direct naar inhoud van 3.1 Provinciaal en gemeentelijk beleid
Plan: I Stratum buiten de Ring 2004 (Animali)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80055-0501

3.1 Provinciaal en gemeentelijk beleid

Provinciaal beleid

Interimstructuurvisie en paraplunota Noord-Brabant (2008)

De Interimstructuurvisie beschrijft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid. Ook wordt daarin benoemd hoe het beleid op hoofdlijnen wordt uitgevoerd. Het Streekplan Noord-Brabant 2002 vormt de basis. Beleidsinhoudelijke wijzigingen ten opzichte van het huidige streekplan vloeien voort uit nieuwe wetgeving en bestuurlijke besluitvorming.

De provincie Noord-Brabant wil samen met de Brabantse gemeenten en haar overige partners werken aan een veelbelovende toekomst voor Brabant als geheel. Ecologische, economische en sociaal-culturele kwaliteiten moeten met elkaar in balans zijn. Het hoofdbelang van de provincie voor het ruimtelijk beleid is dan ook zorgvuldig ruimtegebruik. Maar met ruimte voor ontwikkelingen die bijdragen aan het op provinciale schaal behouden en verkrijgen van samenhang en balans tussen economische, ecologische en sociaal- culturele kwaliteiten.

Sociaal-culturele kernkwaliteiten van Brabant zijn het veelzijdige en historierijke dorpen- en stedenlandschap, het gevarieerde woon- en leefklimaat en de vele recreatie mogelijkheden. Met zorgvuldig ruimtegebruik wil de provincie de groei en de spreiding van het stedelijk ruimtebeslag afremmen. Nieuwe ontwikkelingen dienen op een geconcentreerde wijze vorm te krijgen. Dit betekent dat bij het zoeken naar ruimte voor nieuwe ontwikkelingen de mogelijkheden binnen het bestaande stedelijk gebied zo goed mogelijk moeten worden benut.

Voor het thema ruimtelijke kwaliteit is de kwaliteit en het contrast tussen het landelijke en het stedelijke gebied van provinciaal belang. Hier aan zijn de volgende doelen gekoppeld:

  • 1. Behouden en ontwikkelen van regionale gebiedsidentiteiten en ruimtelijke contrasten in Brabant.
  • 2. Ruimtelijke kwaliteit vanaf begin sturend laten zijn voor ruimtelijke planvorming.

Voor wat betreft het thema wonen is een goed functionerende (regionale) woningmarkt van provinciaal belang. Hier aan zijn de volgende doelen gekoppeld:

  • 1. Stimuleren van continuïteit in woningbouwproductie.
  • 2. Bevorderen van een gevarieerd en aantrekkelijk aanbod van woningen en woonmilieus dat aansluit op de wens van de woonconsument.
  • 3. Bevorderen herstructurering van niet goed functionerend of verouderd stedelijk (woon)gebied.

In het bestemmingsplan Animali wordt een herontwikkeling van het vervallen terrein mogelijk gemaakt. Hiermee wordt een kwaliteitsverbetering van het terrein tot stand gebracht en wordt tevens ingespeeld op het aanbod van een gevarieerd en aantrekkelijk woonmilieu.

Gemeentelijk beleid

Interimstructuurvisie 2009

Het ruimtelijk en functioneel beleid van de gemeente Eindhoven is uiteengezet in de Interimstructuurvisie 2009. De Interimstructuurvisie is een tussenstap op weg naar een definitieve structuurvisie. In de Interimstructuurvisie zijn de sectorale, ruimtelijk relevante beleidskaders vanuit de verschillende raadprogramma's geïntegreerd.

Met de Interimstructuurvisie geeft de gemeenteraad invulling aan de ambitie om Eindhoven door te ontwikkelen in zijn kwalitatief hoogwaardige combinatie van wonen, werken en groen. De nadruk ligt daarbij ook op leefbaarheid en bereikbaarheid. Als kerngemeente van Brainport Zuidoost Brabant stuurt Eindhoven aan op het bieden van ruimte aan een krachtige ontwikkeling van deze economische kernzone, een hoge kwaliteit van de leefomgeving en aandacht voor sociale betrokkenheid en ondernemend burgerschap tot op buurtniveau. Op deze wijze geeft de raad invulling aan het begrip duurzame ruimtelijke kwaliteit.

Vier hoofdpijlers zijn richtinggevend voor de Interimstructuurvisie:

  • 1. economie;
  • 2. verstedelijking;
  • 3. groen en water;
  • 4. bereikbaarheid.

Voor verstedelijking zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: Het ontwikkelen van een hoogdynamisch centrumstedelijk hart voor het gebied binnen de ring en daarbuiten het garanderen van een groenstedelijk woonmilieu. De opgave is om de inwoners een afwisselend en kwalitatief hoogwaardig woon- en leefklimaat te blijven bieden. Hierbij hoort niet alleen het bouwen van een divers woningbouwaanbod gericht op duurzaamheid, maar ook het bieden van een mooie woonomgeving. Het zorgdragen voor een aantrekkelijk en gevarieerd aanbod van woningen is een belangrijke opgave voor de stad.