direct naar inhoud van 3.1 Milieuhinder
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2013000015-VG01

3.1 Milieuhinder

3.1.1 Inleiding

In deze paragraaf wordt ingegaan op de milieuaspecten van de in het plangebied aanwezige bedrijven. Onderscheid wordt gemaakt in:

  • bedrijven (paragraaf 3.1.2 Milieuhinder bedrijven);
  • horeca (paragraaf 3.1.3 Milieuhinder horeca).

3.1.2 Milieuhinder bedrijven

Beleid en normstelling

Milieuzonering

Ter beperking van milieuhinder voor de omgeving worden grenzen gesteld aan de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten. Dit gebeurt aan de hand van een milieuzonering. Deze milieuzonering geeft aan:

  • welke activiteiten voor de huidige en toekomstige bedrijven mogelijk zijn;
  • welke bedrijven in de toekomst binnen het plangebied uit milieuoogpunt toelaatbaar zijn, indien bestaande bedrijvigheid verdwijnt.

Het is algemeen gebruik om te zoneren op basis van richtafstanden voor de verschillende milieuaspecten (geluid, geur, stof, risico). Deze richtafstanden kunnen worden ontleend aan de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) van 2009.

Basisreferentie rustige woonwijk

Het uitgangspunt bij de bepalingen van de afstanden volgens de VNG systematiek is dat het gaat om woningen gelegen in het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Dit is een basisreferentietype woonwijk, zonder functiemenging en met weinig verkeer.

Niet elke omgeving is te typeren als rustige woonwijk. Dit maakt dat een nader onderzoek naar de feitelijke omgeving (plangebied en omgeving) nodig is.

Indien de omgeving in de specifieke situatie dit rechtvaardigt, kunnen gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden. In het bestemmingsplan wordt dit onderbouwd. Beoordeeld wordt van welke omgeving sprake is en voor welke milieuaspecten die correctie aanvaardbaar wordt geacht.

Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

Gelet op het karakter van het plangebied, een centrumgebied met veel functiedifferentiatie, is gekozen voor de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' (SvB)2 Voor een nadere toelichting op deze staat wordt verwezen naar bijlage 4. Deze staat is afgestemd op de genoemde VNG-publicatie3 en gekoppeld aan de planregels van het bestemmingsplan. Het is daarmee een eerste globale toetsingskader voor de toelaatbaarheid van bedrijven. In een concrete situatie is milieuwetgeving bepalend.

Uitgangspunten

  • Randvoorwaarde is dat de milieuhinder voor de omgeving tot een minimum moet worden beperkt.
  • Voor de bedrijven in het plangebied, die voornamelijk te midden van woningen zijn gevestigd, wordt de bestaande situatie zoveel mogelijk bevestigd.

De in het plangebied gevestigde bedrijven liggen verspreid over het centrumgebied en zijn veelal aan oude linten van het centrumgebied gelegen, zoals de Kardinaal van Rossumstraat en de Hoge Ham. Er is sprake van een historisch gegroeide situatie van functiemenging. Op de bedrijfspercelen kunnen bedrijven c.q. bedrijfsactiviteiten tot en met categorie B1 worden toegestaan.

Toetsing/beoordeling

Aanbod en situering

Bedrijvigheid

In het plangebied zijn diverse bedrijven gevestigd. De bedrijven zijn voor het merendeel lokaal van karakter. Daarnaast zijn buiten het plangebied ook enkele bedrijven gevestigd. Deze bedrijven zijn in deze paragraaf niet beschouwd, aangezien het een bestaande situatie betreft, die door de vaststelling van dit bestemmingsplan niet zal wijzigen.

Inschaling van bedrijven

De thans gevestigde bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de desbetreffende milieucategorieën van de SvB. Uit de inschaling in bijlage 5 blijkt dat er in het plangebied twee relevante nutsvoorzieningen aanwezig zijn. Verder passen vier bedrijven niet binnen de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' en één bedrijf valt binnen een hogere milieucategorie dan de algemene toelaatbaarheid. Deze bedrijven worden via een specifieke aanduiding mogelijk gemaakt.

Voor zover bedrijven niet aan milieuwetgeving kunnen voldoen, is verplaatsing gewenst naar een bedrijventerrein (bijvoorbeeld Tichelrijt) waar ook op langere termijn kan worden voldaan aan de (veranderende) milieuwetgeving en dat ook voldoende ruimte biedt voor een gezonde bedrijfsontwikkeling.

Klachten over bedrijven

Bij de gemeente zijn geen klachten van omwonenden over de aanwezige bedrijven bekend.

Conclusie

Met betrekking tot de huidige situatie ten aanzien van bedrijven in het plangebied zijn er geen belemmeringen aanwezig.

3.1.3 Milieuhinder horecabedrijven

Beleid en normstelling

Staat van Horeca-activiteiten

Voor het reguleren van horecabedrijven is een Staat van Horeca-activiteiten (SvH) beschikbaar. In dit bestemmingsplan wordt hiervan gebruikgemaakt. Vergelijkbaar met de SvB wordt bij de uitwerking van een ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten drie stappen onderscheiden:

  • indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën;
  • onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid;
  • uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar.

Mede op grond van bovengenoemde criteria worden in de SvH drie hindercategorieën onderscheiden (waarvan één categorie met drie subcategorieën): lichte, middelzware en zware horeca. Voor een uitgebreide toelichting op de SvH wordt verwezen naar bijlage 6.

Inschaling en toelaatbaarheid

Uit milieuhygiënisch oogpunt worden in het plangebied horeca-activiteiten uit maximaal categorie 1b rechtstreeks toelaatbaar geacht. Dit zijn lichte horecabedrijven die over het algemeen slechts beperkt hinder veroorzaken voor omwonenden.

Dit betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De SvH geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van horecabedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. In bepaalde gevallen kan onder voorwaarden worden meegewerkt aan de vestiging van een zwaardere categorie. Dit is het geval als het bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten minder hinder veroorzaakt dan in de SvH is verondersteld.

Toetsing/beoordeling

Aanbod en situering

Binnen het plangebied zijn 7 horecabedrijven gevestigd.

Inschaling van horecabedrijven

De horecabedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de desbetreffende categorieën van de SvH. Uit de inschaling in bijlage 5 blijkt dat 6 horecabedrijven binnen de bestemming horeca vallen binnen de categorie 2. Horecabedrijven tot en met milieucategorie 1b zijn algemeen toelaatbaar binnen de bestemming horeca. De 6 horecabedrijven vallen dus niet binnen de algemene toelaatbaarheid en worden via een specifieke aanduiding mogelijk gemaakt.

Binnen de bestemming Centrum zijn horecabedrijven tot en met categorie 1c direct toegestaan. In deze bestemming is 1 horecabedrijf aanwezig dat niet in de algemene toelaatbaarheid past. Het is daarom via een specifieke aanduiding mogelijk gemaakt.

Klachten over horecabedrijven

Bij de gemeente zijn op dit moment geen klachten van omwonenden over horecabedrijven bekend.

Conclusie

Met betrekking tot de huidige situatie ten aanzien van horecafuncties in het plangebied zijn er geen belemmeringen aanwezig.