direct naar inhoud van Artikel 6 Natuur
Plan: Waterrijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80056-0301

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke en de landschappelijke waarden;
  • b. de aanleg en instandhouding van een ecologische verbindingszone;
  • c. waterhuishoudkundige doeleinden;
  • d. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen; met daaraan ondergeschikt:
  • e. recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • f. infrastructurele voorzieningen;
  • g. openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels

 

6.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van lichtmasten maximaal 10 m mag bedragen.

6.3 Specifieke gebruiksregels
6.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het diepwoelen of –ploegen van de bodem;
  • b. het aanleggen en verharden van wegen, niet zijnde fiets- of voetpaden, en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen groter dan in totaal 200 m2.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouwen zijnde of van werkzaamheden
6.4.1 Werk en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) op of in de gronden met de bestemming `Natuur´ de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, uitdiepen, egaliseren, afgraven, diepploegen en ophogen van gronden en/of anderszins wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het opslaan, storten of bergen van materialen en producten voor andere doeleinden dan die bedoeld in lid 6.1.;
  • c. het planten, rooien, kappen of verminken van de houtopstand en gewassen;
  • d. het aanleggen van oppervlakteverhardingen (al dan niet tijdelijk);
  • e. het aanbrengen van oeverbeschoeiingen;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse (infrastructurele) leidingen;
  • g. het wijzigen van de waterhuishouding of de grondwaterstand en/of het vergroten van de toe- of aanvoer van water door bijvoorbeeld het afdammen, stuwen, bemaling en onderbemaling, het draineren van gronden en het graven, dempen of anderszins vergroten en verbeteren van waterlopen, sloten en greppels.

6.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 6.4 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. welke het normale onderhoud en/of landschapsbeheer betreffen;
  • b. welke ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. waarvoor ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden is verleend.
6.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 6.4 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige waarden zoals beschreven in lid 6.1.