Tegenbosch

10.1 Bekendmaking ex artikel 1.3.1 Bro

Het voornemen om een bestemmingsplan voor het gebied voor te bereiden is bekendgemaakt door middel van een publicatie in het weekblad Groot Eindhoven en langs electronische weg op 18 maart 2009.

10.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

Het voorontwerp van het plan is in het kader van het zogenoemde "vooroverleg" (artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening) toegezonden aan het Waterschap De Dommel, de provincie en de Ministeries van LNV, Defensie en VROM (thans I&M).

De Directeur-inspecteur van het Inspectoraat-Generaal VROM heeft per e-mail van 31 mei 2011, namens de betrokken rijksdiensten laten weten, gelet op de nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid geen aanleiding te hebben om opmerkingen te maken.

Het Waterschap De Dommel heeft de volgende opmerkingen:

Ten aanzien van de toelichting:

• 1. Paragraaf 5.3: verzocht wordt het Waterbeheerplan 2001-2004 te vervangen door het Waterbeheerplan Krachtig Water 2010-2015 en de Keur oppervlaktewateren 2005 door de Keur waterschap De Dommel 2009.
• 2. Paragraaf 5.5: verzocht wordt te onderbouwen hoe de hoge grondwaterstand (40 cm) is vastgesteld. Tevens wordt verzocht rekening te houden met een voldoende ontwateringsdiepte van het woongebied, teneinde (grond)wateroverlast te voorkomen.
• 3. Paragraaf 5.6: verzocht wordt de benodigde bergingsopgave te bepalen conform de door het waterschap sinds 2009 gehanteerde HNO-tool (hydrologisch neutraal ontwikkelen) voor het bepalen van de benodigde berging. De resultaten daarvan ware op te nemen in de waterparagraaf. Daarin dient tevens te worden aangegeven op welke wijze de benodigde (infiltratie)berging bij een neerslagreeks van T=10+10% op eigen terrein wordt gerealiseerd én dient beschreven te worden welke gevolgen er zijn bij een neerslagreeks T=100+10%, hetgeen niet tot wateroverlast mag leiden op eigen terrein of bij derden. De oplossingsrichting voor het bergen van de maatgevende neerslaggebeurtenis behoeft nadere uitwerking met behulp van een situatieschets en/of dwarsdoorsnede. Het is gewenst om op de verbeelding de locatie aan te geven waar de voorziening geprojecteerd wordt, waar de overloopvoorziening komt en welk ruimtebeslag nodig is. Van belang hierbij is dat de berging boven de GHG plaatsvindt.

Standpunt gemeente:

De tekst van de in de toelichting opgenomen Waterparagraaf is vervangen door een nieuwe tekst, waarbij rekening is gehouden met de gemaakte opmerkingen.

Ten aanzien van de regels:

• 4. Aan de begrippenlijst dient het begrip "water en waterhuishoudkundige voorzieningen" te worden toegevoegd. Daaronder zou het volgende kunnen worden verstaan: "al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen; alsmede voorzieningen die zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc."

Standpunt gemeente:

Vanuit de bestemmingsplansystematiek moet onderscheid gemaakt worden tussen functies en daarbij behorende voorzieningen. Ruimtelijk relevante functies krijgen in het bestemmingsplan specifieke bestemmingen toegekend en in de bestemmingsomschrijvingen worden die nader beschreven met (over het algemeen) de mogelijkheid om daarbij behorende voorzieningen te realiseren. Met het oog daarop wordt aan artikel 1 een nieuw lid toegevoegd, inhoudend een definitie van het begrip “waterhuishoudkundige voorzieningen”. Daaronder dient te worden verstaan: “voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraan- en -afvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit (zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, sloten, greppels en vijvers, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen).”

Aan de bestemming “water” artikel 8, onder 8.1 wordt een nieuw lid toegevoegd: “alle oppervlaktewateren zoals kanalen, rivieren, beken en andere waterlopen, alsmede sloten, greppels, (infiltratie)vijvers ook als deze incidenteel of structureel droogvallen”.

• 5. Aan de bestemmingsomschrijvingen van de bestemmingen "Agrarisch met waarden - Landschap", "Bos", "Groen", "Natuur", "Verkeer", "Wonen -1" t/m "Wonen -6" en "Waarde - Ecologie" dient ten behoeve van het mogelijk maken van hemelwaterberging en -infiltratie en om te kunnen voldoen aan de gestelde eisen voor hydrologisch neutraal ontwikkelen te worden toegevoegd "water en waterhuishoudkundige voorzieningen".

Standpunt gemeente:

Aan de bestemmingsomschrijvingen van de bestemmingen “Agrarisch met waarden - Landschap” (artikel 3), “Bos” (artikel 4), “Groen” (artikel 5) en “Waarde - Ecologie” (artikel 15) wordt nà “met daarbij behorende:” toegevoegd “waterhuishoudkundige voorzieningen”.

De onder 6.1. sub g van de bestemming “Natuur” (artikel 6) en de onder 8.1. sub d van de bestemming “Water” (artikel 8) opgenomen beschrijvingen worden vervangen door: “waterhuishoudkundige voorzieningen”.

De bestemmingsomschrijvingen “Verkeer” (artikel 7) en “Wonen-1” t/m “Wonen – 6” (artikelen 9 t/m 14)” behoeven geen aanpassing omdat daarin al de mogelijkheid van het realiseren van waterhuishoudkundige voorzieningen is opgenomen.

• 6. Artikel 8 "Water"onder 8.2.1 dient vervangen te worden door: "Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd met uitzondering van gebouwen met waterhuishoudkundige doeleinden."

Standpunt gemeente:

Het oprichten van gebouwen binnen de bestemming “Water” (artikel 8), met een grotere omvang dan die genoemd in artikel 2, lid 18 onder a van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (vergunningvrije bouwwerken), wordt hier met het oog op een goede ruimtelijke ordening niet wenselijk geacht. Ook is de noodzaak daarvoor niet aangetoond.

De Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving van de provincie Noord-Brabant heeft bij brief van 11 juli 2011 (kenmerk C2024563/2771541) opgemerkt dat de beoogde locatie waar de bouw van 8 woningen zou moeten plaatsvinden in de Verordening Ruimte is opgenomen als zone voor integratie stad-land. Gezien de ambities in het gebied zoals verwoord in de Ontwikkelingsvisie Landelijk Strijp, waaronder synergie tussen rode en groene ontwikkelingen en ontwikkelen groen raamwerk, is voor haar de keuze voor het opnemen van de bestemming "groen", welke blijkens de planregeling is bedoeld voor onder meer groenvoorzieningen, bermen, paden en inritten en speelvoorzieningen, een vreemde. Hiermee kunnen de groenstroken tussen de toch al zeer grote woonkavels in gebruik worden genomen als tuin of speelplaats, waarmee naar haar mening voorbij wordt gegaan aan de beoogde landschappelijke en wellicht ecologische betekenis van deze groenstructuren.

Standpunt gemeente:

Het gemeentelijk Groenbeleidsplan (2001) heeft aan het gebied waar de woningen zijn geprojecteerd de strategie "integrale ontwikkeling groen-rood" toegekend, waarbij het accent ligt op het behoud en de ontwikkeling van zowel groene functies van bijzondere kwaliteit als van de stedelijke functies wonen en werken, dit in het licht van Tegenbosch als nieuwe buitenplaats. Met het oog daarop zijn de stroken grond die direct grenzen aan de nieuwe woonbestemmingen voorzien van de bestemming "groen" (plantsoenfunctie), die op hun beurt weer aansluiten op gronden die worden ingericht met bosbeplanting. Daardoor wordt een evenwichtige en geleidelijke overgang bereikt tussen privaat en openbaar gebied. Een dergelijke invulling verdraagt zich met de ambities (synergie rood en groen en het groene raamwerk) van de Ontwikkelingsvisie Landelijk Strijp. In de met de ontwikkelende partij gesloten anterieure overeenkomst zijn over de hiervoor beschreven gewenste inriichting van die stroken afspraken gemaakt. Terecht wordt opgemerkt dat de functie van speelvoorzieningen daarop een inbreuk betekent. De betreffende functie is daarom in de betreffende regel "groen" (artikel 5) verwijderd. Overigens moet worden opgemerkt dat de nieuwe ontwikkeling juist voorziet in een substantiele toevoeging van de groenfunctie en wel op gronden die voorheen voorzien waren van verharding (gravel tennisbanen).

10.3 Inspraakverordening

Op grond van de verordening Samenspraak en Inspraak Gemeente Eindhoven 2008, is het voornemen om het op 3 februari 2003 vastgestelde bestemmingsplan “I Buitenplaats Tegenbosch” te herzien bekend gemaakt in weekblad Groot Eindhoven van 27 april 2011. Gelijktijdig is ook bekendgemaakt dat het voor dit gebied het op 3 februari 2006 vastgestelde beeldkwaliteitplan eveneens zal worden herzien.

Inspraak

Zowel het voorontwerp van het bestemmingsplan Tegenbosch als het concept-beeldkwaliteitplan hebben gedurende de periode van 28 april tot en met 8 juni 2011 voor iedereen ter inzage gelegen in het Stadskantoor (Inwonersplein), Stadhuisplein 10 te Eindhoven. Het voorontwerp-bestemmingsplan en het concept-beeldkwaliteitplan konden ook worden geraadpleegd via de gemeentelijke website www.bestemmingsplannen.eindhoven.nl.

Tijdens die periode stond voor iedereen de gelegenheid open om naar keuze schriftelijk of mondeling daarover hun mening kenbaar te maken. Van die geboden mogelijkheid heeft niemand gebruik gemaakt.