direct naar inhoud van Artikel 13 Wonen - 5
Plan: Tegenbosch
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80042-0501

Artikel 13 Wonen - 5

13.1 Bestemmingsomschrijving
13.1.1 Bestemming

De voor `Wonen - 5´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. vrijstaande woongebouwen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

met de daarbij behorende:

  • c. tuinen en erven;
  • d. parkeervoorzieningen, paden e.d ;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.1.2 Nadere detaillering bestemming

De vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep mag niet meer dan 50 m2bedragen.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen

Hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van het 'bouwvlak', waarbij per bouwvlak niet meer dan 1 woning mag worden gebouwd.

In afwijking hiervan is een overschrijding van het bouwvlak toegestaan voor ondergeschikte bouwdelen met maximaal 1 m.

13.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woongebouwen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 7 m. bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • d. het hoogteverschil tussen de goothoogte en de bouwhoogte dient op elk punt ten minste 3 m te bedragen;
  • e. de dakhelling mag niet minder dan 45° en niet meer dan 55° bedragen;
  • f. voor het aantal parkeerplaatsen gelden de parkeernormen zoals opgenomen in bijlage 1.
13.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd achter de voorgevelrooilijn;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 100 m2 met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 10% van de oppervlakte van het bouwperceel;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m, met dien verstande dat de goothoogte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer mag bedragen dan de goothoogte van het hoofdgebouw;
  • d. de dakhelling mag niet minder dan 45° en niet meer dan 55° bedragen.
13.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn is 1 m;
  • b. de maximale bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn is 2 m;
  • c. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 2,5 m.
13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
13.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in 13.2.1 voor het overschrijden van het 'bouwvlak' met niet meer dan 2 m ten behoeve van balkons, luifels, dakgoten of vergelijkbare ondergeschikte delen van bouwwerken mits:
    • 1. de stedenbouwkundige opbouw van het straatbeeld niet onevenredig wordt verstoord;
    • 2. de verkeersveiligheid niet nadelig wordt beïnvloed;
    • 3. het uitzicht vanuit naburige woningen niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. de in lid 13.2.3 onder c genoemde maximale goothoogte van aanbouwen en bijgebouwen, indien zulks wenselijk is uit een oogpunt van een goede constructieve en/of bouwkundige aansluiting van de aan-/uitbouw of het bijgebouw op de hoogte van de verdiepingsvloer van het hoofdgebouw.
13.5 Specifieke gebruiksregels
13.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
13.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1 en toestaan dat in combinatie met het wonen de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 en/of voor een aan-huis-verbonden beroep tot een beroepsvloeroppervlakte van maximaal 75 m2, mits:

  • a. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m2 bedraagt;
  • b. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden;
  • c. het niet betreft geluidszoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
  • d. het niet betreft seksinrichtingen en/of detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten;
  • e. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één in het pand woonachtige persoon mag worden uitgeoefend;
  • f. de activiteiten geen onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren.
13.7 Procedureregels

Bij het nemen van een besluit omtrent een nadere eis als bedoeld in lid 13.3 nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht:

  • a. het ontwerpbesluit ligt, met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
  • b. van de terinzagelegging wordt tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze kennis gegeven;
  • c. de kennisgeving houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen;
  • d. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit.