or auto's minimaal 6 meter lang en 6 meter breed dienen te zijn;
    • 5. de opstelplaatsen voor auto's dienen te worden gerealiseerd in één de daarvoor aangewezen locaties in de kavelpaspoort zoals opgenomen in Bijlage 4 .
  • h. voor het aantal parkeerplaatsen gelden de parkeernormen zoals opgenomen in bijlage 3;

10.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende

regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen buiten het bouwvlak alleen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75 m2 met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 70% van de oppervlakte van het bouwperceel voor zover gelegen buiten de aanduiding 'bouwvlak';
  • c. de bouwhoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer dan 3,5 meter bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' mogen overkappingen met een maximale hoogte van 3,5 meter worden opgericht;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' gelden tevens de volgende voorwaarden (zie Bijlage 4 ):
    • 1. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen minimaal 3 meter achter de voorgevel rooilijn van het hoofdgebouw;
  • f. de dakvorm dient in de vorm van een platdak te worden uitgevoerd;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd tot een hoogte van 2,5 meter.

10.2.3 Onbebouwde zijde

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke aanduiding - onbebouwde zijde' mogen geen gebouwen of bijgebouwen of aan- en uitbouwen worden gebouwd.

10.3 Specifieke gebruiksregels
10.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 10.2.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;

10.4 Afwijken gebruiksregels
10.4.1 Afwijken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1en toestaan dat in combinatie met het wonen:

  • a. de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 en/of voor een aan-huis-verbonden beroep tot een beroepsvloeroppervlakte van maximaal 75 m2, mits:
    • 1. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m2 bedraagt;
    • 2. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeers-maatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden;
    • 3. het niet betreft geluidszoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
    • 4. het niet betreft seksinrichtingen en/of detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten;
    • 5. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig is in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één in het pand woonachtige persoon mag worden uitgeoefend;
    • 6. de activiteiten geen onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren.

10.4.2 Afwijken ten behoeve van functieaanduing 'bedrijf (b)'

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 onder c, ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijf (b)', en tevens bedrijven in een hogere categorie, tot en met categorie 2, toestaan of bedrijven die niet voorkomen in de `Lijst van bedrijfsactiviteiten´, mits:

  • a. het betrokken bedrijf naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen is met bedrijven die ter plaatse zijn toegestaan;
  • b. het niet betreft geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen of zelfstandige kantoorvestigingen.