direct naar inhoud van Artikel 39 Algemene wijzigingsregels
Plan: Dongen Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001

Artikel 39 Algemene wijzigingsregels

39.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

39.2 Waarde archeologie
39.2.1 Wijziging voor verwijdering van de bestemming

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming Waarde-Archeologie-2 geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:

  • a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet;
  • c. alvorens omtrent wijziging te beslissen winnen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies in van een archeologisch deskundige.
39.2.2 Wijziging voor de verandering van een bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van de bouwvlakken veranderen, indien dit op grond van archeologisch onderzoek noodzakelijk is met het oog op de bescherming of de veiligstelling van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet;
  • c. alvorens omtrent wijziging te beslissen winnen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies in van een archeologisch deskundige.

39.2.3 Wijziging voor de verandering van een bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van de bouwvlakken veranderen, indien de bebouwing ten behoeve van de voor dat bouwvlak geldende bestemming zonder deze verandering niet of niet goed zou kunnen worden gerealiseerd en op grond van archeologisch onderzoek is gebleken dat de verandering van het bouwvlak geen afbreuk doet aan de bescherming of de veiligstelling van de aanwezige archeologische waarden, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet;
  • c. alvorens omtrent wijziging te beslissen winnen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies in van een archeologisch deskundige.
39.3 Nieuwe natuur

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van gronden wijzigen in de bestemming Bos, Natuur of Water met in achtneming van het volgende:

  • a. wijzing kan alleen worden toegepast voor de realisering van de natte ecologische verbindingszone de Donge – Onkelsloot, de realisering van de natte ecologische verbindingszone Wilhelminakanaal, de inrichting van de natte ecologische verbindingszone 's Gravenmoerse Noordkade, de landschapsecologische zone Tilburg-Loon op Zand-Dongen of de landschapszone Groenstraat;
  • b. wijziging wordt slechts toegepast als de gronden gebruiksvrij zijn verworven door de natuurbeheerder.
39.4 Nieuwe woningen in bebouwingsconcentraties

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van gronden met de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied-2' wijzigen in de bestemming Wonen-1 en / of Tuin met in achtneming van het volgende:

  • a. wijziging is alleen toegestaan indien elders stallen ten behoeve van de intensieve veehouderij, kassen of andersoortige ongewenste bebouwing wordt gesloopt en milieuwinst wordt behaald zoals bedoeld in de 'Beleidsnota Verbrede inzet van de aanpak ruimte voor ruimte' of 'Beleidsregel ruimte voor ruimte 2006';
  • b. er mogen geen onevenredige beperkingen optreden voor omliggende agrarische bedrijven wat betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden;
  • c. landschappelijke en cultuurhistorische waarden mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • d. er mogen geen onevenredige gevolgen optreden voor de waterhuishouding;
  • e. wijziging wordt slechts toegepast indien tevens aannemelijk is dat de woning past in de omgeving en bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit onder andere gelet op:
    • 1. de ligging en situering; indien van toepassing passend in de slagenverkaveling;
    • 2. goot- en bouwhoogte, kapvorm en richting;
    • 3. vormgeving en materiaal gebruik;
    • 4. de onderlinge afstanden tot naastgelegen bebouwing in relatie tot doorzichten naar het achterliggende gebied;
    • 5. de grootte van het perceel: het perceel waarop de woning wordt gebouwd heeft een oppervlakte van ten minste 1.000 m²;
  • f. de wegcapaciteit, wegconstructie en verkeersveiligheid mogen niet negatief worden beïnvloed;
  • g. de toelaatbare goothoogte bedraagt ten hoogste 6 m.