direct naar inhoud van Regels

Kom Eersel, eerste herziening

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0770.BPE2011-VAST

Artikel 23 Verkeer – Verblijfsgebied

 

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer – Verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. voorzieningen voor verkeer en verblijf;

  2. parkeervoorzieningen;

  3. garageboxen,uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘garage’;

  4. een kiosk ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke van maatschappelijk – kiosk’;

  5. terrassen ten behoeve van aangrenzende horecabedrijven;

  6. groenvoorzieningen;

  7. speelvoorzieningen;

  8. nutsvoorzieningen;

  9. reclame-uitingen;

  10. ambulante detailhandel;

  11. evenementen;

  12. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

 

alsmede voor:

  1. de instandhouding en bescherming van de laanstructuur.

  2. de instandhouding en bescherming van rijksmonumenten ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - rijksmonument’;

 

23.2 Bouwregels

 

23.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:

  1. Garageboxen ter plaatse van de aanduiding ‘garage’, onder de volgende voorwaarden:

  1. Garageboxen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘garage‘.

  2. De oppervlakte per garagebox mag niet meer bedragen dan 20 m².

  3. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

  1. Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, onder de volgende voorwaarden:

  1. De oppervlakte per gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m².

  2. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

  1. Een kiosk ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk - kiosk’, onder de volgende voorwaarde:

  1. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 m.

 

23.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 m.

  2. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m.

  3. De bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m.

  4. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

 

23.3 Nadere eisen

  1. Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing.

  2. De onder a genoemde nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van rijksmonumenten en hun omgeving.

 

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

23.4.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  1. het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas.

 

23.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 23.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden welke:

  1. het normale onderhoud betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;

  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

 

23.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 23.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de instandhouding en bescherming van de laanstructuur.