direct naar inhoud van Artikel 22 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80096-0301

Artikel 22 Verkeer - Verblijfsgebied

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Verkeer - Verblijfsgebied´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonstraten;
  • b. pleinen;
  • c. paden;
  • d. laad- en losplaats en ruimte voor het expeditieverkeer ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats';
  • e. water ter plaatse van de aanduiding 'brug';
  • f. bedrijf uitsluitend voor zover bestaand in de vorm van een parkeerbedrijf met exploitatie van parkeerruimte met bijbehorende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • g. ondergrondse stallingsruimte voor fietsen en bromfietsen en daarmee vergelijkbare voertuigen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – 1';
  • h. een kiosk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1' ten behoeve van horeca genoemd in de Lijst van horecaactiviteiten onder categorie 1 met bijbehorende toiletvoorziening;
  • i. terras ten behoeve van horecabedrijven gesitueerd in de aangrenzende bestemming;
  • j. bedrijf in de vorm van een nutsvoorziening ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • k. evenementen in het bijzonder ter plaatse van de aanduiding 'plein';
  • l. bedrijf uitsluitend voor zover bestaand in de vorm van een parkeerbedrijf met exploitatie van een parkeerruimte ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';

met daarbij behorende:

  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. groen- en speelvoorzieningen;
  • o. water leidingen;
  • p. nutsvoorzieningen;
  • q. voorzieningen voor ondergrondse afvalinzameling;
  • r. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Gebouwen

I. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, behoudens:

  • a. een ondergrondse parkeergarage met bijbehorende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding `parkeergarage';
  • b. een ondergrondse stallingsruimte voor fietsen en bromfietsen met bijbehorende gebouwen ten behoeve van de in- en uitgang van de stalingsruimte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1';
  • c. gebouw in de vorm van een kiosk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca -1' en met in achtneming van een maximale bouwhoogte van 4 m;
  • d. gebouw in de vorm van een overdekt terras ter plaatse van de aanduiding 'terras';
  • e. gebouw ten behoeve van een nutsvoorziening ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • f. tijdelijk te bouwen gebouwen voor evenementen.

II. Voor het bouwen van de onder I. sub a, b, d en e genoemde gebouwen voor zover niet ondergronds dient het volgende in acht te worden genomen:

  • a. er mag uitsluitend binnen de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de maximale bouw hoogte als bestaand tenzij anders op de verbeelding is aangeduid.

22.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Met uitzondering van de voor evenementen tijdelijk te bouwen bouwwerken geen gebouw zijnde gelden voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bepalingen:

  • a. behoudens het bepaalde onder e. en behoudens bouwwerken geen gebouw zijnde voor de onder lid 22.2.1 genoemde gebouwen mogen slechts bouwwerken geen gebouw zijnde passende of ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. bij de situering van deze bouwwerken mag ter plaatse van de aanduiding `laad- en losplaats' de bereikbaarheid voor het expeditieverkeer niet worden belemmerd;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, behoudens in het geval het beeldende kunstobjecten betreft of bouwwerken ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, niet meer dan 3 m bedragen;
  • e. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'sba-1' is een overkapping toegelaten met in achtneming van een minimale hoogte waarbij het verkeer niet wordt belemmerd en de veiligheid van de gebruikers van de weg niet in gevaar komt.